2-3 Optionele accessoires
Voor het installeren van de buitenunits zijn ook de volgende optionele
onderdelen noodzakelijk. Zie "6-5 Aansluitvoorbeeld" voor het
selecteren van de optimale set.
• Koelmiddelaftakkingset
REFNET-
KHRP26M22H KHRP26M33H KHRP26M72H KHRP26M73H
verdeler
REFNET-
KHRP26A22T KHRP26A33T KHRP26A72T KHRP26A73T
verbinding
• Multiverbindingleidingenset voor buitenunit
Aantal aangesloten buitenunits
Naam set
• Leidingverloopstuk
Naam set
KHRP26M73TP KHRP26M73HP
Opmerking
Zorg ervoor dat alle afzonderlijk gekochte accessoires geschikt zijn
voor gebruik met R410A.
2-4 Technische en elektrische gegevens
Zie het Technische gegevens boekje voor de volledige lijst van tech-
nische gegevens.
2-5 Hoofdcomponenten
Zie het Technische gegevens boekje voor de hoofdcomponenten en
de functie van de hoofdcomponenten.
2-6 Installatieprocedure
De installatieprocedure wordt getoond in afbeelding 2. Voer de instal-
latie uit in de getoonde volgorde.
(Zie afbeelding 2)
1. "3. EEN LOCATIE KIEZEN"
2. "4. HET APPARAAT CONTROLEREN EN TRANSPOR-
TEREN"
3. "5. PLAATSEN VAN HET APPARAAT"
4. "6. KOELMIDDELLEIDINGEN"
5. "7. BEDRADING BUITEN HET APPARAAT"
6. "8. LEKTEST EN VACUUMDROGEN"
7. "9. LEIDINGISOLATIE"
8. "10. CONTROLEREN VAN DE APPARATUUR EN DE
INSTALLATIECONDITIES"
9. "11. EXTRA KOELMIDDEL BIJVULLEN EN SYSTEEM
TESTEN"
10. "13. PROEFDRAAIEN"
11. Handelingen waarvoor de voeding aan moet staan.
3.
EEN LOCATIE KIEZEN
Kies voor de installatie een locatie die aan de volgende voorwaarden
voldoet. Vraag toelating aan de klant.
1.
Er kan geen brandgevaar ontstaan als gevolg van lekkage van
ontbrandbare gassen.
2.
Monteer het apparaat op een zodanige plaats dat de luchtstroom
die door het apparaat wordt veroorzaakt (zowel aangezogen als
uitgeblazen lucht) en het geluid dat het apparaat produceert geen
overlast bezorgt.
3.
De fundering is sterk genoeg om het gewicht van het apparaat te
dragen en de vloer waarop het apparaat wordt gemonteerd is vlak
om trillingen en, als gevolg daarvan, geluidsoverlast te voorko-
men.
4.
De lengte van de leidingen tussen de binnenunit en de buitenunit
zijn niet langer dan de toegestane leidinglengte. (Zie
"6. KOELMIDDELLEIDINGEN")
5.
Locaties waar de luchtaanvoer- en luchtafvoeropening niet op de
wind gericht staan.
Wind die rechtstreeks in de luchtaanvoer- of luchtafvoeropening
geblazen wordt verhindert de werking van het apparaat.
Installeer indien nodig een soort van windscherm voor de wind af
te schermen.
6.
De ruimte rondom het apparaat moet voldoende zijn voor het
uitvoeren van onderhoud en de minimale ruimte voor luchtaan-
voer en luchtafvoer moet beschikbaar zijn.
(Zie de "Voorbeelden van installatieruimte" voor de minimale
ruimtevereisten.)
4
2 units
3 units
BHFP22P100
BHFP22P151
Voorbeelden van installatieruimte
• De vereiste installatieruimte zoals getoond in afbeelding 3 is een
referentie voor de koelingsfunctie wanneer de buitentemperatuur
35°C is.
