Handmatig scherpstellen
Voor objectieven die geen autofocus ondersteunen (Nikkor-objectieven
zonder AF) is handmatige scherpstelling beschikbaar. Handmatige
scherpstelling kan verder worden gebruikt als autofocus geen bevredi-
gende resultaten oplevert (
u de selectieknop van de scherpstelstand op M te zetten en aan de
scherpstelring van het objectief te draaien tot het beeld in de helder
matte cirkel in de zoeker scherp is. Er kan altijd worden gefotografeerd,
ook als het beeld niet scherp is.
Als u een objectief gebruikt met de mogelijkheid van A-M selectie, selecteert u M wanneer u handma-
tig scherpstelt. Wanneer u een objectief met M/A (autofocus met prioriteit voor handmatig) selectie
gebruikt, kan de scherpstelling handmatig worden bijgesteld met het objectief ingesteld op M of M/
A. Raadpleeg de documentatie die bij het objectief werd geleverd voor meer informatie.
De elektronische afstandsmeter
Als het objectief een grootste diafragma van f/5.6 of hoger heeft (lager f/-getal),
kunt u de scherpstelindicator in de zoeker gebruiken om te controleren of het
gedeelte van het onderwerp in het geselecteerde scherpstelveld scherp is. Plaats
uw onderwerp in het actieve scherpstelveld, druk de ontspanknop half in en draai
aan de scherpstelring van het objectief tot de aanduiding correcte scherpstelling
( ) verschijnt. Als het onderwerp niet goed geschikt is voor autofocus (
het zijn dat de scherpstelindicator wordt weergegeven wanneer het onderwerp
niet scherp is. Voordat u gaat fotograferen dient u ervoor te zorgen dat het zoeker-
beeld scherp is.
Brandvlakpositie
Om de afstand tussen uw onderwerp en de camera te bepalen, dient u vanaf het
brandvlakteken op de camerabody te meten. De afstand tussen de voorzijde van
de bajonetvatting (
32 Naslaginformatie: Meer over fotografie (alle gebruiksstanden)/Scherpstelling
29). Om handmatig scherp te stellen dient
11) en het brandvlak is 46,5mm).
Gebruikte bedieningsorganen: selectieknop scherpstelstand/
scherpstelring objectief
29), kan