niet vallen en stel deze niet bloot
aan sterke schokken.
Zorg dat u de laadkabel of laadstek-
ker niet opbergt op locaties met
scherpe voorwerpen zoals spijkers.
Ga niet op de laadkabel of laadstek-
ker staan en plaats er geen voor-
werpen op.
Laat de laadkabel of laadstekker
niet achter in de buurt van een ver-
warming of andere warmtebron.
Breng geen wijzigingen aan in de
laadkabel of laadstekker.
Parkeer de machine zorgvuldig zo-
dat de laadkabel niet per ongeluk
bekneld kan raken, iemand op de
laadkabel kan gaan staan of aan de
laadkabel kan worden getrokken.
Zorg ook dat de machine niet kan
worden omgegooid waardoor de
laadkabel of laadstekker wordt uit-
gerekt of beschadigd raakt.
Trek niet aan de laadkabel om de
laadstekker uit het stopcontact te
halen. Trek alleen aan de laadstek-
ker.
Opladen starten
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Draai de sleutel naar "OFF".
3. Open het zadel. (Zie pagina 4-11 voor
meer informatie.)
4. Pak de laadstekker vast en wikkel de
laadkabel van de opbergruimte af zo-
als aangegeven.
6-4
ACCU OPLADEN
1
1. Laadstekker
2. Laadkabel
5. Plaats de laadkabel in een van de
groeven. LET OP: De laadkabel kan
beschadigd raken als u deze niet in
de groef plaatst voordat u het zadel
sluit.
[DCA17460]
1
1. Groef
6. Sluit het zadel en duw het aan de ach-
2
2
3
4
5
6
7
8
9