q
e
r
Schulpsteek
w
Machine-instellingen
q Patroon:
w Draadspanning:
e Naaivoet:
r Naaivoetdruk:
Gebruik een lichtgewicht stof (bijvoorbeeld tricot). Vouw de stof
volgens de afbeelding en stik op de vouw.
Zorg dat de naald de gevouwen rand net mist om zo een
schulprand te creëren. Mogelijk moet u de draadspanning van
de bovendraad verhogen.
Als u rijen schulpsteken naait, plaats dan de rijen ten minste 1,5
cm (5/8") uit elkaar.
U kunt bovendien in elke richting schulpsteken naaien op
gebreide stoffen of zachte, zijdeachtige geweven stoffen..
w
q
Knoopsgaten
Diverse knoopsgaten
23 Recht (sensor) knoopsgat
Dit rechte knoopsgat wordt veel gebruikt voor middelzware of
zware stoffen.
Door een knoop in de naaivoet te plaatsen, wordt de grootte
van het knoopsgat automatisch bepaald.
24 Afgerond knoopsgat
Dit knoopsgat wordt gebruikt voor dunne tot middelzware
stoffen, voornamelijk voor blouses en kinderkleding.
25 Knoopsgat voor dunne stoffen
Dit knoopsgat is afgerond aan beide einden en is geschikt voor
dunne, delicate stoffen, zoals fijne zijde.
26-28 Sleutelgatknoopsgat
Het sleutelgatknoopsgat wordt veel gebruikt voor middelzware
tot zware stoffen. Het is bovendien geschikt voor grotere en
dikkere knopen.
29-31 Stretchknoopsgat
Dit knoopsgat is geschikt voor stretchstoffen. Het is bovendien
geschikt als sierknoopsgat.
32 Gepaspelleerd knoopsgat
Dit is een sjabloon voor het handgenaaide gepaspelleerde
knoopsgat.
43
Modus 1: 21
6−8
Satijnsteekvoet F
5
q Gevouwen rand
w Naaldpositie rechts
OPMERKING:
Patroonnummers 24-32 zijn sensorknoopsgaten en de
naaiprocedure is hetzelfde als voor patroonnummer 23.