Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Principes Voor De Aardsondeconfiguratie - elco AQUATOP TC Gebruiksrichtlijnen

Verberg thumbnails Zie ook voor AQUATOP TC:
Inhoudsopgave

Advertenties

Planningsinstructies

Principes voor de aardsondeconfiguratie

Principes voor het gebruik van
aardsondes
De mogelijke belasting van een
aardwarmtesonde hangt in eerste
instantie af van de ondergrond en van
de boordiepte. Enige diepe
aardwarmtesondes geven een beter
jaar-rendementsgetal van de
warmtepompinstallatie dan meer minder
diepe aardwarmtesondes bij een zelfde
totale lengte. Eveneens moet met de
geografische positie (ong. 500 m hoogte
/ bergstreek) van het gebouw rekening
worden gehouden.
Bij een juiste uitvoering en montage kan
de levensduur van een aardsonde 100
jaar zijn.
Belastingsduur (bedrijfsuren van
de waterpomp)
Bij bedrijfsonderbrekingen herstelt zich
in de omgeving van de sonde de aarde
thermisch (Aan-/Uit-zetten van de
warmtepomp). Dit "herstellen" is beslist
noodzakelijk, omdat bij voortdurend
onttrekken van de warmte, de geringe
warmtestroom niet voldoende is, om te
blijven voldoen aan de dimensionerings-
voorwaarden. Er ontstaat dus een ge-
brek aan warmte. Als gevolg van de
drastische "temperatuurval" in de
omgeving van de aardwarmtesonde en
het ontbrekende thermische herstel
ontstaat niet alleen een lager vermogen
van de waterpomp, maar bestaat er een
gevaar van ijsafzetting in de omgeving
van de sonde. Vooral bij kleihoudende
ondergronden kan dit na verloop van
jaren een behoorlijke vermindering van
de warmtestroom tot gevolg hebben, tot
de installatie niet meer in staat is om te
functioneren. Het drogen van bouwin-
stallaties met aardwarmtesondes dient
onder alle omstandigheden achterwege
te worden gelaten.
Invloed van diepte en diameter
Bij diepere aardwarmtesondes is een
hoger specifiek vermogen bij een zelfde
gemiddelde brontemperatuur mogelijk,
of er is een hoger gemiddelde bron-
temperatuur bij een zelfde totale lengte.
De temperatuur van de aarde neemt
per 30 m diepte met ca. 1° C toe.
De diepe aardwarmtesondes hebben
echter een grotere doorstroom-
weerstand. De optimalisering moet apart
bij elke installatie worden bereikt
(aantal sondes, warmtebrontemperatuur,
vermogen van de warmtepomp,
effectiviteit van de zoutwaterpomp).
Principes voor de configuratie
van de aardsonde
De in de documentatie aangegeven
lengtes van de sondes gaan van
volgende principes uit:
De aangegeven lengtes hebben
betrekking op volgende principes:
-
Monovalent bedrijf alleen voor
verwarming van ruimtes
-
Onttrekkingsvermogen 50W/m
-
Ca. 1800 bedrijfsuren/jaar
(maximaal 2000 bedrijfsuren/ jaar)
-
Jaarlijkse onttrokken energie
ca. 90kWh/m/jaar (maximaal
100kWh/ m/jaar )
-
500 m tot ca. 800 m boven N.A.P.
Bij volgende installatievoorwaarden
moeten de lengtes van de sondes
worden aangepast:
-
Bivalent bedrijf (onttrekkingsenergie
max. 100 kWh/m/jaar)
-
Langere bedrijfsuren (>2000), bijv.
in bergstreken
-
Warmwaterbereiding (zie separaat
hoofdstuk)
-
Zwembadwaterbereiding
(onttrekkingsenergie
max. 100 kWh/m/ jaar)
Tapwaterbereiding
Bij identieke COP van de warmtepomp kan
meestal volgens volgende vuistregel de
aardsonde ausgelegt werden:
Per 100 liter warmwater (dagelijkse behoefte) 15 meter verlenging van de aardsonde
Herleiding:
Voorbeeld
AQUATOP T05
Warmwaterbehoefte
Verwarming v. 10° C naar 50° C : Temperatuurverschil 40° C
Verwarmenergiebehoefte/dag
Verwarmenergiebehoefte/jaar
Koelvermogen/jaar
Verlenging van de aardsonde
Waterbereiding zwembad, langere bedrijfsuren, bivalente installaties
In deze gevallen moet de sondelengte d.m.v. het totale energieverbruik van
alle warmtevragers worden berekend.
Sondelengte = Verwarmingsenergiebehoefte (kWh/a) - warmtebehoefte (kWh/a)
: Koelvermogen: 4,2 kW/warmtevermogen: 5,4 kW
: 200 ltr./dag
3
: 0,2m
x 40 K / 0,86 = 9,3 [kWh/d]
: 9,3 kWh/d x 365 dage = 3395 kWh
: 3395 kWh / 5,4 kW x 4,2 kW = 2640 kWh/a
: 2640 kWh/a / 100 kWh/m/a = 27m
Verwachte JAZ (gemiddelde COP)
Sonde-onttrekkingsenergie (100 kWh/m/a)
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave