8.9
Parallel rookgas systeem ruggelings op twee collector buizen CB 155
CB KETEL
PARALLELLE ROOKGAS EN LUCHTTOEVOER PIJPEN
INSTALLATIE ONTWERP INSTRUCTIES VOOR GEZAMENLIJKE ROOKGAS
SYSTEMEN MET TERUGSLAG KLEP
490
De stippellijn is getekend om de situatie weer te geven wanneer
Dver > Dhor volgens de tabel op basis van de specifieke configuratie.
In dit geval is een vergrotend hulpstuk nodig net boven de elleboog
(zoals getekend) om naar de juiste verticale diameter (Dver) te gaan.
hoek van 3° of 5 cm stijging per m
AI
- Als voorbeeld worden vier ketels gebruikt, maar het principe is ook van toepassing op andere ketel aantallen
- Voor gedetailleerde ketel afmetingen verwijzen we naar de handleiding van de ketel.
Ls =
De lengte van de rechte horizontale buis direct na de laatste collectorbuis die het dichtst bij het gemeenschappelijke
rookgasafvoerkanaal ligt (mm).
Dhor = De buitendiameter van de horizontale rookgascollector (mm).
Dver = De buitendiameter van de verticale gemeenschappelijke rookgaspijp (mm).
AI =
Verbrandingslucht inlaat
SH =
Sifonhoogte.
Vernauwing (verloop)
tussen elleboog en
gezamenlijke collector
is niet toegestaan.
Vergrotend verloop
AI
Tijdens de installatie moet de
rechte pijplengte op de benodig-
de lengte worden afgesneden
om zeker te zijn dat de 3° -hoek
wordt bereikt.
E93.9970.900 C11 Cascade manual
Uitvergroot schematische dwarsdoorsnede van de
rookgascollector en ketelpijp bocht
Rookgas uit de ketel
Condensaat naar de sifon
Er is hoogteverschil nodig voor de condensaat
stroom. Het condensaat dat in het rookkanaal
wordt gevormd mag niet terug stromen in de
ketels. Het moet vrij stromen naar de sifon die
uitsluitend gemonteerd is in de gemeenschappe-
lijke rookgas collector.
Om goed te passen bij het gekozen
systeemontwerp mag de klep langs de
verticale as worden gedraaid
Bocht 1
23