Controle van het systeem
7. Vergelijk hoeveelheid vloeistof in de reservoirs; ze
moeten elk 750 ml bevatten. Herhaal de test als
de vloeistofhoeveelheden niet gelijk zijn. Als het
probleem zich blijft voordoen, zie Alarmcodes en
Problemen oplossen, pagina 75
.
8. Giet de vloeistof die gebruikt is voor de test in
de overeenkomstige toevoerreservoirs.
42
Pomp- en doseertest bevestigen
Het scherm Pomp- en doseertest bevestigen verschijnt
als de Pomp- en doseertest zonder fouten is voltooid.
Afhankelijk van de systeemverhouding en de testwijze
kunnen de details op de schermen variëren. Zie Bijlage
A, Testschermen (pagina 64) voor de variaties. Deze
informatie geldt voor de systeemverhouding naar
volume en een test op volume, wat standaard is op
XM-systemen. Dit scherm toont het doelvolume van
materiaal dat afgegeven is in elke beker van elke
doseerpomp. Om te bepalen of het systeem de juiste
verhouding heeft en om de testresultaten op te slaan
in het USB-logboek, voert u de beide volumes in.
3A0008L