Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Handleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Janome skyline s5

  • Pagina 1 Handleiding...
  • Pagina 3 BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Wanneer u elektrische apparaten gebruikt, moet u altijd de volgende algemene veiligheidsmaatregelen in acht nemen. Deze naaimachine is uitsluitend bedoeld voor HUISHOUDELIJK gebruik. Lees alle instructies voordat u de machine gebruikt. GEVAAR — Voorkom een elektrische schok: 1. Laat de machine nooit onbeheerd achter met de stekker in het stopcontact. Haal de stekker direct na gebruik en voordat u de machine gaat reinigen altijd uit het stopcontact.
  • Pagina 4: Inhoudsopgave

    INHOUDSOPGAVE BEGINNEN MET NAAIEN Cordonknoopsgat ..............50 Namen van onderdelen ............3 Gepaspelleerd knoopsgat ............51 Standaard accessoires ............4 Knopen aannaaien ..............53 Bergruimte accessoires ............5 Stopwerk ................54 Verlengtafel ................5 Trenzen naaien ............... 56 Vrije arm naaien ............... 5 Oogje ..................
  • Pagina 5: Beginnen Met Naaien Namen Van Onderdelen

    BEGINNEN MET NAAIEN Namen van onderdelen Draadhefboom Naaivoetdrukregelaar Stekenoverzicht Bovenklep Houder voor pen voor Touch-on panel Opbergruimte naaivoetjes Spoeldraadafsnijder B Spoelwinderas Spoeldraadafsnijder A Opening voor extra garenpen Garenpen Garenschijf (groot) Draadspanningsknop Frontkapje Automatische draadafsnijder Verlengtafel (bergruimte accessoires) Ontgrendelingsknop naaldplaat Start/stoptoets Achteruitnaaitoets Automatische afhechttoets Naaldkeuzetoets omhoog/omlaag...
  • Pagina 6: Standaard Accessoires

    Standaard accessoires Zigzagvoet A (bevestigd op de machine) Rolzoomvoet D Ritsvoet E Transparante naaivoet F Blindzoomvoet G Overlockvoet M 1/4” naadvoet O Stopvoet PD-H Automatische knoopsgatvoet (in de accessoiresbergruimte) Automatische knoopsgatvoet R stofgeleider (in de accessoiresbergruimte) Boventransportvoet Quilt-/naaigeleider (links of rechts te gebruiken) Knoop-aannaaivoet T Quilt-/naaigeleider...
  • Pagina 7: Bergruimte Accessoires

    Bergruimte accessoires De accessoires kunnen gemakkelijk worden bewaard in het compartiment in de verlengtafel en het compartiment onder de bovenkap. Voor het bewaren van accessoires in het compartiment van de verlengtafel schuift u het deksel naar u toe om de accessoireopslag te openen.
  • Pagina 8: Voordat U Begint Met Naaien De Netvoeding Aansluiten

    VOORDAT U BEGINT MET NAAIEN De netvoeding aansluiten z Controleer eerst of de aan/uitschakelaar q uit is. x Steek de machinestekker q van het netsnoer in de machineaansluiting e. c Steek de stekker van het netsnoer r in het stopcontact t en schakel de aan/uitschakelaar q aan. q Aan/uitschakelaar w Machinestekker e Machineaansluiting...
  • Pagina 9: Functietoetsen

    Functietoetsen Start/stoptoets Druk op deze toets om de machine te starten en stoppen. De machine start langzaam gedurende de eerste paar steken, vervolgens naait de machine op de snelheid die is ingesteld door de snelheidsregelaar. De machine werkt langzaam zo lang als de toets wordt ingedrukt.
  • Pagina 10: Naaisnelheid Instellen

    Naaisnelheid instellen Snelheidsregelaar U kunt de maximum naaisnelheid beperken met de snelheidsregelaar naargelang uw naaibehoeften. Schuif de regelaar naar rechts om de naaisnelheid te verhogen. Schuif de regelaar naar links om de naaisnelheid te verlagen. Pedaal Door het pedaal in te drukken, kan de naaisnelheid worden geregeld.
  • Pagina 11: Functietoetsen

    Functietoetsen !5 Directe steekselectietoetsen (zie pagina 23) q LCD-scherm Het LCD-scherm toont de volgende informatie zodra de machine U kunt de steekpatronen van 01 , 04 , 11 , tot 23 direct wordt ingeschakeld: kiezen in mode 1 (modus directe patroonkeuze). Bij het bevestigen van de naaldplaat voor rechte steken kunt u w Steekpatroon de stikpatronen 01S o 04S...
  • Pagina 12: De Naaivoet Omhoog Of Omlaag Zetten

    De naaivoet omhoog of omlaag zetten De naaivoethendel zet de naaivoet omhoog en omlaag. q Naaivoethendel U kunt de naaivoet hoger dan de normale stand (omhoog) zetten. Zo kunt u de naaldplaat vervangen en kunt u dikke lagen stof onder de naaivoet plaatsen. w Extra hoge stand OPMERKING: Draai niet aan het handwiel en druk niet op de...
  • Pagina 13: De Naaivoetdruk Aanpassen

