Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Verwarmingswarmtepompen Algemeen - elco AQUATOP TC Gebruiksrichtlijnen

Verberg thumbnails Zie ook voor AQUATOP TC:
Inhoudsopgave

Advertenties

Planningsinstructies

Verwarmingswarmtepompen algemeen

Voor de planning en installatie zijn
de daarvoor geldige voorschriften en
richtlijnen (SWKI, SIA, AWP, VDI
4640 enz.) bindend.
Vooronderzoeken / toestem-
mingen
Het is aan te bevelen in de plannings-
fase volgende punten op tijd te
onderzoeken:
Met de elektriciteitsmaatschappij:
-
Aansluittoestemmming
-
Startstroom
-
Hoog-/ laag-/ speciaal tarief
-
Blokkeringstijden
Warmtebronnen:
Voor de wateronttrekking uit openbare
wateren en het verplaatsen van een
aardwarmtesonde of een aardregister
moet door het daarvoor verant-
woordelijke kantonale bureau
toestemming worden verleend.
Meestal het bureau voor Energie en
Waterhuishouding of Milieubeheer
(coördinaten van verblijfsgebied
aangeven).
Warmtepompdimensionering
De gebruiksmogelijkheden van de
verwarmingswarmtepomp zijn in
vergelijking tot andere warmtetoestellen
geringer. De warmte- en aandrijf-
vermogens en daarbij ook de
exploitatiemogelijkheid van de
warmtepomp variëren al naar gelang
warmtebron en warmtegebruiks-
temperaturen. In principe geldt, hoe
kleiner het verschil tussen
warmtegebruik- en warmtebron-
temperatuur is, des te efficiënter (beter
vermogensgetal) kan de installatie
worden gebruikt. Daarom verlangt de
warmtepomp van de planner/installateur
dat die rekening houdt met rand-
voorwaarden. De installatie dient zo
te worden aangelegd, dat de
gebruiksgrenzen niet worden
overschreden.
Waterverwarming
De vaak vereiste warmwater-
temperaturen van 55 - 60º C liggen
aan de bovenste gebruiksgrens van de
warmwaterpompen. In principe is het
mogelijk met de warmtepomp aan de
warmwaterbehoefte te voldoen.
De gebruik van een combiboiler
(verwarmingsboiler waarvan boiler is
geïntegreerd) biedt een goede
oplossing: het warmte water wordt
met de WP voorgewarmd.
Een eventuele temperatuurverhoging
kan direct elektrisch of d.m.v. zonne-
collector-ondersteuning gebeuren.
Daarom moet er gecontroleerd worden
of het warme water permanent of
slechts tijdelijk op dit temperatuur-
niveau moet worden gehouden. Bij het
gebruik van een extra warmwaterboiler
moet op voldoende warmteuitwissel-
oppervlak worden gelet.
Daarbij moeten waterhoeveelheid,
temperatuurverschil en ook vermogen
van de condensor in acht worden
genomen.
Bufferboiler
Bij elke boiler die wordt ingebouwd
moet erop worden gelet, dat het totale
vermogen van de warmtepomp steeds
wordt gecontroleerd. De integratie van
een technische boiler of warmteboiler
is meestal aan te bevelen. Hij zorgt
voor optimale bedrijfsomstandigheden
zoals:
Vermogensoverschotten worden
opgenomen
de schakelfrequentie van de
machine wordt gereduceerd
(eisen betreffende EW max. 3 per
uur)
langere levensduur van de
compressor
Overbrugging van de
EW-blokkeringstijden
maakt meer verwarmings-
kringaansluitingen mogelijk
Van een bufferboiler moet dan pas
worden afgezien:
als het warmwatervolume groter is
dan 25 liter per kW verwarmings-
vermogen of goed opslag-
vermogen van het warmte-
afgiftesysteem (vloerverwarming
waarvan het ontwerp < 40 ºC)
als er geen thermostaatkleppen
zijn
De grootte van de bufferboiler is
afhankelijk van het max. warmte-
vermogen en de max. toegestane
inschakelfrequentie van de warmte-
pomp. Als richtwaarde kan ca. 30 liter
per kW verwarmingsvermogen worden
aangenomen. Voor een warmteopslag
ter overbrugging van de EW
blokkeringstijden kan ca. 50 liter per
kW warmtevermogen worden
aangenomen.
De afdekkingstijd (zonder rekening te
houden met de eigen opslagcapaciteit
van het verwarmingssysteem) van de
warmtebehoefte met een bufferboiler.
bijv. Bij een EW – blokkering kan als
volgt worden berekend:
V x c x Δt
t =
Qh x 60
V = Boilerinhoud in liters
Qh = Verwarmingsvermogen in Watt
t = Overbruggingstijd in minuten
c = 4187
Δt = Temperatuurverschil verwarmings-
kring
Circulatiepompen
Voor de configuratie van de
circulatiepompen dient de door de WP
voorgeschreven verdamper- en
condensatordoorstroomhoeveelheid
constant te worden gehouden.
Er mogen geen toerentalgereguleerde
circulatiepompen voor de warmte-afgifte
van de WP worden gebruikt.
De warmtebronpompen (zoutwater/
grondwater) moeten geschikt zijn voor
koud water. Met de viscositeit van het
warmtetransportmedium moet bij de
configuratie rekening worden
gehouden.
Ontlastingklep
Bij verwarmingssystemen met variabel
of afsluitbare warmwaterdoorstroming
(bijv. thermostaatkleppen) en serieel
geïntegreerde boilers moet er beslist
een ontlastingklep na de circulatiepomp
worden geïntegreerd. Hierdoor wordt
de minimumwarmwaterdoorstroming
door de waterpomp gegarandeerd en
het vaak in- en uitschakelen verhinderd,
waardoor storingen kunnen ontstaan.
De ontlastingklep moet goed
gedimensioneerd en ingesteld worden.
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave