Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Tips Voor Bediening En Gebruik; Na Gebruik; Veiligheid Na Het Werk - Toro T4240 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor T4240:
Inhoudsopgave

Advertenties

en voorkom overmatig gebruik van kracht om
schade te voorkomen.
7.
Let erop dat u het houten instrument weer uit de
maaicilinder verwijdert voordat u de krachtbron
inschakelt.
8.
Indien nodig de maai-eenheid herstellen of
aanpassen.
Tips voor bediening en
gebruik
Vertrouwd raken met de machine
Voordat u gaat maaien, moet u zich op een open
terrein oefenen in het gebruik van de machine. Start
en stop de motor. Rij de machine vooruit en achteruit.
Laat de maaidekken neer en hef ze op. Schakel
ze dan in en uit. Als u zich vertrouwd voelt met de
machine, moet u zich oefenen in het helling opwaarts
en afwaarts rijden bij verschillende snelheden.
Het waarschuwingssysteem
begrijpen
Als een waarschuwingslampje tijdens het gebruik gaat
branden, moet u de machine onmiddellijk stoppen en
het probleem verhelpen voordat u verder gaat met
maaien. Een machine met een defect kan ernstige
schade oplopen als deze wordt gebruikt.
Gras maaien
De rotatiesnelheid van de maaicilinders moet altijd
zo hoog mogelijk worden gehouden om steeds de
beste maaikwaliteit te krijgen. Dit vereist weer dat het
motortoerental zo hoog mogelijk moet blijven.
U behaalt de beste resultaten wanneer u tegen de
ligging van het gras in maait. Om deze reden zou de
bestuurder moeten proberen om bij iedere maaibeurt
de maairichting om te draaien.
Zorg ervoor dat u geen stukken gras ongemaaid laat
bij de overlappingen tussen maaidekken door geen
scherpe bochten te maken.
De maaikwaliteit optimaliseren
De maaikwaliteit zal verslechteren als de machine
te snel rijdt. Zorg ervoor dat de maaikwaliteit altijd
is afgestemd op het vereiste werktempo, en stel de
rijsnelheid dienovereenkomstig af.
De motorefficiëntie optimaliseren
Belast de motor niet te zwaar. Als u merkt dat de
motor te zwaar belast wordt, ga dan langzamer
rijden of vergroot de maaihoogte. Controleer dat de
maaicilinders de onderste maaimessen niet meer dan
licht raken.
De machine laten rijden in
Transportmodus
Schakel altijd de maaiaandrijving uit als u rijdt over
terrein waarop geen gras groeit. Het gras zal de
maaimessen smeren tijdens het maaien. Als de
maaicilinders draaien terwijl er niet gemaaid wordt,
vindt er een grote warmteontwikkeling plaats die snelle
slijtage veroorzaakt. Het is daarom ook raadzaam
om de maaisnelheid te verminderen bij het maaien op
plaatsen met weinig of droog gras. Wees voorzichtig
als u tussen objecten rijdt zodat u de machine of de
maaidekken niet per ongeluk beschadigt.
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig als u rijdt over obstakels
zoals stoepranden. Rij altijd langzaam over
obstakels om schade aan de banden, de
wielen en de stuurinrichting te voorkomen.
Controleer of de banden de aanbevolen
spanning hebben.
De machine gebruiken op
hellingen
Wees extra voorzichtig wanneer u de machine op
hellingen gebruikt. Rij langzaam en maak geen
scherpe bochten om omkantelen te voorkomen. Om
beter in balans te kunnen blijven tijdens het sturen,
moeten de maaidekken zijn neergelaten bij het
afdalen.
De achterrolschrapers gebruiken
Het is over het algemeen raadzaam om, als
de omstandigheden dat toelaten, de achterste
rolschrapers te verwijderen, omdat zo een optimale
grasafvoer bereikt kan worden. De schrapers moeten
gemonteerd worden als er zich gras en modder
ophoopt op de rollen. Zorg er bij de montage van
de schraperdraden voor dat deze de juiste spanning
hebben.

Na gebruik

Veiligheid na het werk

Algemene veiligheid
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
(indien aanwezig) en wacht totdat alle bewegende
27

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

02750

Inhoudsopgave