    De naaivoetdruk aanpassen De naaivoetdruk kan worden aangepast met de naaivoetdrukregelaar onder de bovenklep. De naaivoetdrukregelaar heeft 7 instelposities van 1 tot 7. Stel de instelmarkering op 5 voor normaal naaien. q Naaivoetdrukregelaar w Instelmarkering Verlaag de druk bij het naaien van dunne, synthetische stoffen en stretchstoffen.
  • Pagina 14: Draadspanning Afstellen

    Draadspanning afstellen Automatische draadspanning Stel voor algemeen naaien de draadspanning in op AUTO, dat een groot aantal naaisituaties omvat. q Draadspanningsknop Afgestelde draadspanning Voor het naaien van rechte steken bevinden zowel de naald als onderdraad zich in het midden van de stof. Voor het naaien van zigzagsteken bevindt de bovendraad zich iets aan de verkeerde kant van de stof.
  • Pagina 15: Vergrendelingstoets

    Vergrendelingstoets Druk op deze toets om de machine te vergrendelen bij het inrijgen van de machine, vervangen van de accessoires, enz. Om het gevaar van letsel te verminderen, worden alle knoppen en toetsen gedeactiveerd. Druk nogmaals op deze toets om de machine te ontgrendelen. De naaivoet verwisselen LET OP: Vergeet niet op de vergrendelingstoets te drukken om de...
  • Pagina 16: De Naaivoet Verwijderen En Bevestigen

    De naaivoet verwijderen en bevestigen LET OP: Vergeet niet op de vergrendelingstoets te drukken om de machine te vergrendelen of de aan/uitschakelaar uit te schakelen alvorens de naaivoet te vervangen. De naaivoethouder verwijderen Zet de naaivoet omhoog en draai de stelschroef los. Verwijder de naaivoethouder.
  • Pagina 17: De Naaldplaat Vervangen

    De naaldplaat vervangen Gebruik de naaldplaat voor de rechte steek bij het naaien van dunne stoffen of bij het naaien met het ingebouwde boventransport. LET OP: Vergeet niet op de vergrendelingstoets te drukken om de machine te vergrendelen of de aan/uitschakelaar uit te schakelen alvorens de naaldplaat te vervangen.
  • Pagina 18: Naalden Verwisselen

    Naalden verwisselen LET OP: Vergeet niet op de vergrendelingstoets te drukken om de machine te vergrendelen of om de aan/uitschakelaar uit te schakelen alvorens de naald te vervangen. Zet de naald omhoog door op de naaldkeuzetoets omhoog/ omlaag te drukken en zet de naaivoet omlaag. Zet de aan/uitschakelaar uit.
  • Pagina 19: De Spoel Opwinden

    Spoelhuisdeksel Til de spoel uit de spoelhouder. Spoel OPMERKING: Gebruik de plastic spoelen van Janome voor een horizontaal spoelhuis (gemarkeerd met “J” r). Gebruik van andere spoelen, zoals papieren spoelen die al omwikkeld zijn, kunnen naaiproblemen en/of schade aan de spoelhouder veroorzaken.
  • Pagina 20: Spoelteken

    De spoel opwinden OPMERKING: Stel de snelheidsregelaar in op de snelste stand (zie pagina z Trek het garen van de klos. Trek de draad naar links en naar voren om de draadgeleider. q Geleidersleuf x Trek de draad naar links en naar voren om de draadgeleider w.
  • Pagina 21 Spoel plaatsen z Druk op de blokkeertoets. Plaats de spoel in het spoelhuis met de draad tegen de klok in aflopend. q Vergrendelingstoets w Einde van de draad e Spoelhouder r Spoelhuisdeksel x Houd de spoel met vingertoppen vast zodat deze niet ronddraait.
  • Pagina 22: De Machine Inrijgen

    De machine inrijgen Zet de naaivoethendel omhoog. Zet de aan/uitschakelaar aan. Druk op de naaldkeuzetoets omhoog/omlaag om de draadhefboom in de hoogste positie te zetten. Druk op de vergrendelingstoets of zet de aan/uitschakelaar uit. Leid de draad in de volgorde van z tot m. LET OP: Vergeet niet op de vergrendelingstoets te drukken om de machine te vergrendelen of om de aan/uitschakelaar uit te...
  • Pagina 23: Ingebouwde Draadinrijger

    Ingebouwde draadinrijger OPMERKINGEN: * De draadinrijger kan worden gebruikt met naald #11 tot #16. Draaddikte 50 tot 90 wordt aanbevolen. * De draadinrijger kan niet worden gebruikt met de tweelingnaald. LET OP: Vergeet niet op de vergrendelingstoets te drukken om de machine te vergrendelen of de hoofdschakelaar uit te schakelen alvorens de ingebouwde draadinrijger te gebruiken.
  • Pagina 24: De Spoeldraad Ophalen

