8.8
Concentrisch rookgas systeem ruggelings op twee collector buizen CB 85-125
CB KETEL
CONCENTRISCHE ROOKGAS EN LUCHTTOEVOER PIJPEN
INSTALLATIE ONTWERP INSTRUCTIES VOOR GEZAMENLIJKE ROOKGAS
SYSTEMEN MET TERUGSLAG KLEP
De stippellijn is getekend om de situatie weer te geven wanneer
Dver > Dhor volgens de tabel op basis van de specifieke configuratie.
In dit geval is een vergrotend hulpstuk nodig net boven de elleboog
(zoals getekend) om naar de juiste verticale diameter (Dver) te gaan.
hoek van 3° of 5 cm stijging per m
- Als voorbeeld worden twee ketels gebruikt, maar het principe is ook van toepassing op andere ketel aantallen
- Voor gedetailleerde ketel afmetingen verwijzen we naar de handleiding van de ketel.
Ls =
De lengte van de rechte horizontale buis direct na de laatste collectorbuis die het dichtst bij het gemeenschappelijke
rookgasafvoerkanaal ligt (mm).
Dhor = De buitendiameter van de horizontale rookgascollector (mm).
Dver = De buitendiameter van de verticale gemeenschappelijke rookgaspijp (mm).
AI =
Verbrandingslucht inlaat
SH =
Sifonhoogte.
22
Vernauwing (verloop) tussen
elleboog en gezamenlijke
collector is niet toegestaan.
Vergrotend verloop
Tijdens de installatie moet de
rechte pijplengte op de benodig-
de lengte worden afgesneden
om zeker te zijn dat de 3° -hoek
wordt bereikt.
E93.9970.900 C11 Cascade manual
Uitvergroot schematische dwarsdoorsnede van de
rookgascollector en ketelpijp bocht
Rookgas uit de ketel
Condensaat naar de sifon
Er is hoogteverschil nodig voor de condensaat
stroom. Het condensaat dat in het rookkanaal
wordt gevormd mag niet terug stromen in de
ketels. Het moet vrij stromen naar de sifon die
uitsluitend gemonteerd is in de gemeenschappe-
lijke rookgas collector.
250
Bocht 1
250