3.8. Controlepunten na installatie van de power unit
De kantelhoeken voorwaarts en achterwaarts zijn tenminste 20° en
1
opzij tenminste 15°. (Voor meer informatie, kijk in "2.3. Functionele
voorwaarden".)
2
Er geen contact is tussen de power unit en het frame.
Er geen ruimte is tussen de klembeugel van de stop en de achterbuis
3
van het frame. (Modellen met vaste as)
Alle onderdelen zijn vast aangedraaid (controleer de installatie nog
4
eens).
De kabelboom en kabels zijn op een juiste manier gelegd. (De kabel-
boom och kabel liggen te los of zitten te strak. Controleer daarnaast
5
of de kabelboom en kabels niet bekneld of doorgesneden worden
wanneer de rolstoel wordt opgevouwen en open geklapt.)
De bandendruk is correct.
22" en 24" modellen: 450 kPa (65 PSI)
6
20" model: 420 kPa (60 PSI)
16" model: 345 kPa (50 PSI)
De parkeerremmen functioneren goed. (Voor meer informatie, kijk in
7
"2.3. Functionele voorwaarden".)
De begeleidersremmen functioneren goed en maken geen ab normaal
8
geluid.
9
De versnelling functioneert goed.
De rolstoel functioneert goed.met de besturing en de begeleiders-
10
bediening.
11
Er zijn geen abnormale geluiden of trillingen.
12
De wieldoppen zitten op hun plaats.
Naam inspecteur en datum
Punt
Contro-
leer
3
33