6-2 Beveiliging tegen verontreiniging bij het
installeren van leidingen
Bescherm de leidingen om het binnendringen van vocht, stof
en vuil, enz. in de leidingen te voorkomen.
Plaats
Installatieperiode
Meer dan een maand
Buiten
Minder dan een maand Leiding dichtklemmen
Binnen
Ongeacht de periode
Opmerking
Wees speciaal voorzichtig om te voorkomen dat vuil of stof bin-
nendringt bij het duwen van leidingen door gaten in muren en bij
het naar buiten duwen van leidinguiteinden.
6-3 Aansluiten van de leidingen
•
Zorg ervoor dat u bij het solderen stikstofpermutatie of stik-
stofinblazing uitvoert. (Zie afbeelding 10)
Solderen zonder het uitvoeren van stikstofpermutatie of stik-
stofinblazing in de leidingen veroorzaakt grote hoeveelheden
oxidatiefilm in de leidingen dat afsluiters en compressoren in
het koelsysteem nadelig beïnvloedt en normaal functioneren
verhindert.
(Zie afbeelding 10)
1. Koelmiddel leidingen
2. Plaats van de soldeerverbinding
3. Stikstof
4. Tape
5. Handbedieningsventiel
6. Drukreduceerventiel
•
De drukregelaar voor de bij het solderen in te blazen stikstof
moet ingesteld worden op ongeveer 0,02 MPa (0,2 kg/cm
Voldoende voor het voelen van een lichte bries tegen uw
wang).
Opmerking
Gebruik geen anti-oxidanten bij het solderen van leidingkoppelin-
gen.
Leidingen kunnen door restanten verstopt raken waardoor appa-
ratuur defect kan raken.
6-4 De koelmiddelleidingen aansluiten
1.
Richting voor het naar buiten brengen van de leidingen
De lokale leidingen tussen de units kunnen aan de voorzijde of
aan de zijkanten aangesloten worden (via de bodem naar buiten
geleid worden), zoals getoond in afbeelding 11.
(Bij het naar buiten leiden via de bodem moet u de uitdrukopening
in het bodemframe gebruiken.)
(Zie afbeelding 11)
1. Aansluiting via linkerzijde
2. Aansluiting via voorzijde
3. Aansluiting via rechterzijde
Voorzorgsmaatregelen bij het uitboren van uitdrukopeningen
• Open een uitdrukopening in het basisframe door de 4 holten
eromheen met een 6 mm boor uit te boren. (Zie afbeelding 12)
(Zie afbeelding 12)
1. Uitdrukopening
2. Boor
3. Hol gedeelte
• Voorkom beschadiging van de behuizing.
• Na het uitkloppen van de openingen wordt het aanbevolen ruwe
gedeelten bij te werken en deze te verven met reparatieverf om
roestvorming te voorkomen.
• Bij het leiden van elektrische bedrading door de uitdrukopenin-
gen, de bedrading met een pijp of moffen beschermen om besch-
adiging van de bedrading te voorkomen.
2.
Verwijderen van dichtgeklemde leidingen
•
Wanneer u koelmiddelleidingen aansluit op een buitenunit,
moet u de dichtgeklemde leidingen verwijderen.
(Zie afbeelding 13)
•
Dichtgeklemde leidingen moeten worden verwijderd volgens
de procedure in afbeelding 13.
(Zie afbeelding 13)
1. Afsluiter (vloeistofzijde · gaszijde)
2. Onderhoudsaansluiting
3. Dichtgeklemde leiding
4. Procedure 1:
Kijk of de afsluiter gesloten is.
6
Beschermingsmethode
Leiding dichtklemmen
of met tape afplakken
Verwijder het gas en verwijder vervolgens de dichtgeklemde leidin-
gen.
Gas dat binnen achterblijft kan de dichtgeklemde leiding wegblazen
wanneer u de soldeerverbinding losmaakt en beschadiging vero-
orzaken.
3.
2
:
Het aansluitstuk aan de gasaanvoerzijde bewerken (2)
Aansluitstuk gaszijde (2)
5. Procedure 2:
Sluit een vulslang aan op de onderhoudsaansluiting van
de afsluiters van de vloeistof- en gaszijde en verwijder
het gas uit de dichtgeklemde leiding.
6. Procedure 3:
Na het verwijderen van het gas uit de dichtgeklemde
leiding, het soldeer met een brander oplossen en de
dichtgeklemde leiding verwijderen.
VOORZORGSMAATREGELEN
Aansluiten van de koelmiddelleidingen op de buitenunits
<In geval van enkelvoudig systeem: Q8~16 type>
(Zie afbeelding 14)
1. Bij aansluiting aan de voorzijde
2. Bij aansluiting aan zijkant (onderzijde)
3. Verwijder de afdekkap voor de afsluiter.
4. Open de uitdrukopening op het bodemframe en routeer
de leidingen onder het bodemframe.
5. Afsluiter gaszijde
6. Afsluiter vloeistofzijde
7. Koelmiddelvulaansluiting
8. Hardsoldeerverbinding
9. Aansluitstuk vloeistofzijde (1)
10. Aansluitstuk gaszijde (1)
11. Aansluitstuk gaszijde (2)
12. Aansluitstuk vloeistofzijde (2)
13. Uitdrukopening
14. Doorprik de uitdrukopening
15. Leidingen gaszijde (niet meegeleverd)
16. Leidingen vloeistofzijde (niet meegeleverd)
Allen bij aansluiting aan de zijkant, het aansluitstuk aan de gasaan-
voerzijde (2) afsnijden zoals in de onderstaande afbeelding.
Aansluitstuk
gaszijde (2)
Snijlocatie
Leidingen gaszijde
(niet meegeleverd)
Model
A
Q8 type
156
Q10 type
156
Q12 type
150
Q14 · 16 type
150
<In geval van een multi-systeem: RQYQ18~48PY1B>
(Zie afbeelding 15)
1. Bij aansluiting aan de voorzijde
2. Bij aansluiting aan zijkant (onderzijde)
3. Verwijder de afdekkap voor de afsluiter.
Ondergrond
(mm)
B
C
D
17
188
247
23
192
247
29
192
247
29
192
251
Nederlands