Inhoudsopgave
Advertenties
Naslaginformatie
Dit hoofdstuk borduurt voort op de Instructies en geeft verdere opname- en weergave-opties.
Meer over fotografie (alle gebruiksstanden):
Bewegend onderwerp fotograferen of handmatig
scherpstellen
Beeldkwaliteit en –grootte instellen
Maak opnamen een voor een, in series, of met behulp
van zelfontspanner of afstandsbediening
De ingebouwde flitser gebruiken
ISO-gevoeligheid verhogen wanneer er weinig licht is
Terugkeren naar de standaardinstellingen
De standen P, S, A en M:
De camera sluitertijd en diafragma laten bepalen
Beweging bevriezen of onscherp weergeven
Bepaal of u elementen in de achtergrond onscherp wilt
hebben
Sluitertijd en diafragma handmatig regelen
Lichtmeetmethode kiezen, belichting vergrendelen of
belichting of flitsopbrengst corrigeren
Kleuren natuurlijker maken
Foto's maken onder ongebruikelijke lichtomstandighe-
den
Kijk in de menugids voor informatie over ander andere handelingen die alleen kunnen worden uitgevoerd in de
P
S
A
M
standen
,
,
en
, zoals het aanpassen van de verscherping, het contrast, de kleurverzadiging en de kleurtoon
('Beeld optimaliseren';
Meer over foto's weergeven:
Foto's met de camera bekijken
Kijk in de menugids voor andere weergaveopties (
Aansluiten op een televisie, computer of printer:
Beelden op TV bekijken
Foto's naar een computer overspelen
Foto's printen
45
79) en het maken van meervoudige belichtingen ('Meervoudige belicht. ' ;
61
28
Gebruik van de ingebouwde flitser:
Belichtingsstand P (geprogrammeerd auto):
Belichtingsstand S (Sluitertijdvoorkeuze):
Belichtingsstand A (Diafragmavoorkeuze):
74).
66
Scherpstelling:
Beeldkwaliteit en -grootte:
Een opnamestand kiezen:
ISO-gevoeligheid:
Terugzetten met twee knoppen:
Belichtingsstand M (Handmatig):
Belichting:
Witbalans:
84).
Foto's met de camera bekijken:
Beelden op TV bekijken:
Aansluiten op een computer:
Foto's printen:
Naslaginformatie 27
28
33
36
40
43
44
47
48
49
50
52
58
61
66
67
69
Advertenties
Inhoudsopgave
