v
x
b
n
m
w
x
e
e
c
t
r
b n m
u
z
c
z
q
v
y
i
De machine inrijgen
Zet de naaivoethendel omhoog.
Zet de aan/uitschakelaar aan.
Druk op de naaldkeuzetoets omhoog/omlaag om de
draadhefboom in de hoogste positie te zetten.
Druk op de vergrendelingstoets of zet de aan/uitschakelaar uit.
Leid de draad in de volgorde van z tot m.
LET OP:
Vergeet niet op de vergrendelingstoets te drukken om de
machine te vergrendelen of om de aan/uitschakelaar uit te
schakelen alvorens de machine in te rijgen.
z
Houd de draad met beide handen vast en leid de draad in
de geleidersleuf.
q Geleidersleuf
x
Houd de draad met beide handen vast en trek de draad
rond de hoek van de geleider.
Trek de draad stevig naar u toe langs het rechterdraadpad
tot de draad klikt.
w Hoek van de geleider
e Rechterdraadpad
c
Trek de draad langs het rechterdraadpad naar beneden
en rond de onderkant van de draadgeleiderplaat. Trek de
draad omhoog langs het linkerdraadpad.
e
Rechterdraadpad
r
Draadgeleiderplaat
t
Linkerdraadpad
v
Trek, terwijl de draad bij de klos wordt vastgehouden,
de draad stevig omhoog en naar de achterkant van de
draadhefboom. Trek de draad naar voren om deze in het
oogje van de draadhefboom te schuiven.
y
Oogje van de draadhefboom
b
Trek vervolgens de draad naar beneden langs het
linkerdraadpad en door de onderste draadgeleider.
u
Onderste draadgeleider
n
Schuif de draad achter de draadgeleider op de naaldstang
links.
i
Draadgeleider op naaldstang
m
Rijg de naald met draadinrijger (zie de volgende pagina).
20