    De spoeldraad ophalen Na het gebruik van de automatische draadafsnijder of het trekken van draden over de spoelhouder kunt u beginnen met naaien zonder de onderdraad op te halen. U dient echter de onderdraad op te halen wanneer u rimpelsteken steken naait, enz. Verwijder de spoel.
  • Pagina 25: De Patronen Selecteren

    De patronen selecteren Modus 1 – 6 Om steekpatronen in modus 1–6, te kiezen, drukt u eerst de modustoets q in om de gewenste modus te selecteren. Telkens wanneer u op de modustoets drukt, verandert het cijfer w aan de linkerkant van het scherm, en wordt de modus als volgt gewijzigd: Modus 1: Nuttige en decoratieve steekpatronen Modus 2: Decoratieve steekpatronen...
  • Pagina 26: Machine-Instellingen Aanpassen

    Machine-instellingen aanpassen U kunt de machine-instellingen naar wens aanpassen. Druk op de SET-toets q en het LCD-scherm toont de modus machine-instellingen. Druk op de modustoets w om de gewenste instelling te selecteren. In deze modus kunt u de volgende machinefuncties instellen. e Geluidsinstelling zoemer r Instelling stoppositie van de naald t Instelling startsnelheid...
  • Pagina 27 Instelling stoppositie van de naald De machine stopt altijd met de naald in de omlaagpositie, behalve bij het naaien van knoopsgaten, speciale steken, monogrammen, enz. U kunt echter de stoppositie van de naald op omhoog of omlaag instellen. Activeer de instelmodus. Druk de modustoets in om de instelling naaldpositie omhoog/omlaag te activeren.
  • Pagina 28 Kalibratie functietoetsen Als de functietoetsen niet goed zijn uitgelijnd, moet de toetspositie als volgt worden gekalibreerd. z Ga naar de instelmodus. Druk 4 keer op de modustoets om de toetspositie voor het kalibreren in te voeren. x Druk op de start-/stopknop q. (t3) (t5) (t4)
  • Pagina 29: Traditioneel Naaien Rechte Steek

    TRADITIONEEL NAAIEN Rechte steek Machine-instellingen q Patroon: Modus 1: 01, 01S w Draadspanning: AUTO e Naaivoet: Zigzagvoet A of Boventransportvoet r Naaivoetdruk: Beginnen met naaien Zet de naaivoet omhoog en plaats de stof naast de naadgeleider op de naaldplaat. Zet de naald omlaag bij het punt waar u wilt beginnen.
  • Pagina 30: Draden Afknippen

    Draden afknippen Druk op de draadafsnijtoets om de draden af te knippen nadat het naaien is voltooid. De naaldstang gaat automatisch omhoog na het afknippen van de draden. q Draadafsnijtoets OPMERKINGEN: De draadafsnijtoets werkt niet wanneer de naaivoet omhoog is. Gebruik de draadafsnijder op het frontkapje om speciale of dikke draden af te knippen als de automatisch draadafsnijder niet goed werkt.
  • Pagina 31: De Naaldpositie Aanpassen

    De naaldpositie aanpassen De naaldpositie van de rechte steken kan worden aangepast door op de aanpassingstoets voor de steekbreedte te drukken. De naaldpositie kan voor de volgende rechte steken worden aangepast: Modus 1: Modus 2: Druk op het “ ” teken op de steekbreedtetoets om de naaldstang naar rechts te verplaatsen.
  • Pagina 32: Rechtstiknaaldplaat

    Rechtstiknaaldplaat De patronen 01-08 (modus 1) kunnen met de naaldplaat voor rechte steken worden genaaid. Modus 1: Vervang de naaldplaat door de naaldplaat voor rechte steken (zie pagina 15). Een “S”-aanduiding verschijnt aan het einde van het patroonnummer wanneer de naaldplaat voor rechte steken is bevestigd.
  • Pagina 33: Rechte Steek Met Linkernaaldpositie

    Rechte steek met linkernaaldpositie Machine-instellingen q Patroon: Modus 1: 04, 04S w Draadspanning: AUTO e Naaivoet: Zigzagvoet A of Boventransportvoet r Naaivoetdruk: Gebruik deze steek om de rand van stoffen te naaien. Drievoudige stretchsteek Machine-instellingen q Patroon: Modus 1: 09 w Draadspanning: AUTO e Naaivoet:...
  • Pagina 34: Naaien Met De Dubbele Invoervoet (Boventransportvoet)

    Naaien met de dubbele invoervoet (boventransportvoet) Machine-instellingen q Patroon: Modus 1: 01-13 w Draadspanning: AUTO e Naaivoet: Boventransportvoet r Naaivoetdruk: LET UP: Vergeet niet op de vergrendelingstoets te drukken om de machine te vergrendelen of de aan/uitschakelaar uit te schakelen alvorens de naaivoet te vervangen. De Boventransportvoet is een speciale naaivoet voor lastig door te voeren materialen.
  • Pagina 35: Rits Inzetten

