Close-ups maken
(macro / supermacro)
&
Gebruiken bij het fotograferen van objecten op korte afstand (W: 20 cm tot 50 cm [0,7 ft.
tot 1,6 ft.] / T: 50 cm tot 90 cm [1,6 ft. tot 3,0 ft.]). Normaal gangbare foto's kunnen
genomen worden, maar de camera heeft meer tijd nodig om op objecten op grote
afstand scherp te stellen.
%
Deze functie gebruikt u bij het fotograferen van objecten op een afstand van slechts 2
cm / 0,8". De brandpuntsafstand van de zoomlens wordt automatisch vast ingesteld en
kan niet gewijzigd worden. De camera kan niet goed scherpstellen voor de normale
afstand bij het fotograferen.
Normale opname
1
Druk op o.
• Hiermee opent u het instelmenu voor macro-opnamen.
g"Gebruik van de directe knoppen" (Blz. 14)
2
Selecteer de stand macro en druk op i.
3
Maak uw opname.
Opmerking
• Gebruikt u de flitser om een macro-opname te maken, is het mogelijk dat de schaduwen
in het beeld duidelijker worden en dat het niet lukt de juiste belichting in te stellen.
• Tijdens het fotograferen in de supermacro-opname staan de zoom- en flitserfunctie niet ter
beschikking.
• In de stand o zijn de standen macro en supermacro niet beschikbaar.
Stand macro
Supermacro-opname
27
NL
3