Planningsinstructies
Principes voor de aardregisterconfiguratie
Beschrijving m.b.t. aardcollector.-
installaties
In tegenstelling tot aardwarmtesondes
worden aardregisters horizontaal op
een legdiepte van ca. 1,0 - 1,5 m
gelegd. Voor aardcollectoren worden
eindeloze buizen met een diameter
20 - 40 mm gebruikt die horizontaal en
registervormig op een afstand van
0,6 - 0,8 m in de aarde worden gelegd.
Als materiaal, waarvan gebleken is, dat
het hiervoor geschikt is, worden vaak
polyethyleenbuizen gebruikt.
Deze onderscheiden zich door de
noodzakelijke elasticiteit en de gunstige
stromingseigenschappen en vertonen
geringe wrijvingsverliezen. Voor het
betreffende gebruiksdoel zijn ze
corrosie- en bijna verouderings-
bestendig. Er kan uitgegaan worden
van een duurzaamheid van ca. 50 jaar.
Maximaal onttrekkings-
vermogen voor aardregister-
installaties
Volgende eigenschappen van de aard-
bodem zijn voor vakkundige
dimensionering van de legvlakken
van doorslaggevende betekenis:
•
Warmtegeleidingscoëfficiëntie
(W/mK)
•
Specifieke warmte (kJ/kgK)
•
3
Dichtheid (kg/m
)
Deze drie afmetingen worden vooral
door het vochtigheidsgehalte van de
bodem beïnvloed. Meestal kan op een
vochtige bodem worden gerekend.
In de praktijk is het voldoende het
volgende onderscheid te maken:
Vochtigheidsgehalte van de bodem:
•
nat
•
vochtig
•
droog
Hoe vochtiger de toestand van de
bodem is, des te beter kunnen de
warmteuitwisselingsomstandigheden
worden bereikt.
Bodemgesteldheid:
•
zanderig
•
leemachtig
•
steenachtig
Globale instraling:
•
zonnig
•
normaal
•
schaduwrijk
Vochtigheidsgehalte, bodemge-
steldheid en globale instraling
moeten overeenkomstig hun directe
beïnvloeding worden gewaardeerd.
12
In Zwitserland kan men meestal op de
volgende constellatie rekenen:
Vochtig/zanderig-normaal zonnig
Voor deze constellatie kunnen op grond
van de opgedane ervaringen volgende
maximale onttrekkingsvermogens
worden aangenomen:
2
15 - 20 W/m
Wordt door de waardering van de
beïnvloedende factoren een onder de
normale waarde liggende constellatie
zichtbaar, dan moet de warmte-
2
onttrekking per m
aardoppervlakte
worden verminderd. Bij ongunstige
verhoudingen bijv. steenachtig-
droog-schaduwrijk, kan zeker op niet
meer dan de volgende waarde
worden gerekend:
2
10 - 15 W/m
Bij een bodemgesteldheid met
vochtige leemachtige bodem kan op
volgende waarde worden gerekend:
2
25 - 30 W/m
Duur van de belasting (bedrijfsuren
van de warmtepomp)
Bij bedrijfsonderbrekingen herstelt zich
in de omgeving van de sonde de aarde
thermisch (Aan-/Uit-zetten van de
warmtepomp). Dit "herstellen" is beslist
noodzakelijk, omdat bij voortdurend
onttrekken van de warmte, de geringe
warmtestroom niet voldoende is, om te
blijven voldoen aan de dimensionerings-
voorwaarden. Er ontstaat dus een
gebrek aan warmte. Als gevolg van de
drastische "temperatuurval" in de
omgeving van de aardwarmtesonde
en het ontbrekende thermische herstel
ontstaat niet alleen een lager vermogen
van de waterpomp, maar bestaat er een
gevaar van ijsafzetting van de omgeving
van de sonde. Vooral bij kleihoudende
ondergronden kan dit na verloop van
jaren een behoorlijke vermindering van
de warmtestroom tot gevolg hebben, tot
de installatie niet meer in staat is om te
functioneren. Het drogen van bouwin-
stallaties met aardwarmtesondes dient
onder alle omstandigheden achterwege
te worden gelaten.
Principes voor de configuratie
van de aardsonde
De in de documentatie aangegeven
lengtes van de sondes gaan van
volgende principes uit:
De aangegeven lengtes hebben
betrekking op volgende principes:
-
Monovalent bedrijf alleen voor
verwarming van ruimtes
-
Onttrekkingsvermogen 25W/m
-
Ca. 1800 bedrijfsuren/jaar
(maximaal 2000 bedrijfsuren/ jaar)
-
Jaarlijkse onttrokken energie
ca. 90kWh/m/jaar (maximaal
100kWh/ m/jaar)
-
500 m tot ca. 800 m boven N.A.P.
Bij volgende installatievoorwaarden
moeten de lengtes van de sondes
worden aangepast:
-
Bivalent bedrijf
(onttrekkingsenergie
max. 50 kWh/m/jaar)
-
Langere bedrijfsuren (>2000),
bijv. in bergstreken
-
Warmwaterbereiding (zie separaat
hoofdstuk)
-
Zwembadwaterbereiding
(onttrekkingsenergie
max. 50 kWh/m/ jaar)