    Rits inzetten Machine-instellingen q Patroon: Modus 1: 01 w Draadspanning: AUTO e Naaivoet: Ritsvoet E Zigzagvoet A r Naaivoetdruk: OPMERKING: De naaldpositie moet worden aangepast bij het naaien met de ritsvoet E. Stofvoorbereiding Voeg 1 cm (3/8”) aan de ritsgrootte toe. Dit is de totale grootte van de ritsopening.
  • Pagina 36 Naaien z Vouw de linker naadtoeslag om. Vouw de rechter naadtoeslag er onder om een marge van 0,2 tot 0,3 cm (1/8”) te creëren. Plaats de ritstanden naast de vouw en speld vast Zet de steeklengte en draadspanning terug naar de oorspronkelijke instelling.
  • Pagina 37 v Sluit de rits en vouw de stof open met de goede kant naar boven gericht. Bevestig de zigzagvoet A. Stel de steeklengte in op 5,0, steekbreedte op 4,5 (standaardwaarde) en draadspanningsknop op 1. Rijg de opengevouwen stof en ritsband aaneen. i Rijgen o Ritsband b Bevestig de ritsvoet E.
  • Pagina 38: Rolzoom

    Rolzoom Machine-instellingen q Patroon: Modus 1: 01 w Draadspanning: AUTO e Naaivoet: Rolzoomvoet D r Naaivoetdruk: Naaien z Vouw de stofrand twee keer om, 6 cm (2 - 3/8”) lang en 0,3 cm (1/8”) breed. q 6 cm (2 - 3/8”) w 0,3 cm (1/8”) x Plaats de stof op één lijn met de rand van de zoom met de geleider op de naaivoet.
  • Pagina 39: Plooien Maken

    Plooien maken Machine-instellingen q Patroon: Modus 1: 01 w Draadspanning: e Naaivoet: Zigzagvoet A r Naaivoetdruk: Verlaag de draadspanning op “1” en verhoog de steeklengte 0.6 cm naar 5.0. OPMERKING: Trek de onderdraad omhoog en trek een stuk draad van 10 cm (4”) naar de achterkant alvorens u begint met naaien.
  • Pagina 40: Zigzagsteek

    Zigzagsteek Machine-instellingen q Patroon: Modus 1: 11, 12 w Draadspanning: AUTO e Naaivoet: Zigzagvoet A of Dubbele invoervoet r Naaivoetdruk: De zigzagsteek is geschikt voor verschillende naaidoeleinden, inclusief overlocksteken. Het is geschikt voor de meeste weefsels. Een compacte zigzagsteek is tevens geschikt voor het maken van applicaties.
  • Pagina 41: Meervoudige Zigzagsteek (Tricotsteek)

    Meervoudige zigzagsteek (tricotsteek) Machine-instellingen q Patroon: Modus 1: 13 w Draadspanning: AUTO e Naaivoet: Zigzagvoet A of Dubbele invoervoet r Naaivoetdruk: Deze steek is geschikt voor het afwerken van onafgewerkte randen van synthetische en andere stretchstoffen die geneigd zijn te rimpelen. Naai langs de stofrand en zorg voor voldoende naadtoeslag.
  • Pagina 42: Breisteek

    Breisteek Machine-instellingen q Patroon: Modus 1: 15 w Draadspanning: AUTO e Naaivoet: Overlockvoet M r Naaivoetdruk: Deze steek wordt aanbevolen voor het naaien van bijvoorbeeld synthetische breistoffen en stretchvelours, omdat het over de grootste hoeveelheid elasticiteit en kracht beschikt. Plaats de stofrand naast de geleider van de naaivoet en begin vervolgens met naaien.
  • Pagina 43: Blindzomen

    Blindzomen Machine-instellingen q Patroon: Modus 1: 19, 20 w Draadspanning: AUTO e Naaivoet: Blindzoomvoet G r Naaivoetdruk: Selecteer patroon 19 voor geweven stoffen of patroon 20 voor elastische stoffen. De stof vouwen Vouw de stof om een zoom te maken zoals hieronder afgebeeld.
  • Pagina 44: De Rechte Steken In Patroonnummer 16 Langer Maken

    De naaldpositie wijzigen Druk op de steekbreedtetoets. Het LCD-scherm toont de afstand tussen de naaldpositie links en de geleider in millimeters r. Druk op het “ ” teken om de naald naar rechts te verplaatsen. Druk op het “ ” teken om de naald naar links te verplaatsen.
  • Pagina 45: Schulpsteek

    Schulpsteek Machine-instellingen q Patroon: Modus 1: 21 w Draadspanning: 6−8 e Naaivoet: Satijnsteekvoet F r Naaivoetdruk: Gebruik een lichtgewicht stof (bijvoorbeeld tricot). Vouw de stof volgens de afbeelding en stik op de vouw. Zorg dat de naald de gevouwen rand net mist om zo een schulprand te creëren.
  • Pagina 46: Rechte Knoopsgaten

