4.
HET APPARAAT CONTROLEREN EN
TRANSPORTEREN
• Controleer de verpakking bij aflevering. Neem, wanneer de ver-
pakking beschadigd is, meteen contact op met de vervoerder.
• Neem de volgende punten in acht wanneer u het apparaat verp-
laatst:
1.
Breekbaar, behandel het apparaat met zorg.
Houd het apparaat rechtop om beschadiging van de comp-
pressor te voorkomen.
2.
Bepaal de transportroute.
3.
Als een vorkheftruck wordt gebruikt, moeten de vorken in de
opening van de sleepschoen onder de unit worden gestopt.
(Zie afbeelding 5)
4.
Als de unit wordt opgehesen, een stoffen draagriem gebruiken
om beschadiging van de unit te voorkomen. Houd rekening met
de volgende punten en hang de unit op volgens de procedure
aangegeven in afbeelding 6.
•
Gebruik een draagriem die sterk genoeg is om het gewicht van
de unit te kunnen houden.
•
Gebruik 2 riemen van tenminste 8 m lang.
•
Plaats extra doeken of planken op de plaatsen waar de behu-
izing in contact komt met de draagriem om beschadiging te
voorkomen.
•
Hijs het apparaat op en zorg ervoor dat deze bij zijn
zwaartepunt wordt opgetild.
5.
Verwijder na installatie de transportgreep die aan de grote
openingen is bevestigd. (Zie afbeelding 6)
(Zie afbeelding 5)
1. Vorkheftruck
2. Haak
3. Opening sleepschoen
4. Transportbescherming (geel)
(Zie afbeelding 6)
1. Draagriem
2. Doek
3. Opening sleepschoen
Opmerking
Breng opvulmateriaal op de vork aan om te voorkomen dat de lak-
laag van het bodemframe beschadigd raakt om roestvorming te
voorkomen wanneer een unit die een anti-roestbehandeling heeft
ondergaan met een vorkheftruck vervoerd wordt.
5.
PLAATSEN VAN HET APPARAAT
• Zorg ervoor dat het apparaat geïnstalleerd wordt op een vol-
doende stabiele en stevige ondergrond om trillingen en lawaai te
voorkomen. (Zie afbeelding 7)
• De ondergrond moet rondom groter zijn dan de breedte van de
poten van de unit (66 mm), en moet in staat zijn om de unit te
ondersteunen. (Zie afbeelding 8)
Als beschermingsrubbers worden aangebracht, deze over de
gehele voorkant van de ondergrond aanbrengen.
• De ondergrond moet ten minste 150 mm boven de vloer zijn.
• Maak het apparaat aan zijn ondergrond vast met behulp van de
funderingsbouten. (Gebruik vier in de handel verkrijgbare funder-
ingsbouten, moeren en onderlegringen van het type M12.)
• De funderingsbouten moeten 20 mm ingesto-
ken worden.
(Zie afbeelding 7)
1. De unit kan niet worden ondersteund
met alleen onafhankelijke steun-
punten in de vier hoeken.
2, 3. Zorg dat u installeerd op een ondergrond die naar de
vier hoeken en het midden van de unit is gericht.
(Zie afbeelding 8)
1. Punt funderingsbout (φ15 dia. : 4 posities)
2. Diepte van product
3. Breedte van steunvoet
Model
Q8 · 10 · 12 type
Q14 · 16 type
Opmerking
• In het geval van een multi-systeem zijn er beperkingen voor wat
betreft de aansluitvolgorde van de koelmiddelleidingen tussen de
buitenunits.
Zie de Opmerking in "2-1 Combinatie" voor meer details.
Nederlands
• Bij installatie op een dak, erop letten dat het dak stevig genoeg is
• Zorg voor een goede afvoer van het gedeelte rondom het appa-
• Gebruik voor roestwering moeren met kunststof onderlegringen.
6.
