Foutmeldingen en displays
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de waarschuwingsaanduidingen en foutmeldingen die ver-
schijnen in de zoeker, het LCD-venster en de monitor.
Symbool
LCD-venster
Zoeker
(knippert)
(knippert)
(knippert)
(knippert)
(knippert)
(knippert)
(knippert)
(knippert)
(knippert)
(knippert)
(knippert)
(knippert)
(knippert)
(knippert)
132 Technische gegevens/Problemen oplossen
Probleem
Diafragmaring op objectief is niet op
kleinste diafragma vergrendeld.
• Geen objectief bevestigd.
• Objectief zonder CPU op de camera.
Batterij bijna leeg.
• Batterij leeg.
• Batterij informatie is niet beschikbaar.
Cameraklok is niet ingesteld.
/
Geen geheugenkaart.
Onvoldoende geheugen om bij hui-
dige instellingen foto's op te nemen,
of camera kan geen nieuwe bestands-
of mapnummers aanmaken.
Camera kan niet scherpstellen met
autofocus.
Onderwerp te helder, foto wordt over-
belicht.
Onderwerp te donker, foto wordt
onderbelicht.
• Flits vereist voor juiste belichting.
•
knippert gedurende 3sec. na het
ontsteken van de flitser: flitser heeft
op vol vermogen geflitst.
Optionele Speedlight flitser onder-
steunt niet i-DDL ingesteld op DDL-
stand.
'bulb' geselecteerd in stand M en keu-
zeknop ingesteld op S.
'--' geselecteerd in stand M en keuze-
knop ingesteld op S.
Camerastoring.
Oplossing
Vergrendel ring op kleinste diafragma
(hoogste f/-getal).
• Bevestig objectief (geldt niet voor
Nikkor IX).
• Selecteer stand M.
Houd volle reservebatterij gereed.
• Laad de batterij op of vervang deze door
een volledig opgeladen reservebatterij.
• Batterij kan niet in de camera worden
gebruikt.
Stel cameraklok in.
Plaats geheugenkaart.
• Verminder kwaliteit of grootte.
• Wis foto's.
• Plaats nieuwe geheugenkaart.
Bepaal nieuwe compositie of stel
handmatig scherp.
• Kies lagere ISO-gevoeligheid.
• Kies kortere sluitertijd.
• Kies kleiner diafragma (hoger f/-getal).
• Gebruik optioneel grijsfilter (ND).
• Kies hogere ISO-gevoeligheid.
• Kies langere sluitertijd.
• Kies groter diafragma (lager f/-getal).
• Klap ingebouwde flitser uit.
• Bekijk de foto; is hij onderbelicht is;
wijzig dan de instellingen en maak
de foto opnieuw.
Wijzig de flitssturingsstand voor de
optionele Speedlight flitser.
Wijzig sluitertijd of selecteer stand M.
Druk de ontspanknop opnieuw in.
Blijft de storing zich voordoen, neem
dan contact op met technische dienst
van Nikon.
11
7, 117
50
12,
123
12,
123
13
103
15
33
65, 74
15
22, 32
43
48, 50
49, 50
122
43
48, 50
49, 50
23
26, 61
120,
141
48, 50
—