FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
1
2
3
OPMERKING
4
Zorg dat u het veiligheidsnummer no-
teert en op een veilige plaats bewaart.
5
Als u op knop 3 "SELECT" drukt, wordt
het display geschakeld tussen "OK" en
"NG".
6
Als
u
het
geregistreerde
heidsnummer wilt wijzigen, schakelt u
7
het display naar "NG" door op knop 3
"SELECT" en vervolgens op knop 2
"SET" te drukken. Herhaal de proce-
8
dure vanaf stap 5.
9
Veiligheidsslot vergrendelen en ont-
grendelen
Veiligheidsslot vergrendelen
Houd knop 2 "SET" gedurende enkele se-
conden ingedrukt. Wanneer het veiligheids-
slot
is
vergrendeld,
veiligheidsslotindicator "
geven.
1. Veiligheidsslotindicator "
OPMERKING
Vergrendel het veiligheidsslot niet wanneer
veilig-
reparatie of onderhoud aan de machine
wordt uitgevoerd door een Yamaha-dealer.
Veiligheidsslot ontgrendelen
Druk op een van de knoppen om naar de
stand-bymodus te gaan en voer vervolgens
het veiligheidsnummer in. (Zie "Voorberei-
dingen voordat u wegrijdt" op pagina 7-1.)
wordt
de
LOCK" weerge-
1
LOCK"
4-10
Stuurschakelaars
1
2
1. Richtingaanwijzerschakelaar "
2. Claxonschakelaar "
"
Richtingaanwijzerschakelaar "
Druk deze schakelaar naar "
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar "
" om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richtin-
gaanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
Claxonschakelaar "
"
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU1234A
/
"
DAU12460
/
"
" om afslaan
DAU12500