z x
u
(t5)
r
(t2)
(t1)
e
w
c
v
b
n
m
,
Kalibratie functietoetsen
Als de functietoetsen niet goed zijn uitgelijnd, moet de
toetspositie als volgt worden gekalibreerd.
z Ga naar de instelmodus. Druk 4 keer op de modustoets om
de toetspositie voor het kalibreren in te voeren.
q
x Druk op de start-/stopknop q.
(t3)
t
(t4)
y
c Het scherm voor het bijstellen van de toetspositie verschijnt
en op de rechterkant van het scherm verschijnt "t1".
Druk met de pen voor het aanraakscherm w op e op het
aanraakpaneel van uw machine.
v Op het LCD-scherm verschijnt "t2". Druk op r op het
Touch-on paneel.
b Op het LCD-scherm verschijnt "t3". Druk op t op het
Touch-on paneel.
n Op het LCD-scherm verschijnt "t4". Druk op y op het
Touch-on paneel.
m Op het LCD-scherm verschijnt "t5". Druk op u op het
Touch-on paneel.
, Het scherm keert terug naar het aanpassingsscherm voor
de toetspositie.
Druk op de SET-toets om de aanpassing toe te passen.
26