7 Installatie
Afb.37
3
4
Afb.38
5
Afb.39
8
6
9
7.3
Wateraansluitingen
48
3. Til de steun van bedieningspaneelmodule op en verdraai deze.
4. Verwijder het steun van het bedieningspaneel.
MW-3000472-01
5. Draai de vier bevestigingsschroeven aan de zijkant los en verwijder
5
MW-3000469-01
6. Klik de bedieningsmodulebeugel los.
7. Draai de steun van de bedieningspaneelmodule 180° en zet hem te
7
180°
8. Plaats de zijkanthaken terug en breng de schroeven weer op hun
9. Klik de bedieningsmodulebeugel terug op zijn plaats.
10. Monteer de deur van het bedieningspaneel weer aan de rechterkant.
8
MW-3000470-01
7.3.1
Verwarmingsinstallaties moeten te allen tijde een minimum debiet kunnen
garanderen. Dit wordt bepaald door de parameter HP010. Het nominaal
door de warmtepomp gewenste debiet voor een optimale werking wordt
bepaald door de parameter HP069. Als het debiet te laag is, kan de warm
tepomp zichzelf uitschakelen voor zijn eigen veiligheid; de verwarmings-,
koelings- en sanitairwarmwaterfuncties zijn dan niet langer gegarandeerd.
1. Installeer een automatische ontluchter op het hoogste punt van het
de zijkanthaken.
rug op zijn plaats.
plaats.
Verwarmingscircuit aansluiten
verwarmingscircuit.
7682783 - v02 - 18012018