    Rechte knoopsgaten Machine-instellingen q Patroon: Modus 1: 23 w Draadspanning: AUTO e Naaivoet: Automatische knoopsgatvoet R r Naaivoetdruk: De grootte van het knoopsgat wordt automatisch bepaald door de knoop achter in de automatische knoopsgatvoet R te plaatsen. De knoophouder van de naaivoet is geschikt voor knopen met een diameter van 1 cm (3/8”) tot 2,5 cm (1”).
  • Pagina 47 v Laat de persvoetje en trek de knoopsgathevel zover mogelijk omlaag. u Knoopsgathevel OPMERKING: Voorkom een opening tussen de schuif en voorste stopper, anders is het knoopsgat uit positie of zijn de linker- en rechterlengten ongelijk. i Geen opening o Beginpunt !0 Opening b Start met naaien terwijl de bovendraad lichtjes naar links wordt getrokken.
  • Pagina 48 n Het knoopsgat wordt automatisch gecreëerd in de aangeduide volgorde. Zodra het knoopsgat klaar is, stopt de machine automatisch met de naald in de omhoogpositie. Druk op de draadafsnijtoets en verwijder de stof. OPMERKING: Als u begint met naaien zonder de knoopsgathevel naar beneden te zetten, toont het LCD-scherm een waarschuwing en de stopt de machine na een paar steken.
  • Pagina 49 Handmatige instellingen De breedte van het knoopsgat kan worden aangepast door op de steekbreedtetoets te drukken. Druk op het “ ” teken op de steekbreedtetoets om de breedte van het knoopsgat te vergroten. Druk op het “ ” steekbreedtetoets om de breedte van het knoopsgat te verkleinen.
  • Pagina 50: De Automatische Knoopsgatvoet R Stofgeleider Gebruiken

    De automatische knoopsgatvoet R stofgeleider gebruiken De stofgeleider ondersteunt en houdt de stof vast en helpt bij het naaien van knoopsgaten over de zoom van dikke stoffen. z Plaats het lipje van de stofgeleider q in de sleuf w van de knoopsgatvoet.
  • Pagina 51: Afgeronde Knoopsgaten En Knoopsgaten Voor Dunne Stoffen

    Afgeronde knoopsgaten en knoopsgaten voor dunne stoffen Machine-instellingen q Patroon: Modus 1: 24, 25 w Draadspanning: AUTO e Naaivoet: Automatische knoopsgatvoet R r Naaivoetdruk: De naaiprocedure is hetzelfde als voor het rechte knoopsgat (zie pagina 44-46). De machine naait een knoopsgat in de afgebeelde volgorde. q Beginpunt OPMERKING: De breedte van het knoopsgat kan worden ingesteld op...
  • Pagina 52: Cordonknoopsgat

    Cordonknoopsgat Machine-instellingen q Patroon: Modus 1: 29 w Draadspanning: AUTO e Naaivoet: Automatische knoopsgatvoet R r Naaivoetdruk: Plaats de knoop op de knoophouder van het noopsgatvoet. Haak een vulkoord op de koordrichel aan de voorzijde van het voet. Breng de einden van het koord onder het voet door naar u toe. Breng de einden van het koord naar u toe en steek beide einden in de gleuven aan de achterkant van het voetje zodat ze goed vast zitten.
  • Pagina 53: Gepaspelleerd Knoopsgat

    Gepaspelleerd knoopsgat Machine-instellingen q Patroon: Modus 1: 32 w Draadspanning: AUTO e Naaivoet: Automatische knoopsgatvoet R r Naaivoetdruk: Een gepaspelleerd knoopsgat wordt gemaakt door een strook of lapje stof aan het knoopsgat te stikken. Gepaspelleerde knoopsgaten zijn met name geschikt voor op maat gemaakt kledingstukken, maar worden niet aanbevolen voor transparante of tere stoffen omdat het lapje stof kan doorschijnen.
  • Pagina 54 m Vouw het kledingstuk om, naai heen en terug naast de oorspronkelijke naad om de flapjes van het lapje stof vast te zetten. r Verkeerde kant van het kledingstuk t Heen en terug naaien , Vouw het uiteinde van de stof om en naai drie keer heen en terug over het driehoekige uiteinde.
  • Pagina 55: Knopen Aannaaien

    Knopen aannaaien Machine-instellingen q Patroon: Modus 1: 33 w Draadspanning: AUTO e Naaivoet: Knoop-aannaaivoet T r Naaivoetdruk: t Transporteur: Omlaag De knoop-aannaaivoet T bevestigen Steek de achterste pen op de naaivoet in de achterste groef van de naaivoethouder. q Achterste pen w Achterste groef Laat de naaivoetstang langzaam zakken terwijl u de naaivoet met uw vingers vasthoudt.
  • Pagina 56: Stopwerk

