q
e
r
q
q
e
r
q
q
e
r
q
Afgeronde knoopsgaten en knoopsgaten voor dunne
w
stoffen
Machine-instellingen
q Patroon:
w Draadspanning:
e Naaivoet:
r Naaivoetdruk:
De naaiprocedure is hetzelfde als voor het rechte knoopsgat (zie
pagina 44-46).
De machine naait een knoopsgat in de afgebeelde volgorde.
q Beginpunt
Sleutelgatknoopsgaten
w
Machine-instellingen
q Patroon:
w Draadspanning:
e Naaivoet:
r Naaivoetdruk:
De naaiprocedure is hetzelfde als voor het rechte knoopsgat (zie
pagina 44-46).
De machine naait een knoopsgat in de afgebeelde volgorde.
Gebruik een stans om een sleutelgatknoopsgat te openen.
q Beginpunt
w
Stretchknoopsgat
w
Machine-instellingen
q Patroon:
w Draadspanning:
e Naaivoet:
r Naaivoetdruk:
De naaiprocedure is hetzelfde als voor het rechte knoopsgat
(zie pagina 44-46).
De machine naait een knoopsgat in de afgebeelde volgorde.
q Beginpunt
49
Modus 1: 24, 25
AUTO
Automatische knoopsgatvoet R
5
OPMERKING:
De breedte van het knoopsgat kan worden ingesteld op
2,6 tot 9,0.
De steekdichtheid kan worden ingesteld op 0,2 tot 1,0.
Modus 1: 26-28
AUTO
Automatische knoopsgatvoet R
5
OPMERKING:
Dit knoopsgat 27 wordt gebruikt voor dikkere knopen op
middelzware stoffen.
Dit knoopsgat 28 is duurzaam en wordt gebruikt voor dikke
knopen en zware stoffen.
w Stans
OPMERKING:
De breedte van het knoopsgat kan worden ingesteld op 5,6
tot 9,0.
De steekdichtheid kan worden ingesteld op 0,2 tot 1,0.
Modus 1: 29-31
AUTO
Automatische knoopsgatvoet R
5
OPMERKING:
De breedte van het knoopsgat kan worden ingesteld op 2,6
tot 9,0.
De steekdichtheid kan worden ingesteld op 0,5 tot 1,0 voor
patroon 29 (modus 1), 0,7 tot 1,2 voor patroon 30 (modus 1)
y 0,5 tot 2,5 voor patroon 31 (modus 1). Als de steekbalans
van de linker- en rechterrij niet gelijk is moet dit worden
gecorrigeerd door aan de steekbalansknop te draaien (zie
pagina 81).