Modellen
XM-spuitapparaten zijn niet goedgekeurd voor gebruik
in gevaarlijke omgevingen tenzij het basismodel, alle
accessoires, alle sets en alle bedrading voldoen aan
de lokale, staats- en nationale voorschriften.
Controleer het identificatieplaatje (ID) van het spuitapparaat op het onderdeelnummer van 6 cijfers. Gebruik de
volgende matrix om op basis van de zes tekens de constructie van de spuitmachine te definiëren. Onderdeel XM1A00
stelt bijvoorbeeld een XM meercomponenten spuitmachine voor (XM); 5200 psi pompset met pompfilters (1);
stroomtoevoer aan wand, geen verwarmers, geen aansluitdoos en is niet goedgekeurd voor gevaarlijke omgevingen
(A); zonder extra sets (00).
OPMERKING:
Bepaalde configuraties in het volgende schema kunnen niet worden gebouwd. Overleg met uw distributeur of
Graco-vertegenwoordiger.
Zie voor het bestellen van reserveonderdelen het hoofdstuk Onderdelen in de Reparatie-onderdelenhandleiding
313289 van het XM meercomponenten spuitapparaat. De tekens in de tabel komen niet overeen met de
referentienummers in de onderdelentekeningen en onderdelenlijsten.
XM
Eerste en
tweede
tekens
(Zie tabel 1 voor modellen onderpompen)
Pompset
(slang/
pistool)
XM
(meer-
1
5200 psi
componenten
spuitmachine
gemonteerd op
2
5200 psi
een frame)
3
6300 psi
4
6300 psi
5
5200 psi
6
5200 psi
7
6300 psi
8
6300 psi
Verklaring voor locatiecategorie:
NE Niet gebruiken in ruimtes met ontploffingsgevaar.
EH Geschikt voor gebruik in ruimtes met
ontploffingsgevaar en op explosiegevaarlijke locaties.
3A0008L
1
Derde teken
Systeemkeuze
Verdeelstuk
Pompfilters
op afstand
Vierde teken
Vloeistof-
Bedienings-
verwar-
kast
mers
Voeding uit
A
stopcontact
Voeding uit
B
stopcontact
Voeding uit
C
stopcontact
D
IS/Alternator
E
IS/Alternator
A
Setkeuze
Goedkeuringen
(zie pagina 8
Aansluit-
Locatie-
doos
categorie
goedkeuringen)
NE
NE
NE
EH
EH
Modellen
00
Vijfde
en zesde
tekens
Extra set
Zie tabel
voor
2 voor
selecties
CE, FM,
FMc
CE, FM,
FMc
CE, FM,
FMc
CE, FM,
FMc, Ex
CE, FM,
FMc, Ex
7