Warmtewisselaar
De warmtewisselaar wordt door een hoge-drukventilatorbrander verwarmd. Een
ventilator (1) zuigt de koele frisse lucht via de onderzijde van het apparaat aan en
drukt deze tussen de buitenmantel (2) en de binnenmantel (3) naar boven.
Daarbij wordt de frisse lucht voorverwarmd en de buitenmantel van de
warmtewisselaar gekoeld. De zo voorverwarmde lucht wordt door de
menginrichting (4) gedrukt. Hier wordt via een sproeikop (5) fijn vernevelde
brandstof ingespoten en met de lucht vermengd. De daaronder geplaatste
elektroden (6) ontsteken nu het brandstof-lucht-mengsel.
De vlam brandt van boven naar beneden, keert om en het hete gas stroomt langs
de verwarmingsslang (7) weer naar boven. In de verbrandingsgasruimte
verzamelen zich de verbrande gassen en gaan door de uitlaatpijp (8) naar buiten.
Het water wordt door de hoge-drukpomp door een warm-waterslang gepompt.
Hieromheen stroomt zoals beschreven het hete gas.
De brandstofpomp (9) zuigt de olie via een filter (10) aan en pompt dit naar de
injectiesproeier. De overtollige brandstofhoeveelheid stroomt onmiddellijk terug in
de tank. De oliedruk wordt aangegeven op de brandstofmanometer (11).
4
5
3
2
Beschrijving
8
6
7
10
11
9
1
5