PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA
WAARSCHUWING
• ALLE ONDERHOUD, REPARATIES EN AFSTELLINGEN MOETEN UITGEVOERD WORDEN VOLGENS
DE INSTRUCTIES IN DE 2000 CARRYALL 272 ONDERHOUDS- EN SERVICEHANDLEIDING.
OPMERKING
• INDIEN HET VOERTUIG VOORTDUREND ZWARE LADINGEN TRANSPORTEERT OF EEN AANHANGWA-
GEN TREKT, MOET DIT PREVENTIEVE ONDERHOUD VAKER WORDEN UITGEVOERD DAN VERMELD
IN HET PERIODIEKE ONDERHOUDSSCHEMA.
• ZOWEL HET PERIODIEKE ONDERHOUDSSCHEMA ALS HET PERIODIEKE SMEERSCHEMA MOETEN
WORDEN GEVOLGD OM HET VOERTUIG IN OPTIMALE BEDRIJFSCONDITIE TE HOUDEN.
PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA
VASTE INTERVAL
Maandelijks onderhoud
door eigenaar of
getrainde monteur.
Halfjaarlijks onderhoud,
uitsluitend door
getrainde monteur
(om de 50 uren gebruik).
Jaarlijks onderhoud, uit-
sluitend door getrainde
monteur (om de 100
uren gebruik).
Tweejaarlijks onder-
houd, uitsluitend door
getrainde monteur
(om de 200 uren
gebruik).
ONDERHOUD
Motor
Banden
Voertuig algemeen
Batterij
Uitlijning voorwielen en toespoor
Elektrische bedrading en
aansluitingen
Remsysteem
Motor
Luchtinlaatsysteem van de motor
Voertuig algemeen
Benzinefilters
Handleiding voor de eigenaar van een 2000 Carryall 272-voertuig 21
Controleer oliepeil motor. Vervang indien nodig. Zie smeer-
schema, pagina 22. Verwijder de gebruikte olie op
gepaste wijze.
Controleer de inlaat van de koellucht van de motor; reinig
indien nodig. Kijk of het niet afgedekte gedeelte rond de
motoruitlaat gras of vuil vertoont en maak het indien nodig
schoon.
Controleer de spanning en stel zo nodig bij. Zie Capaciteiten
voertuig, pagina 23.
Maak motorcompartiment en onderzijde voertuig schoon.
Was de motor niet wanneer hij warm is. Voer afvalwater op
gepaste wijze af.
Maak polen en behuizing schoon. Controleer het elektrolyt-
peil. Zie pagina 26.
Controleer en stel zo nodig bij. Zie Onderhouds- en Service-
handleiding.
Controleer op degelijke bevestiging en slijtage.
Controleer de hoofdcilinder, de wielcilinders, de remleidingen
en de remslangen op beschadiging of lekkage.
Controleer de parkeerremkabels op beschadiging. Vervang
indien nodig.
Controleer de remschoenen en -trommels. Vervang indien
nodig. Zie Onderhouds- en Servicehandleiding.
Controleer op lekken bij pakkingen, vulpluggen enz.
Inspecteer en reinig de bougie; stel de afstand bij. Vervang
indien nodig.
Controleer het luchtfilterelement. Reinig of vervang, indien
nodig. Verwijder gebruikt filterelement op gepaste wijze.
Controleer de goede bevestiging van de klemmen; controleer
de slang op barsten.
Controleer op losse hardware en draai vast indien nodig.
Vervang. Verwijder gebruikte filters op gepaste wijze.
Periodiek onderhoudsschema