1.
Ga op de stoel zitten, zet uw voet niet op het
tractiepedaal zodat dit in de
staat, zorg ervoor dat de schakelaar van de
maaidekaandrijving uit staat, stel de parkeerrem
in werking en zet de gashendel op 70 procent
van volgas.
2.
Draai het contactsleuteltje op aan (stand I)
en controleer of het oliedruklampje en het
acculampje gaan branden.
3.
Als de motor koud is, moet u het sleuteltje naar
voorverwarmen (stand II) draaien zodat het
indicatielampje motor voorverwarmen oplicht
(Figuur
18). Houd 5 seconden vast om de
gloeibougies op te warmen.
4.
Nadat de gloeibougies zijn opgewarmd of als
de motor al warm is, draait u het sleuteltje naar
start (stand III) en houdt u het daar om de motor
te starten.
U mag niet langer dan 15 seconden proberen te
starten. Laat het contactsleuteltje opnieuw naar
stand I komen als de motor start.
5.
Laat de motor op een laag stationair toerental
lopen totdat deze is opgewarmd.
Belangrijk:
Als de motor loopt, moeten alle
waarschuwingslampjes zijn gedoofd. Als een
waarschuwingslampje brandt, moet u de motor
direct afzetten en het probleem verhelpen voordat
u de motor opnieuw start.
De motor afzetten
WAARSCHUWING
Houd uw handen uit de buurt van bewegende
onderdelen en hete motordelen wanneer de
motor loopt.
1.
Zet alle bedieningsorganen in de
N
, stel de parkeerrem in
EUTRAALSTAND
werking, zet de gashendel op laag stationair en
laat de motor op een laag stationair toerental
lopen.
Belangrijk:
Laat de motor 5 minuten
stationair lopen voordat u deze afzet of
nadat de machine volledig belast is gebruikt.
Indien u dit nalaat, kunnen er problemen met
een turbo-dieselmotor ontstaan.
2.
Laat de motor 5 minuten stationair draaien.
3.
Draai het sleuteltje naar stand 0.
Als de motor niet stopt wanneer het
contactsleuteltje op 0 is gedraaid, moet u de
hendel om de motor te stoppen naar voren
zetten
(Figuur
24).
NEUTRAALSTAND
22
De rolbeugel inklappen
U kunt de rolbeugel naar beneden vouwen om onder
lage obstakels door te rijden.
WAARSCHUWING
De machine heeft geen kantelbeveiliging
wanneer de rolbeugel ingeklapt is en mag
in dat geval dus niet beschouwd worden als
beveiligd tegen kantelen.
Doe de veiligheidsgordel niet om als de
rolbeugel omlaag is geklapt.
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
laat de maai-eenheden zakken, stel de
parkeerrem in werking, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje.
2.
Ondersteun het gewicht van het bovengeraamte
van de rolbeugel terwijl u de borgpennen en de
gaffelpennen uit de scharnierhouders verwijdert
(Figuur
25).
Figuur 24
g014563