Helderheid van de foto aanpassen
(belichtingscorrectie)
Met deze functie kunt u wijzigingen aanbrengen in de ingestelde belichting.
Belichtingscorrectie is mogelijk over een bereik van +2,0 tot -2,0 EV, in stappen van 1/3 EV.
1
Druk op [F.
• Het instelmenu voor de belichtingscorrectie wordt
weergegeven.
2
Druk op ^] om aanpassingen uit te voeren
en druk op i.
3
• Plus [+] verhoogt de helderheid, min [–] verlaagt de helderheid.
3
Maak uw opname.
TIPS
• Vaak worden heldere objecten (bijvoorbeeld sneeuw) donkerder afgebeeld dan de
natuurlijke kleuren. Door dergelijke objecten in positieve [+] zin te corrigeren worden ze in
natuurlijker kleurschakeringen afgebeeld. Om dezelfde redenen corrigeert u in negatieve
[–] zin als u donkere objecten fotografeert.
• In sommige situaties is het resultaat beter als de belichting die door de
camera ingesteld wordt, handmatig gecorrigeerd (aangepast) wordt.
Opmerking
• Gebruikt u de flitser, dan is het mogelijk dat de helderheid van het beeld (belichting) afwijkt
van de bedoelde helderheid.
• U kunt de belichting van een beeld niet corrigeren als de omgeving van het object
uitzonderlijk helder of donker is.
32
NL