Reiniging en onderhoud
Afb. 34
5. Fig. 34 toont een goed
gemonteerde recipiënt; hij ligt
gelijkmatig over de rand van de
basis.
Afb. 36
7. Bevestig de recipiënt met de
klembeugels aan de basis van het
apparaat.
9. Plaats de roervleugel in zijn
recipiënt, in omgekeerde volgorde
van punt 6.2.2.
900004
Afb. 35
6. Fig. 35 toont een verkeerd
gemonteerde recipiënt; in dit geval
ligt de recipiënt NIET perfect over de
rand van de basis.
Afb. 37
8. Plaats het roerwerk in de recipiënt.
Afb. 38
NL
27 / 34