Aansluiting van de buitenunit
De aansluitingen van de buitenunit liggen in de unit,
boven de aansluitventiel. De aansluiting van de leidingen
dient als volgt de geschieden:
1. Verwijder de afdekking van de klemlijst aan de rechter
kant van de buitenunit.
2. Voer de leidingen door de snoerontlasting.
3. Sluit de door de gebruiker verzorgde verbindings-
leidingen van de apparaten aan op de buitenunit en
de binnenunit, zoals in de onderstaande afbeeldingen
aangegeven.
4. Sluit bij apparaat RKS 350 H bovendien de sensor-
leiding met de overeenkomstige tegenstukken aan
op de buitenunit en de binnenunit.
5. Fixeer de stuurleidingen in de snoerontlastingen en
plaats de afdekking van de klemlijst weer terug.
Elektrisch
schakelschema
RKS 327 H en RKS 335 H
Buitenunit
Compressorsturing
Nulleider
Naar de omkeerklep
Naar de condensorventilator
Aardingsleider
RKS 350 H
Buitenunit
Compressorsturing
Nulleider
Naar de omkeerklep
Naar de condensorventilator
Aardingsleider
Stekker
Sensorleiding naar BU
Stekker
Sensorleiding naar BU
RKS 371 H
Buitenunit
Buitenste geleider
Nulleider
Naar de omkeerklep
Naar de condensorventilator
Naar de compressorschakel.
Niet bezett
Sensorleiding
Sensorleiding
Aardingsleider
Binnenunit
1
L
1
N(2)
N(2)
N
3
3
PE
4
4
PE
PE
Binnenunit
1
L
1
N(2)
N(2)
N
3
3
PE
4
4
PE
PE
Binnenunit
L
1
1
N(2)
N(2)
N
3
3
PE
4
4
5
5
6
7
7
8
8
PE
PE
Condenswater
Condensaatafvoer aan de buitenunit
Omdat de temperatuur tijdens het verwarmingsbedrijf
beneden het dauwpunt daalt, vormt zich condensaat op
de lamellencondensor van de buitenunit.
De onderkant van de behuizing van de buitenunit dient
als opvangbak. Onder de condensor, d.w.z. in het
centrum van de bak, moet de meegeleverde afvoer-
aansluiting met de dichting worden geplaatst.
Als het apparaat als verwarmingstoestel op plaatsen
gebruikt wordt waar het kan vriezen, moet de gebruiker
ervoor zorg dragen dat de onderkant van de behuizing
vorstvrij gehouden wordt zodat het condensaat altijd kan
wegvloeien.
1. Leg de dichting op het
verbindingsstuk van de slang.
2. Druk het verbindingsstuk in de
opening.
Netsnoer
L
N
PE
230 V~,
50 Hz,
L1/N/PE
Condensafvoerslang aan de buitenunit
Als het condensaat over een langere afstand afgevoerd
moet worden, dient door de gebruiker een condens-
Netsnoer
afvoerslang te worden geïnstalleerd.
L
Voordat u de condensafvoerslang gaat leggen, dient u
N
absoluut de volgende aanwijzingen in acht te nemen:
PE
Let op voldoende afschot naar de afvoer.
à
Minimaal 2 %.
230 V~,
50 Hz,
Wordt het apparaat bij buitentemperaturen onder 0 °C
à
L1/N/PE
gebruikt, dient de afvoerslang zodanig gelegd te
worden dat hij niet kan bevriezen.
Evt. in een buisverwarming voorzien.
Gebruik in ieder geval geschikte slangklemmen.
à
Controleer na het leggen van de afvoerslang of het
à
Netsnoer
condensaat ongehinderd kan wegstromen.
L
N
PE
Condensaatafvoer aan de binnenunit
230 V~,
Omdat de temperatuur tijdens het koelbedrijf beneden
50 Hz,
het dauwpunt daalt, vormt zich condensaat op de
L1/N/PE
lamellencondensor van de binnenunit.
De opvangbak van de binnenunits zijn van een con-
densafvoerslang voorzien. Deze slang moet op afschot
lopen om het condensaat goed te kunnen afvoeren.
Dichting
Verbindings-
stuk
Gemaakte
aansluiting
21