Inhoudsopgave
Advertenties
•
De transmissiebedrading moet worden bevestigd zoals bes-
chreven in "7-4 Aansluiten van de transmissiebedrading".
•
Zet de bedrading vast met klemmen zoals isolatieklembanden
om contact met de leidingen te voorkomen.
•
Vorm de bedrading zodanig dat onderdelen zoals het deksel
van de elektrische aansluitingenkast niet vervormd kunnen
raken. Sluit het deksel stevig.
7-3 Leiden van de bedrading
• Voer de voedingsbedrading en de aardingsbedrading naar buiten
via de voedingsbedradingopening aan de zijkanten, de voorzijde
(uitdrukopening) of het bodemframe (uitdrukopening).
• Leid de transmissiebedrading via de bedradingsopening (uit-
drukopening) in de voorzijde van het apparaat of via een leidin-
gopening.
(Zie afbeelding 20)
1. Elektrisch bedradingsschema
2. Op de achterzijde van het deksel van de elektrische
aansluitingenkast.
3. Voedingsbedrading, aardingsbedrading (in buizen)
4. (Wanneer de bedrading naar buiten geleid wordt via het
zijpaneel.)
5. Transmissiebedrading
6. Leidingopening
7. Buis
8. Voor voedingsbedrading en aardingsbedrading
9. Via deksel
10. Snijd voor gebruik de gearceerde delen af.
11. Braam
12. Uitdrukopening
13. Voor transmissiebedrading
Opmerking
• Open de uitdrukopeningen met een hamer of iets dergelijks.
• Na het uitkloppen van de openingen wordt het aanbevolen ruwe
gedeelten bij te werken en deze te verven met reparatieverf om
roestvorming te voorkomen.
• Bij het leiden van bedrading door de uitdrukopeningen, bramen
rondom de uitdrukopeningen verwijderen en de bedrading bes-
chermen met beschermingstape. (Zie afbeelding 20)
• Wanneer de mogelijkheid bestaat dat kleine dieren het systeem
binnendringen, alle openingen afdichten (gearceerde delen in
afbeelding 20) met materiaal (niet meegeleverd).
7-4 Aansluiten van de transmissiebedrading
• Zie afbeelding 21, 22 voor de aansluiting van de transmissiebe-
drading tussen de buitenunit en binnenunit, buitenunit en buite-
nunit van een ander systeem, buitenunit en buitenunit van
hetzelfde systeem (enkel multi-systeem) of naar de keuzeschake-
laar KOELEN/VERWARMEN.
(Zie afbeelding 21)
1. Aansluitvoorbeeld enkelvoudig systeem
2. Buitenunit
3. Keuzeschakelaar KOELEN / VERWARMEN
4. Naar buitenunit van een ander systeem
5. Paar de terminalsymbolen aan elkaar. (Heeft polariteit)
6. Gebruik duplexkabels
7. Binnenunit
8. De voedingsbedrading nooit aansluiten
(Zie afbeelding 22)
1. Aansluitvoorbeeld multi-systeem
2. Buitenunit A (Masterunit)
3. Buitenunit B (Subunit)
4. Keuzeschakelaar KOELEN / VERWARMEN
5. Naar binnenunit
6. Naar buitenunit van een ander systeem
• Alle transmissiebedrading moet ter plaatse worden betrokken.
Voor alle bedrading moet afgeschermde vinyldraad
2
0,75-1,25 mm
of kabel (duplex) gebruikt worden. (Triplex enkel
voor keuzeschakelaar KOELEN/VERWARMEN.)
• Transmissiebedrading (Over het symbool
21, 22) dient te gebeuren binnen de volgende beperkingen.
Als deze worden overschreden, kunnen er zich besturingsproble-
men voordoen.
12
• De transmissiebedrading binnen de elektrische aansluitingenkast
• Buiten de units moet de transmissiebedrading tegelijkertijd met
• Voor multi-systeem:
• Sluit de voedingsbedrading niet aan op de aansluitpunten voor de
• Bij het aansluiten van de bedrading op het aansluitpuntenblok op
~
, zie afbeelding
3
1
Tussen buitenunit en binnenunit
1
Tussen buitenunit en buitenunit van andere systemen
Max. lengte van bedrading
Max. totale lengte van bedrading
Max. aantal aftakkingen
Max. aantal buitenunits van andere systemen die
kunnen worden aangesloten
(Zie afbeelding 23)
1. Buitenunit
2. Binnenunit
3. Aftaklijn 1
4. Aftaklijn 2
5. Geen aftakking is toegestaan na aftakking
6. Hoofdlijn
7. Centrale afstandsbediening, enz.
8. Aftaklijn 3
9. Transmissiebedrading tussen buitenunit en binnenunit
10. Transmissiebedrading tussen buitenunit en buitenunit
Tussen buitenunit en buitenunit van hetzelfde systeem
2
(Enkel voor multisysteem)
Max. lengte van bedrading
Transmissiebedrading naar keuzeschakelaar KOELEN/VER-
2 3 3
WARMEN
Max. lengte van bedrading
moet bevestigd worden met de klem (1) zoals getoond in afbee-
lding 24.
(Zie afbeelding 24)
1. In de elektrische aansluitingenkast
2. Vastzetten aan de elektrische aansluitingenkast met de
bijgeleverde klem (1).
de plaatselijke koelmiddelleidingen afgewerkt worden en
omwikkeld worden met tape (niet meegeleverd) zoals getoond in
afbeelding 25.
(Zie afbeelding 25)
1. Vloeistofleiding
2. Gasleiding
3. Transmissiebedrading
4. Isolatiemateriaal
5. Afwerkingstape
1. De transmissiebedrading tussen buitenunits in hetzelfde leid-
ingsysteem moet worden aangesloten op aansluitpunten Q1
en Q2 (TO MULTI UNIT).
Wanneer de bedrading op de F1, F2 (TO OUT/D UNIT)
aansluitpunten wordt aangesloten, zal dit resulteren in een
defect.
2. Bedrading naar andere systemen moet aangesloten worden
op de aansluitpunten F1 en F2 (TO OUT/D UNIT) op de print-
kaart van de masterunit. De buitenunit met aangesloten trans-
missiebedrading naar de binnenunit is de masterunit. De
andere zijn subunits.
VOORZORGSMAATREGELEN
besturingsbedrading. Hierdoor wordt het gehele systeem onher-
stelbaar beschadigd.
de printkaart, kan de printkaart door te grote verhitting of te vast
aandraaien beschadigd worden. De bedrading voorzichtig beves-
tigen.
Zie onderstaande tabel voor het aantrekkoppel van de aansluit-
punten van de besturingsbedrading.
Schroefmaat
M3 ABC I/P
M3,5 (A1P)
: 1.000 m
: 2.000 m
: 16
[Opmerking]
Geen aftakking is
toegestaan na
aftakking (Zie
afbeelding 23)
: 10
: 30 m
: 500 m
Aantrekkoppel (N · m)
0,53 - 0,63
0,80 - 0,96
Nederlands
Advertenties
Inhoudsopgave
