Vergrendeling automatische belichting
Gebruik de vergrendeling automatische belichting om na het meten van de belichting een nieuwe
compositie te kiezen.
1
Selecteer de stand P, S of A en kies centrumgerichte of spotmeting (belichtingsvergrendeling werkt
niet in de stand M, terwijl de standen
centrumgerichte en spotmeting in deze standen niet beschikbaar zijn). Bij centrumgerichte licht-
meting dient u met de multi-selector het centrale scherpstelveld te selecteren (
2
Plaats het onderwerp in het geselecteerde scherpstelgebied en druk
de ontspanknop half in. Met de ontspanknop half ingedrukt en uw
onderwerp in het scherpstelveld drukt u de AE-L/AF-L knop in om de
belichting te vergrendelen.
Zolang de belichtingsvergrendeling actief is, wordt een AE-L aandui-
ding in de zoeker weergegeven.
3
Houd de AE-L/AF-L knop ingedrukt, bepaal opnieuw de compositie
van uw foto en maak de foto.
Sluitertijd en diafragma wijzigen
Zolang de belichting vergrendeld is, kunt u de volgende instellingen wijzigen zonder dat dit van invloed is op de
gemeten belichtingswaarde:
Stand
Geprogrammeerd automatisch
Sluitertijdvoorkeuze
Diafragmavoorkeuze
De nieuwe waarden worden in de zoeker en op het LCD-venster getoond. Houd er rekening mee dat u de licht-
meetmethode niet kunt wijzigen als de belichting vergrendeld is (wijzigingen in de lichtmeting worden van kracht
wanneer de belichting wordt ontgrendeld).
18—AE-L/AF-L (
94)
Met deze optie regelt u de werking van de
19—AE-vergrendeling (
Met deze optie regelt u of de ontspanknop de belichting vergrendelt.
en Digital Vari-Program niet worden aanbevolen, omdat
Sluitertijd en diafragma (flexibel programma;
AE-L/AF-L
knop.
94)
Naslaginformatie: De standen P, S, A en M/Belichting 53
Gebruikte bedieningsorganen:
Instelling
Sluitertijd
Diafragma
AE-L/AF-L
knop
30).
47)