De camera inschakelen met de
De camera inschakelen met de
knop q
q d d [ [q
q Power On]
knop
Submenu 2
De camera wordt niet ingeschakeld.
No
Om de camera in te schakelen, drukt
u op de n-knop.
Houd de knop q ingedrukt om de
Yes
camera in te schakelen in de stand
Weergeven.
De stand opslaan als de
De stand opslaan als de
camera wordt uitgeschakeld
camera wordt uitgeschakeld
d d [Keep
[Keep z
z Settings]
Settings]
Submenu 2
De opnamestand wordt opgeslagen
als de camera wordt uitgeschakeld;
Yes
deze opnamestand wordt opnieuw
gebruikt als de camera de volgende
keer wordt ingeschakeld.
De opnamestand is ingesteld op P als
On
de camera wordt ingeschakeld.
Het bedieningsgeluid instellen
Het bedieningsgeluid instellen
d d [Beep]
[Beep]
Submenu 2
On
Bedieningsgeluid inschakelen.
Off
Bedieningsgeluid uitschakelen.
32 NL
Power On]
Toepassing
Toepassing
Toepassing
De beeldverwerkingsfunctie
De beeldverwerkingsfunctie
aanpassen d d [Pixel Mapping]
aanpassen
[Pixel Mapping]
● Deze functie werd reeds ingesteld in de fabriek en
hoeft onmiddellijk na de aankoop niet te worden
bijgeregeld. Wij raden u aan dit één keer per jaar
te doen.
● Voor de beste resultaten wacht u minstens één
minuut nadat u foto's heeft gemaakt of bekeken
voor u pixel mapping uitvoert. Als u tijdens pixel
mapping de camera uitschakelt, dient u de
procedure opnieuw uit te voeren.
De beeldverwerkingsfunctie aanpassen
De beeldverwerkingsfunctie aanpassen
Druk op de knop A wanneer [Start] (submenu 2)
wordt weergegeven.
● De controle en aanpassing van de
beeldverwerkingsfunctie start.