Bracketing
Bracketing geeft automatisch kleine variaties op de instellingen, waarbij een serie van licht verschil-
lende opnamen ontstaat. Met welke instelling er wordt gevarieerd bepaalt u met Persoonlijke instel-
ling 13 (Auto bracketing;
zodat belichting en flitssterkte worden gevarieerd. Andere opties kunnen worden gebruikt om de
belichting of de flitssterkte separaat te variëren, of om bracketing van de witbalans uit te voeren.
1
Houd de
knop ingedrukt en draai aan de hoofdinstelschijf om het aantal opnamen voor de
bracketingserie te kiezen (twee of drie).
2
Druk op de
ting in te stellen, uit waarden tussen 0,3LW en 2,0LW.
De bracketingaanduiding begrijpen
Aantal opnamen
Bracketingprogramma's
Zie de Bijlage voor een lijst met bracketingprogramma's (
10—LW stapgrootte (
Met deze optie kunt u de stapgrootte van de belichtings- en flitsbracketing instellen op ½LW.
14—Auto BKT volgorde (
Deze optie kan worden gebruikt om de bracketingvolgorde te wijzigen.
56 Naslaginformatie: De standen P, S, A en M/Belichting
90). Hieronder wordt ervan uitgegaan dat AE & flits is geselecteerd,
knop en draai aan de secundaire instelschijf om de stapgrootte voor de bracke-
Voortgangsaanduiding Beschrijving
89)
91)
Gebruikte bedieningsorganen:
3 opnamen: ongewijzigd, negatief, positief
2 opnamen: ongewijzigd, positief
2 opnamen: ongewijzigd, negatief
140).
knop + instelschijven
Aantal opnamen
Voortgangsaanduiding
Stapgrootte bracketing