z
q
w
x
r
c
y
v
e
t
21
Ingebouwde draadinrijger
OPMERKINGEN:
* De draadinrijger kan worden gebruikt met naald #11 tot
#16.
Draaddikte 50 tot 90 wordt aanbevolen.
* De draadinrijger kan niet worden gebruikt met de
tweelingnaald.
LET OP:
Vergeet niet op de vergrendelingstoets te drukken om
de machine te vergrendelen of de hoofdschakelaar uit
te schakelen alvorens de ingebouwde draadinrijger te
gebruiken.
z Zet de aan/uitschakelaar AAN.
Druk op de naaldkeuzetoets omhoog/omlaag om de naald
omhoog te zetten.
Druk op de vergrendelingstoets om de machine te
vergrendelen.
Breng de naaivoet omlaag. Zet de naald in de hoogste
stand. Zet de aan/uitschakelaar uit.
Trek de draadinrijghevel zover mogelijk omlaag.
De inrijghaak komt van achteren door het oog van de naald.
q Naaldkeuzetoets omhoog/omlaag
w Draadinrijghevel
e Inrijghaak
x Trek de draad van links naar rechts, onder de linker
geleider, inrijghaak en de rechter geleider door.
Trek de draad rond de rechter geleider naar u toe.
r Linker geleider
t Rechter geleider
c Breng de inrijger langzaam omhoog zodat een lus van de
draad door het oog van de naald wordt omhooggetrokken.
y Lus
v Trek het uiteinde van de draad door het oog van de naald.
OPMERKING:
De draadinrijger kan niet voor de tweelingnaald worden
gebruikt.