Inhoudsopgave
Advertenties
Figuur 15 Slepen-/rijdenschakelaar – IQ System
De slepen-/rijdenschakelaar moet in de volgende omstandigheden op SLEPEN worden geplaatst:
• Voordat het voertuig wordt gesleept: Plaats de slepen-/rijdenschakelaar op SLEPEN om de
motorrem volledig uit te schakelen, en dus mogelijke schade aan het voertuig of elektrische onder-
delen te voorkomen die kan optreden wanneer het voertuig wordt gesleept terwijl de nulsnelheidde-
tectie motorrem geactiveerd is.
• Voordat de accukabels worden aangesloten of losgekoppeld: Plaats de slepen-/rijdenschakelaar
op SLEPEN om de stroom naar het elektrische systeem van het voertuig uit te schakelen. Dit voorkomt
vonkvorming en mogelijke explosie van de accu bij het loskoppelen van de accukabels.
• Voor langdurige opslag: Plaats de slepen-/rijdenschakelaar op SLEPEN om de stroom naar het elek-
trische systeem van het voertuig uit te schakelen, en op die manier te voorkomen dat de accu's ont-
laden worden door de elektrische onderdelen.
STROOMONDERBREKER
Alleen IQ Plus elektrische voertuigen
IQ Plus-voertuigen zijn uitgerust met een stroomonderbreker (2), die zich naast de slepen-/rijdenschakelaar
bevindt (Figuur 16). Als de stroomonderbreker wordt geactiveerd, hoort u een reeks snelle piepgeluiden en de
snelheid van het voertuig zal tot ongeveer de helft van de vooraf geprogrammeerde topsnelheid worden ver-
laagd. Als de stroomonderbreker wordt geactiveerd, breng het voertuig dan geheel tot stilstand, verwijder de
stoel en druk de resetknop van de stroomonderbreker in. Als de stroomonderbreker opnieuw wordt geactiveerd
als het voertuig weer wordt gestart, neem dan contact op met een plaatselijke Club Car-distributeur/dealer.
VRIJ-VERGRENDELING
Alleen benzinevoertuigen
Om het werk van de onderhoudsmonteur te vergemakkelijken, is aan de achterzijde van de vooruit-/achter-
uithendel, binnenin de motorruimte, een VRIJ-vergrendelingsnok (gele knop) aangebracht. Wanneer deze
nok ongeveer 10 mm (3/8 in) naar buiten wordt getrokken en een halve slag wordt gedraaid tot hij vastklikt,
komt de nok in de ONDERHOUDSSTAND (Figuur 17) te staan.
• Pedal-start-voertuig: Wanneer de nok in de ONDERHOUDSSTAND staat, kan de monteur de motor
in VRIJ laten draaien om het voertuig een onderhoudsbeurt te geven. Met de vergrendelingsnok in
deze stand, kan het voertuig niet rijden wanneer de vooruit-/achteruithendel in VOORUIT (F) of ACH-
TERUIT (R) wordt geplaatst.
• Key-start-voertuig: Wanneer de nok in de ONDERHOUDSSTAND staat, kan de monteur de motor in
vooruit, achteruit of vrij laten draaien om het voertuig een onderhoudsbeurt te geven en/of te repa-
reren. Indien de vooruit-/achteruithendel echter op VOORUIT (F) of ACHTERUIT (R) staat, en het gas-
pedaal wordt ingedrukt, zal de motor stoppen.
1
Handleiding voor de eigenaar van een transportvoertuig van 2006
Bedieningselementen en controlelampjes
Figuur 16 Slepen-/rijdenschakelaar – IQ Plus
2
1
Pagina 29
Advertenties
Inhoudsopgave
