5. Key-start-voertuigen: Zorg ervoor dat de vooruit-/achteruithendel in VRIJ (N) staat. Slinger de motor
aan tot brandstof in de carburateur en de brandstofleidingen wordt gepompt en de motor start. Schakel
de motor uit. Zie volgende OPMERKING.
OPMERKING: Omdat als voorbereiding voor de opslag olie in de motor is gegoten, kan de motor, bij het
eerste gebruik na de opslag, tijdelijk abnormaal veel rook produceren.
6. Pas de bandendruk aan volgens de aanbevolen spanning. Zie Specificaties voertuig – elektrische
voertuigen op pagina 57.
7. Volg de Voorbereiding en dagelijkse veiligheidscontroles op pagina 32.
ONDERHOUD
Zie Algemene waarschuwingen op pagina 19.
Om een probleemloze werking van het voertuig te verzekeren, is het van het grootste belang dat u een regel-
matig preventief onderhoudsprogramma toepast. Een regelmatig en systematisch onderhoud kan, door ver-
waarlozing veroorzaakte, defecten en dure reparaties voorkomen. Gebruik de voorbereiding en dagelijkse
veiligheidscontrolelijst op pagina 32 en de volgende Periodieke onderhoudsschema's en Periodieke smeer-
schema's om het voertuig in een goede toestand te houden.
Een voertuig dat niet probleemloos werkt, moet uit gebruik worden genomen tot het gerepareerd is. Dit zal
verdere schade aan het voertuig en mogelijke verwondingen door onveilige condities voorkomen.
Neem voor alle reparaties en halfjaarlijkse en jaarlijkse onderhoudsbeurten contact op met uw plaatselijke
Club Car-distributeur/dealer.
ý
WAARSCHUWING
• Indien bij een vaste inspectie of onderhoudsbeurt problemen aan het licht komen, mag u het
voertuig niet gebruiken tot het gerepareerd is. Het achterwege laten van noodzakelijke repara-
ties kan brand, materiële schade en ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
• Heet! Probeer nooit onderhoud uit te voeren aan een hete motor of een heet uitlaatsysteem.
Dit zou ernstige brandwonden kunnen veroorzaken.
• Werk niet aan de aandrijving van het voertuig of onder het platform wanneer het geladen is.
Alleen benzinevoertuigen:
• Bewegende onderdelen: Voer nooit onderhoud uit aan een voertuig met een benzinemotor ter-
wijl de motor draait.
• Draai de brandstofafsluiter in de gesloten stand (Figuur 22, pagina 40).
• Om te voorkomen dat het voertuig per ongeluk start, moet u vóór het onderhoud altijd de accu
afkoppelen, de negatieve (-) kabel eerst (Figuur 1, pagina 21), en de bougiekabel van de
bougie losmaken.
• Geaard chassis – Laat geen gereedschap of andere metalen voorwerpen in aanraking komen
met het chassis wanneer u de accu's of andere elektrische bedrading loskoppelt. Laat nooit
een positieve draad in aanraking komen met het chassis van het voertuig, de motor of andere
metalen onderdelen.
Pagina 42
Handleiding voor de eigenaar van een transportvoertuig van 2006
Onderhoud