    Stopwerk Machine-instellingen q Patroon: Modus 1: 34 w Draadspanning: AUTO e Naaivoet: Automatische knoopsgatvoet R r Naaivoetdruk: z x c z Bevestig de automatische knoopsgatvoet R en trek de knoophouder helemaal uit. Plaats de stof onder de naaivoet en zet de naald omlaag bij het beginpunt.
  • Pagina 57 Om de gelijkmatigheid van stopwerksteken aan te passen U kunt de ongelijkmatigheid van stopwerksteken corrigeren door op de “ ” of “ ” toets van de aanpassingsknop voor de steeklengtetoets te drukken. Als de linkerhoek lager is dan de rechterhoek, druk op de “...
  • Pagina 58: Trenzen Naaien

    Trenzen naaien Machine-instellingen q Patroon: Modus 1: 35 w Draadspanning: AUTO e Naaivoet: Satijnsteekvoet F r Naaivoetdruk: Trenzen worden gebruikt voor het verstevigen van zakken, kruisnaden en riemlussen, daar waar extra stevigheid is vereist. Naaien Zet de naald omlaag bij het beginpunt. Zet de naaivoet omlaag en begin met naaien tot de machine automatisch stopt.
  • Pagina 59: Oogje

    Oogje Machine-instellingen q Patroon: Modus 1: 36 w Draadspanning: AUTO e Naaivoet: Satijnsteekvoet F r Naaivoetdruk: Het oogje wordt gebruikt voor riemgaten, enz. Naaien Naai totdat de machine automatisch stopt. Open het oogje met een stans of puntige schaar. q Beginpunt De vorm van een oogje aanpassen Corrigeer de vorm van het oogje als volgt: Als de opening van het oogje open is, druk op “...
  • Pagina 60: Decoratieve Steken Applicaties Maken

    DECORATIEVE STEKEN Applicaties maken – Machine-instellingen q Patroon: Modus 1: 37-44 w Draadspanning: AUTO e Naaivoet: Satijnsteekvoet F r Naaivoetdruk: Plaats een applicatie op de stof en rijg het op zijn plaats of gebruik zelfklevende vlieseline om de applicatie vast te maken. Leid de applicatiestof, zodat de naald naast de rand van de applicatie terechtkomt wanneer de naald naar rechts gaat.
  • Pagina 61: Franjes

    Franjes Machine-instellingen q Patroon: Modus 1: 37 w Draadspanning: AUTO e Naaivoet: Satijnsteekvoet F r Naaivoetdruk: Franjes geven een speciale look aan uw tafellinnen en sjaals. Kies een stevige, geweven stof zoals linnen waarvan de draden eenvoudig kunnen worden verwijderd. Knip de stof voorzichtig tot op de draad.
  • Pagina 62: Smokwerk

    x Naai langs de linkerkant, waarbij de stof wordt geleid zodat rechtersteken in de open ruimte vallen. Druk op de spiegeltoets na het voltooien van de linkerkant. Naai langs de andere kant (zie pagina 71 voor naaien in spiegelbeeld). q Spiegeltoets c Verwijder het garen of de stofdraden tussen het stikwerk.
  • Pagina 63: Fagotsteek

    Fagotsteek Machine-instellingen q Patroon: Modus 1: 54 w Draadspanning: AUTO e Naaivoet: Satijnsteekvoet F r Naaivoetdruk: * Steekpatronens (modus 1) (modus 2) kunnen eveneens worden gebruikt. Gebruik deze steek om twee stukken stof aan elkaar te naaien met een opengewerkt resultaat Vouw iedere stofrand 1,5 cm (5/8”) om en strijk het glad.
  • Pagina 64: Patchwork In Elkaar Zetten

    Patchwork in elkaar zetten Machine-instellingen q Patroon: Modus 1: 05, 06, 07, 05S-07S w Draadspanning: AUTO e Naaivoet: 1/4˝ naadvoet O of Zigzagvoet A of Boventransportvoet r Naaivoetdruk: OPMERKING: Gebruik de 1/4” naadvoet O voor steekpatroon 8 in modus 06, 06, 07, 06S en 07S in modus 1. Gebruik de zigzagvoet of dubbele invoervoet AD voor steekpatroon 05 en 05S.
  • Pagina 65: Quilten

    Quilten Machine-instellingen q Patroon: Modus 1: 01, 01S w Draadspanning: AUTO e Naaivoet: Pie A para zigzag o Boventransportvoet r Naaivoetdruk: t Quilt-/naaigeleider of Quilt-/naaigeleider (Boventransportvoet) De quilt-/naaigeleider bevestigen De quilt-/naaigeleider is handig bij het naaien van parallelle stiklijnen die op gelijke afstand liggen. Steek de quilt-/naaigeleider in de opening en schuif de quilt-/ naaigeleider naar de positie die overeenkomt met de gewenste afstand tussen de stiklijnen.
  • Pagina 66: Meanderen

    Meanderen Machine-instellingen q Patroon: Modus 2: 03 w Draadspanning: AUTO e Naaivoet: Satijnsteekvoet F r Naaivoetdruk: * Steekpatronen (modus 2) kunnen eveneens worden gebruikt. Een vooraf geprogrammeerde meandersteek is een snelle en eenvoudige methode voor het quilten van kleine delen. Plaats een quiltlaag en begin met naaien.
  • Pagina 67: Als Handwerk Uitziende Quilt-Steken