Opmerking
• Alle leidingen die ter plaatse worden aangelegd, moeten door een
• Nadat het leidingwerk voltooid is, onder geen omstandigheden de
• Gebruik geen vloeimiddel bij het solderen van de koelmiddelleidin-
6-1 Keuze van het leidingmateriaal en de koelmid-
• Gebruik enkel leidingen die van binnen en van buiten schoon zijn
• Houd voor wat betreft de koelmiddelleidingen rekening met het
Ontlating
buitendiameter
kleinste dikte
* Bij buiging van 3×D of meer (D: Buitendiameter koelmiddelleiding)
Ontlating
buitendiameter
kleinste dikte
• Volg bij leidingwerkzaamheden de maximum toegestane lengte,
A
B
930
792
1240
1102
• Voor aftakkingen en verbinding van leidingen tussen buitenunits
en ervoor zorgen dat alle werkzaamheden waterdicht worden uit-
gevoerd.
raat door afvoergoten aan te brengen rondom de fundering.
Soms wordt er door de buitenunit tijdens het functioneren afvoer-
water naar buiten afgevoerd.
Als de verf op moerverbindingen loslaat, wordt de roestwerende
werking verminderd.
Kunsthars
onderlegringen
KOELMIDDELLEIDINGEN
gekwalificeerd koeltechnicus worden gemonteerd. Deze leidin-
gen moeten voldoen aan de ter plaatse geldende voorschriften.
afsluiter openen totdat "7. BEDRADING BUITEN HET APPA-
RAAT" en "10. CONTROLEREN VAN DE APPARATUUR EN DE
INSTALLATIEOMSTANDIGHEDEN" voltooid zijn.
gen. Gebruik fosfor-koper soldeermetaal (BCuP-2: JIS Z 3264/B-
Cu93P-710/795: ISO 3677) waarvoor geen vloeimiddel nodig is.
(Vloeimiddel is erg schadelijk voor koelmiddelleidingystemen.
Wanneer bijvoorbeeld een vloeimiddel op basis van chloride wordt
gebruikt zullen de leidingen corroderen en wanneer het vloeimid-
del fluor bevat zal de koelmiddelolie worden aangetast.)
delaftakkingset
en waarin zich geen schadelijke stoffen zoals zwaveloxidanten,
vuil, snijolieresten, vocht of andere verontreiniging heeft
verzameld. (Het aandeel vreemde bestanddelen in de leidingen
zoals olies voor fabricage moet 30 mg/10 m of minder zijn.)
volgende.
Materiaal: Naadloze fosfor-gedesoxideerde koperen leiding
Diameter: Zie "6-5 Aansluitvoorbeeld" om de juiste diameter
te bepalen.
Dikte: Kies een dikte voor de koelmiddelleiding die voldoet
aan de nationale en lokale wetgeving.
De Koelmiddelleiding (gasleiding en vloeistofleiding) en
koelmiddelaftakking moeten een ontwerpdruk van minstens
3,3 MPa hebben.
Als dit niet bevestigd kan worden, gebruik dan de koelmid-
delaftakkingset gekozen bij "6-5 Aansluitvoorbeeld".
Bestaande leidingen moeten een ontwerpdruk van minstens
3,3 MPa hebben.
Ga in het bijzonder na dat er geen roestvorming is en de dikte
van de leidingen niet kleiner is dan de kleinste dikte hieronder.
Ontlating (O type, 1/2H type) in de tabel geeft de materiaal-
typen aan die gespecificeerd worden in JIS H 3300.
(eenheid : mm)
O type
φ6,4
φ9,5 φ12,7 φ15,9
0,4*
0,5*
0,7*
φ19,1 φ22,2 φ25,4 φ28,6 φ31,8 φ34,9 φ38,1 φ41,3
0,6
0,6
0,7
hoogteverschil en lengte na een aftakking zoals aangegeven in
"6-5 Aansluitvoorbeeld".
(in geval van een multi-systeem) is een koelmiddelaftakkingset
(afzonderlijk verkocht) nodig.
Gebruik enkel die items die precies overeenstemmen met de
keuze-indicaties voor de koelmiddelaftakkingset in "6-5 Aanslu-
itvoorbeeld".
0,9*
(eenheid : mm)
1/2H type
0,8
0,9
1,0
1,1
1,1
5