Als de ontwerpbuitentemperatuur hoger is dan 35°C is of de
warmtebelasting overschrijdt de maximum capaciteit in alle buite-
nunits, een gelijkmatige grote tussenruimte aanhouden voor de
luchtaanvoer zoals getoond in afbeelding 3.
• Bij het inbouwen, de units installeren aan de hand van de meest
geschikte van de patronen aangegeven in afbeelding 3 voor de
plaats in kwestie en houd daarbij rekening met personenverkeer
en wind.
• Als het aantal units dat geïnstalleerd wordt meer is dan het aantal
aangegeven in het patroon in afbeelding 3, de units zodanig
installeren dat er geen kortsluitingen zijn.
• Voor wat betreft de ruimte aan de voorzijde van de unit, bij het
installeren van de units rekening houden met de benodigde
ruimte voor de lokale koelmiddelleidingen.
• Als de werkcondities in afbeelding 3 niet van toepassing zijn,
rechtstreeks contact opnemen met uw dealer of met Daikin.
(Zie afbeelding 3)
1. Voorzijde
2. Geen beperking voor muurhoogte
3. Onderhoudsruimte aan voorzijde
4. Onderhoudsruimte aan aanvoerzijde
Voor patronen 1 en 2 in afbeelding 3:
•
Muurhoogte voor voorzijde – niet hoger dan 1500 mm.
•
Muurhoogte voor aanvoerzijde – niet hoger dan 500 mm.
•
Muurhoogten voor zijkanten – geen limiet.
•
Als de hoogte bovenstaande afmetingen overschrijdt, h1 en h2
berekenen zoals getoond in onderstaande afbeelding en h1/2
aan de onderhoudsruimte van de voorzijde toevoegen en h2/2
aan de onderhoudsruimte van de aanvoerzijde toevoegen.
h1 = A (Werkelijke hoogte) – 1.500
h2 = B (Werkelijke hoogte) – 500
Opmerking
1.
Een inverter airconditioner kan elektronische ruis veroorza-
ken wanneer afgestemd wordt op een AM-zender. Kies met
zorg de plaats waar de airconditioner en de bekabeling moet
worden geïnstalleerd. Zorg dat de afstand tot stereoapparat-
uur, pc's enz. voldoende groot is.
In het bijzonder voor plaatsen met een zwakke ontvangst,
ervoor zorgen dat er een afstand is van tenminste 3 meter
voor binnenhuisafstandsbedieningen, de voedingsbedrad-
ing en transmissiebedrading in buizen plaatsen en de buizen
aarden.
(Zie afbeelding 4)
1. Binnenunit
2. Aftakschakelaar, overstroomonderbreker
3. Afstandsbediening
4. Keuzeschakelaar KOELEN / VERWARMEN
5. PC of radio
2.
Bij het installeren op plaatsen waar zware sneeuwval
voorkomt, de volgende maatregelen nemen voor sneeuwafs-
cherming.
• Zorg ervoor dat de standaard hoog genoeg is, zodat de
inlaten niet door sneeuw geblokkeerd kunnen worden.
• Verwijder de achterste luchtinlaatgrille om te voorkomen dat
sneeuw zich op de vinnen ophoopt.
3.
Als condenswater op een trap (of een stoep) zou kunnen
vallen, afhankelijk van de conditie van de vloer, een maatregel
nemen zoals de installatie van een centrale afvoerbakset
(afzonderlijk verkrijgbaar).
4.
Het koelmiddel R410A is op zichzelf niet giftig, niet brandbaar en
onschadelijk. Wanneer er echter koelmiddel uit een installatie
weglekt, kan de concentratie koelmiddel in de betreffende ruimte
de toegestane concentratie overschrijden (afhankelijk van de
grootte van de ruimte). Als gevolg hiervan kan het noodzakelijk
zijn om maatregelen te nemen tegen mogelijke lekkage. Zie
"14. LET OP BIJ KOELMIDDELLEKKAGE" voor details.
Nederlands