Belichtingsstand M (Handmatig)
In de handmatige belichtingsstand regelt u zowel de sluitertijd als het diafragma. De sluitertijd kan
worden ingesteld op waarden tussen 30sec. en ¼
worden opengehouden voor tijdopnamen (
de laagste en hoogste waarde voor het objectief.
Zo maakt u foto's in de handmatige belichtingsstand:
1
Zet de keuzeknop op M.
2
Draai aan de hoofdinstelschijf om een sluitertijd te kiezen, en aan de secundaire instelschijf om
het diafragma in te stellen. Controleer de belichting op de elektronische en analoge belich-
tingsaanduidingen (zie onder).
3
Bepaal de beelduitsnede, stel scherp en maak de foto.
Elektronische analoge belichtingsaanduiding
Is er een CPU-objectief bevestigd en is er een andere sluitertijden dan
tronische analoge belichtingsaanduiding in het LCD-venster en in de zoeker of de foto bij de huidige instellingen
onder- of overbelicht zou worden. Afhankelijk van de optie die u bij Persoonlijke instelling 10 (LW stapgrootte;
89) heeft gekozen, wordt de hoeveelheid onder- of overbelichting in stappen getoond van
uiterste waarden van het lichtmeetsysteem worden overschreden, knippert de aanduiding.
LW stapgrootte is ingesteld op '1/3 stop'
Onderbelichting
Overbelichting meer dan 2LW
50 Naslaginformatie: De standen P, S, A en M/Belichtingsstand M (Handmatig)
sec., maar de sluiter kan ook voor onbepaalde tijd
000
Sluitertijd:
1
/
sec., Diafragma: f/4.5
60
Optimale belichting
1
/
LW
3
). Het diafragma kan worden ingesteld tussen
geselecteerd, dan toont de elek-
LW stapgrootte is ingesteld op '1/2 stop'
Onderbelichting ½LW
Overbelichting meer dan 3LW
1
/
LW of ½LW. Als de
3