Naam en functie van elk onderdeel
Bedieningspaneel
1
2
Nummer
1
Toets [SCAN] (SCAN)
2
Toets [KOPIE] (COPY)
3
Toets [MENU] (MENU)
3
4.
toets[GEBR.
FUNCTIES] (USER FUNCTIONS)
5
Toets [INTERRUPT] (INTERRUPT)
4
6
Toets [TELLER] (COUNTER)
7
toets[SPAAR
STAND] (ENERGY SAVER)
8
Toets [AAN/UIT] POWER
5
9
Numerieke toetsen
10
Toets [FUNCTIE WISSEN]
(FUNCTION CLEAR)
6
11
Toets [STOP] (STOP)
12
Toets [START] (START)
13
HOOFD SCHAK. (MAIN POWER) LED Dit groene lampje brandt wanneer de hoofdschakelaar is
14
Toets [WISSEN] (CLEAR)
15
Alarmlamp
16
PRINT DATA-LED
1
22
21
NAAM:
Gebruik deze toets om de scanfunctie te kunnen gebruiken.
Gebruik deze toets om de kopieerfunctie te kunnen gebruiken.
Met deze toets kunt u vaak gebruikte templates weergeven.
Gebruik deze toets voor het papierformaat of het instellen
van de papiersoort voor de lade en het vastleggen van de
instellingen voor kopiëren, scannen en faxen, inclusief het
wijzigen van de standaardinstellingen.
Met deze toets kunt u de afdrukverwerking onderbreken en
een kopieeropdracht uitvoeren. De onderbroken opdracht kan
worden voortgezet door opnieuw op deze toets te drukken.
Met deze toets geeft u de teller weer.
Met deze toets zet u het multifunctionele systeem in de
energiebesparingsstand.
Gebruik deze toets om de de stroomvoorziening van
het multifunctionele systeem in of uit te schakelen
(uitschakelprocedure).
Met deze toetsen kunt u getallen, bijv. het aantal afdrukken,
telefoonnummers of wachtwoorden, instellen.
Wanneer u op deze toets drukt, worden alle geselecteerde
functies gewist en teruggezet naar de standaardinstellingen.
Als de standaardinstelling op het bedieningspaneel gewijzigd
wordt, en er vervolgens gekopieerd, gescand, gefaxt e.d.
wordt, dan knippert het lampje van deze toets (oranje).
Met deze toets kunt u een lopend scan- of kopieerproces
stoppen.
Met deze toets kunt u een scan-, kopieer- of faxproces starten.
ingeschakeld.
Met deze toets kunt u de ingetoetste aantallen, zoals het aantal
afdruksets, corrigeren.
Dit oranje lampje brandt wanneer een storing optreedt die
opgeheven moet worden.
Dit groene lampje brandt tijdens de ontvangst van gegevens
zoals afdrukgegevens.
2
3
4
5
6
20
19
18
17
16
15
Functie
- 18 -
7
8
9
10
11
12
14
13