Instelschermen voor gebruikerslimieten
Met deze schermen kunt u druk- en temperatuurlimieten
instellen en aanpassen voor beide doseerpompen,
waaronder limieten die bij overschrijding een melding
of alarm veroorzaken. Raadpleeg de onderstaande tabel
voor meer informatie.
Het toelaatbare bereik voor het temperatuurinstelpunt
is 1 - 71 °C (34 - °160 °F). Als het instelpunt voor
de temperatuur of druk nul is, worden de druklimieten
en -alarmen uitgeschakeld.
OPMERKING: De druk van doseerpomp B is altijd
10-20% hoger dan de druk van doseerpomp A.
Functie
Pictogram
Instellen en aanpassen van
druklimieten bij het spuiten,
voor beide doseerpompen.
Instellen en aanpassen van hoge
en lage temperatuurlimieten
bij het spuiten, voor beide
vloeistofverwarmers.
Doeldruk of doeltemperatuur
instellen.
Limieten instellen en aanpassen die,
indien ze overschreden worden,
leiden tot een melding. Gebruikt
met druk- en temperatuurlimieten.
Limieten boven en onder de
doelwaarden, die, indien ze
overschreden worden, zullen leiden
tot een alarm. Gebruikt met druk-
en temperatuurlimieten.
3A0008L
Procesdruklimieten (voor spuitmodus)
Procestemperatuurlimieten (voor spuitmodus)
Bijlage A
61