• Om er voor te zorgen dat het koelmiddel gelijkmatig wordt ver-
deeld, kan het in totaal ongeveer 10 minuten duren voordat de
compressor begint te draaien nadat de unit in werking is gesteld.
Dit duidt niet op een defect.
<Over het bijvullen van koelmiddel>
• De koelmiddelvulaansluiting is aangesloten op de leidingen bin-
nen in de unit.
Bij het verlaten van de fabriek zijn de interne leidingen van de unit
reeds gevuld met koelmiddel, dus wees voorzichtig bij het aanslu-
iten van de vulslang.
• Let er op na het bijvullen van koelmiddel het deksel van de koelm-
iddelvulaansluiting te sluiten.
Het aantrekkoppel voor het deksel is 11,5 to 13,9 Nm.
• Zie [Gebruik van de afsluiter] in hoofdstuk 11-1 voor bijzonderhe-
den over de behandeling van de afsluiters.
• Wanneer het bijvullen van het koelmiddel voltooid is of wordt
onderbroken, de afsluiter van de koelmiddeltank onmiddellijk slu-
iten. Als de klep van de tank open blijft staan, is het mogelijk dat
de hoeveelheid koelmiddel die is bijgevuld niet meer correct is.
Door nog in het systeem resterende druk, kan er nog koelmiddel
bijkomen nadat het apparaat is gestopt.
<Over de werkingstest>
• Voer na de installatie een werkingstest uit. Anders zal de
storingscode "U3" verschijnen en is normaal functioneren
niet mogelijk.
De foutmelding van "Controle van verkeerd aangesloten bedrad-
ing" kan ook abnormaal functioneren veroorzaken. Verminderde
prestatie is mogelijk bij de foutmelding van "Beoordeling van de
leidinglengte".
• Voor elk koelmiddelleidingsysteem moet een werkingtest worden
uitgevoerd.
Controleren is onmogelijk als meerdere systemen tegelijk worden
gedaan.
• De afzonderlijke problemen van binnenunits kunnen niet worden
gecontroleerd.
Ga deze problemen na door het systeem te laten proefdraaien
nadat de werkingstest voltooid is. (Zie hoofdstuk 13)
• De werkingstest kan niet worden uitgevoerd in de warmteterug-
winningmodus of andere onderhoudsmodi.
<Over het bijvullen van extra koelmiddel>
• Als de afmetingen en lengte van de lokale leidingen vastliggen,
berekent u hoeveel koelmiddel nog moet worden bijgevuld via de
methode voor het berekenen van de extra bij te vullen hoeveel-
heid koelmiddel in de installatiehandleiding. Vul daarna bij in
overeenstemming met "6-5. Aansluitvoorbeeld". (De duur van de
werkingstest zal korter worden.)
Hoewel uit berekening zou moeten blijken dat er geen extra hoev-
eelheid moet worden bijgevuld, is bijvullen soms toch nodig,
afhankelijk van de installatieomstandigheden, enz.
• Als er wordt gewerkt met lange leidingen maar de diameter en
lengte van de lokale leidingen zijn niet bekend, wordt een indicatie
voor de bij te vullen hoeveelheid koelmiddel gegeven op de LED
van de buitenunit en (voor BRC1A52) op de afstandsbediening.
Zie daarvoor de lijst met aanduidingen van de afstandsbediening
bij "11-2 Procedure van koelmiddel bijvullen en systeem testen".
<Opmerkingen bij de werkingstest>
• Als de test wordt uitgevoerd binnen ongeveer 12 minuten nadat
de binnen-, BS- en buitenunits werden aangezet, zal H2P aan-
gaan en zal de compressor niet beginnen te werken.
Start de werking nadat de juiste indicatie werd aangegeven op de
LED volgens "Werkingstest".
• Voor systemen met meerdere buitenunits gebeurt de bediening
van de drukknoppen en de controle van de LED-indicaties bij de
masterunit.
De buitenunit waarop de draden naar de binnenunits zijn
aangesloten, is de masterunit.
• Het kan tot 10 minuten na het opstarten van het systeem duren
voordat de compressor begint te werken. Dit wijst niet op een
storing in het systeem, maar dient om de toestand van het koelm-
iddel gelijkmatig te regelen.
• Een binnenunit kan niet afzonderlijk worden gecontroleerd.
Controleer bij normale werking via de afstandsbediening na deze
werkingstest.
• Voer geen werkingstest uit wanneer er aan de binnenunits wordt
gewerkt.
Tijdens de werkingstest worden niet enkel buitenunits maar ook
binnenunits bediend.
Nederlands
• Sluit tijdens het werken alle buitenpanelen, behalve dat van de
elektrische aansluitingenkast.
• Het bijvullen na een werkingstest moet gebeuren wanneer de
buitentemperatuur 0°C of hoger is, en de binnentemperatuur
10°C of hoger is.
Als de buitentemperatuur te laag is, zakt de temperatuur van de
koelmiddeltank en kan het onmogelijk worden om bij te vullen.
Als de binnentemperatuur te laag is, kan dit resulteren in over-
matig bijvullen.
• Sluit de buitenpanelen behalve wanneer u de drukknoppen
gebruikt of de vulleiding installeert.
• Het geluid van de koelmiddelstroom, het aanslaan van de elektro-
magnetische kleppen, enz. kan soms luider zijn tijdens de werk-
ing.
1.
Zorg ervoor dat de volgende werkzaamheden voltooid zijn
overeenkomstig de installatiehandleiding.
Leidingenwerk
Bedradingswerk
Lektest
Vacuümdrogen
Installatiewerk voor binnenunit
2.
Bereken de "extra bij te vullen hoeveelheid" op basis van het vol-
gende.
extra bij te vullen
hoeveelheid
RQYQ8PY1B
0,0kg
RQYQ10PY1B
0,7kg
RQYQ12PY1B
2,1kg
RQYQ14PY1B
1,7kg
RQYQ16PY1B
2,0kg
RQYQ18PY1B
0,7kg
RQYQ20PY1B
2,1kg
RQYQ22PY1B
2,8kg
RQYQ24PY1B
4,2kg
RQYQ26PY1B
2,7kg
RQYQ28PY1B
4,1kg
RQYQ30PY1B
3,7kg
RQYQ32PY1B
4,0kg
RQYQ34PY1B
2,7kg
RQYQ36PY1B
4,1kg
RQYQ38PY1B
4,8kg
RQYQ40PY1B
6,2kg
RQYQ42PY1B
4,7kg
RQYQ44PY1B
6,1kg
RQYQ46PY1B
5,7kg
RQYQ48PY1B
6,0kg
3.
Open de afsluiter C (zie afbeelding 31. De afsluiters A, B en de
afsluiters van de vloeistof- en gaszijde moeten gesloten blijven)
en vul het koelmiddel van de "extra bij te vullen hoeveelheid" bij
via de onderhoudsaansluiting van de afsluiter aan de vloeistofz-
ijde.
Als de "extra bij te vullen hoeveelheid" volledig is bijgevuld, afslu-
iter C sluiten en doorgaan naar stap 4.
Als de "extra bij te vullen hoeveelheid" niet volledig is bijgevuld,
doorgaan naar stap 4.
(Zie afbeelding 31)
1. Meetinrichting
2. R410A tank (met sifon)
3. Vulslang
4. Afsluiter vloeistofzijde
5. Afsluiter gaszijde
6. Afsluitklep onderhoudsaansluiting
7. Afsluiter B
8. Afsluiter C
9. Afsluiter A
10. Buitenunit
11. Koelmiddelvulaansluiting
17