    Als handwerk uitziende quilt-steken Machine-instellingen q Patroon: Modus 2: 35, 36 w Draadspanning: 6–8 e Naaivoet: Satijnsteekvoet F r Naaivoetdruk: Patronen 35 en 36 em modus 2 zijn speciale steken voor quilten, die er uit zien als met de hand genaaide steken. Gebruik een transparante nylondraad voor de naald en gewoon naaigaren voor het spoeltje.
  • Pagina 68: Naaien Met Tweelingnaald

    Naaien met tweelingnaald De nuttige steken en decoratieve steken aan de linkerkant Modus 1 kunnen met een tweelingnaald worden genaaid. Verwissel de naald voor de tweelingnaald, die is meegeleverd met de standaard accessoires. LET OP: Zet de aan/uitschakelaar aan of druk op de vergrendelingstoets alvorens de naald te verwisselen.
  • Pagina 69 OPMERKINGEN: • Test eerst de steken wanneer u patronen met de tweelingnaald naait, alvorens u op het kledingstuk naait. • Gebruik de zigzagvoet A of de transparante naaivoet F voor het naaien met een tweelingnaald. • Zet de naald en naaivoet omhoog bij het veranderen van de naairichting en draai vervolgens de stof.
  • Pagina 70: Een Patrooncombinatie Programmeren Patrooncombinatie

    EEN PATROONCOMBINATIE PROGRAMMEREN Patrooncombinatie Voorbeeld: Patronen 73 en 75 (modus 1) programmeren. OPMERKING: * Patronen in de verschillende groepen, letters en cijfers kunnen eveneens worden geprogrammeerd. * Controleer de draadspanning door op proef te naaien. Handmatige aanpassing kan vereist zijn bij het naaien van een patrooncombinatie.
  • Pagina 71: Automatische Afhechtsteek Programmeren

    Automatische afhechtsteek programmeren Voorbeeld: Patroon 70 (modus 1) en automatische afhechtsteek programmeren. De machine naait het patroon, de automatische afhechtsteek en stopt automatisch. z Selecteer patroon 70 (modus 1). x Druk op de geheugentoets. c Selecteer patroon “L.S” (patroon 93 (modus 1). q Automatisch afhechtsymbool v Begin met naaien.
  • Pagina 72: Automatische Draadafsnijder Programmeren

    Automatische draadafsnijder programmeren Druk op de automatische draadafsnijdertoets na het programmeren van de patrooncombinatie om de draden automatisch af te knippen na het naaien van de patrooncombinatie. Het draadafsnijdersymbool wordt op het LCD-scherm aangeduid en het lampje op de draadafsnijtoets gaat aan. q Draadafsnijsymbool z Selecteer patroon 73 (modus 1).
  • Pagina 73: Patrooncombinatie Met Een Spiegelbeeld

    Patrooncombinatie met een spiegelbeeld Voorbeeld: Patroon 73 (modus 1) en bijbehorend spiegelbeeld z Selecteer patroon 73 (modus 1). x Druk op de geheugentoets. c Selecteer opnieuw patroon 73 (modus 1). Druk op de spiegeltoets om het patroon om te draaien. Het spiegelteken verschijnt op het lcd-scherm q Symbool spiegelen v Druk op de geheugentoets.
  • Pagina 74: Een Patroon Vanaf Het Begin Hervatten

    Een patroon vanaf het begin hervatten Als u midden in een patroon moet stoppen met naaien en het opnieuw wilt naaien, druk dan op de herstartentoets om het patroon vanaf het begin te naaien. Voorbeeld: Patroon 70 (modus 1) z Selecteer patroon 70 (modus 1). Begin met naaien. x Het naaien is gestopt.
  • Pagina 75: Sprongsteken

    Sprongsteken Patroonnummers 37 tot 41 (modus 2) zijn sprongsteken, die worden gebruikt om rechte steken in te voegen na een patroon. OPMERKING: Las puntadas de puente número 39 y 41 (modus 2) no pueden seleccionarse individualmente. Introduzca las puntadas de puente después de un patrón de puntada.
  • Pagina 76 Gebruik patroon 92 (modus 1 of 2) als u een ruimte tussen de patronen wilt invoegen. w Blanco ruimte...
  • Pagina 77: Monogrammen Naaien

    Monogrammen naaien Een letterstijl selecteren In modus 3, 4, 5 tot 6, kun je tekst programmeren door het nummer van een alfabet in te voeren. Modus 3: Alfabetten/cijfers/symbolen Modus 4: Europese letters met accent Modus 5: Cyrillische letters Modus 6: 9 mm monogram (alleen hoofdletters en nummers) Een monogram programmeren Voorbeeld: “R&B”...
  • Pagina 78 Tussenruimte Selecteer patroon 97, 98 of 99 in modus 3, 4, 5 of 6 om de tussenruimte voor monogrammen aan te geven q Patroon 97: Kleine tussenruimte (2.5 mm) w Patroon 98: Gemiddelde tussenruimte (3.5 mm) e Patroon 99: Grote tussenruimte (5.0 mm) Monogramformaat De steekbreedte van monogrammen geeft niet de werkelijke grootte van de tekens weer.
  • Pagina 79: Een Patrooncombinatie Bewerken

