• Zwakke accu
Verschijnt in het controlepaneeltje voor de accu het symbool
voor 'zwakke batterij', dan mogen de relevante veiligheidsme-
tingen niet meer worden uitgevoerd.Bovendien is het bij een
zwakke batterij niet meer gegarandeerd dat kan worden vol-
daan aan de gespecificeerde gegevens.
• Houd er rekening mee dat aan meetobjecten (bijv. aan defecte
apparaten) onvoorspelbare spanningen kunnen voorkomen.
Condensatoren kunnen bijv. gevaarlijk geladen zijn.
• Overtuig u er van dat de meetleidingen in feilloze staat verke-
ren, bijv. onbeschadigde isolatie, geen onderbreking in kabels
en stekkers enz.
• In stroomkringen met corona-ontlading (hoogspanning) mag u
met dit apparaat geen metingen verrichten.
• Wees uiterst voorzichtig als u in HF-stroomkringen metingen
verricht. Daar kunnen gevaarlijke mengspanningen bestaan.
• Het is niet geoorloofd metingen te verrichten in een vochtige
omgeving.
• Zorg er absoluut voor dat u de meetbereiken niet meer overbe-
last dan geoorloofd is. U vindt de grenswaarden in hoofdstuk 9
Technische gegevens„" in de tabel „Meetfuncties en meetbe-
reiken" in de kolom „Overbelastbaarheid".
• Gebruik de multimeter alleen als er batterijen of accu's in zitten. An-
ders bestaat de kans dat gevaarlijke stromen of spanningen niet aan-
gegeven worden en uw apparaat beschadigd wordt.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als het deksel van het
vakje voor de zekeringen of de batterijen er niet op zit of als de
behuizing open is.
GMC-I Messtechnik GmbH
• De ingang van de stroommeetbereiken is uitgerust met een
smeltzekering.
De maximaal geoorloofde spanning van de meetstroomkring
(= nominale spanning van de zekering) bedraagt 600 V AC/DC.
Zorg er absoluut voor dat u alleen de voorgeschreven zekering
in het apparaat zet, zie pagina 64! De zekering moet een uit-
schakelvermogen hebben van minstens 10kA.
Het apparaat openen/ reparatie
Om er voor te zorgen dat dit apparaat feilloos en veilig blijft wer-
ken en de garantie behouden blijft, mag het apparaat uitsluitend
door bevoegde en vakkundige personen worden geopend. Ook
originele onderdelen mogen uitsluitend worden ingebouwd door
bevoegde en vakkundige personen.
Indien geconstateerd wordt dat het apparaat is geopend door niet
bevoegde personen, zal de fabrikant geen enkele aanspraken op
garantie met btrekking tot persoonlijke veiligheid, meetonnauw-
keurigheid, conformiteit met de geldende veiligheidsmaatregelen
of gevolgschade in welke vorm dan ook verlenen.
Onderdelen repareren en vervangen
Als u het apparaat opent, kunnen er delen vrij komen te liggen die
onder spanning staan. Voordat u reparaties aan het apparaat ver-
richt of voordat u onderdelen vervangt, moet u het apparaat af-
koppelen van de meetkring. Als daarna een reparatie aan het ge-
opende apparaat onder spanning onvermijdelijk is, dan mag deze
alleen door een vakman worden verricht die vertrouwd is met de
gevaren die daarmee gepaard gaan.
Veiligheidsinstructies
9