    Een patrooncombinatie bewerken Een lange combinatie bekijken Het LCD-scherm toont slechts tot maximaal een patroon per keer. Als de gehele combinatie niet wordt weergegeven, druk dan op bewerkentoets om de rest van de combinatie te bekijken. Druk op de pijl naar rechts “ ”...
  • Pagina 80: De Patronen Verwijderen En Invoegen

    De patronen verwijderen en invoegen Voorbeeld: Patroon “B” verwijderen en “W” van “ABC” invoegen. z Druk op de cursortoets om de cursor onder patroon “B” te plaatsen. x Druk op de wistoets. Patroon “B” wordt verwijderd. c Voer “W” in. Patroon “W” wordt tussen “A” en “C” ingevoegd. v Druk op de geheugentoets om de nieuwe patrooncombinatie in het geheugen op te slaan.
  • Pagina 81: Uniforme Steekaanpassing

    Uniforme steekaanpassing De steekbreedte en -lengte van de geprogrammeerde patronen kunnen uniform worden aangepast. Voorbeeld: De steekbreedte van het geprogrammeerde patroon 50 (modus 2) aan het bijbehorende spiegelbeeld aanpassen Verplaats de cursor naar de rechterkant van het laatst geprogrammeerde patroon. Druk op de steekbreedtetoets om de steekbreedte aan te passen.
  • Pagina 82: Individuele Steekaanpassing

    Individuele steekaanpassing De steekbreedte en -lengte kunnen voor elk patroon in een geprogrammeerde combinatie individueel worden aangepast. Voorbeeld:De steekbreedte wijzigen van één patroon in de combinatie z Selecteer patroon 70 (modus 1). Druk op de geheugentoets. x Druk opnieuw op de geheugentoets. c Druk op de cursortoets om de cursor onder het tweede patroon te plaatsen.
  • Pagina 83: Vervormde Steekpatronen Corrigeren

    Vervormde steekpatronen corrigeren De naairesultaten van de patronen kunnen variëren naargelang de naaiomstandigheden, zoals naaisnelheid, stofsoort, aantal lagen, enz. Naai altijd een proefstukje van de stof die u wilt gebruiken. Corrigeer vervormde stretchsteekpatronen, monogrammen of het stretschknoopsgat met de steekbalansknop. Stel de steekbalansknop in de neutrale stand voor normaal naaien.
  • Pagina 84: Verzorging En Onderhoud

    VERZORGING EN ONDERHOUD WAARSCHUWING: Zet voor het reinigen de aan/uitschakelaar uit en haal de stekker van de machine uit het stopcontact. Het spoelhuis reinigen Reinig het spoelhuis ten minste één keer per maand. Verwijder de naaldplaat (zie pagina 15). Zet de aan/uitschakelaar uit en haal de stekker van de machine uit het stopcontact.
  • Pagina 85: De Binnenkant Van De Draadgeleider Reinigen

    De binnenkant van de draadgeleider reinigen Reinig de binnenkant van de draadgeleiderplaat onder de bovenklep ten minste één keer per maand. z Verwijder de bovendraad en verwijder de draadgeleiderplaat door deze omhoog te trekken. q Draadgeleiderplaat x Verwijder vuil en stof van de borstel aan de onderkant van de draadgeleiderplaat met het borsteltje.
  • Pagina 86: Problemen En Waarschuwingssignalen

    Problemen en waarschuwingssignalen Als een zoemer klinkt en het LCD-scherm panel toont een waarschuwingssymbool, volg dan de onderstaande aanwijzingen. Waarschuwingssymbool Oorzaak Probeer dit 1. De start/stoptoets wordt ingedrukt terwijl het pedaal is Ontkoppel het pedaal. aangesloten. 2. Het pedaal is niet aangesloten. Neem contact op met de winkel (Het icoontje van het pedaal blijft knipperen.) waar u de machine heeft...
  • Pagina 87: Geluidssignaal De Zoemer Weerklinkt: Pip

    Waarschuwingssymbool Oorzaak Probeer dit De spiegeltoets is ingedrukt terwijl een patroon werd Selecteer een patroon dat kan   geselecteerd dat niet kan worden omgedraaid. worden gespiegeld. De machine werkt niet naar behoren door een probleem in het Neem contact op met de (E1-E7) besturingscircuit.
  • Pagina 88: Problemen Oplossen

    Problemen oplossen Toestand Oorzaak Referentie De bovendraad 1. De bovendraad is niet goed ingeregen. Pagina 20 breekt af 2. De spanning van de bovendraad is te hoog. Pagina 12 3. De naald is verbogen of stomp. Pagina 16 4. De naald is niet goed geplaatst. Pagina 16 5.
  • Pagina 92 863-800-041 (DU)

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Skyline s3

Inhoudsopgave