Tips voor bediening en
gebruik
Maaitechnieken
•
Om te beginnen met maaien, schakelt u de
maaidekken in en rijdt u langzaam naar het
maaigebied. Breng de maai-eenheden omlaag
zodra de voorste maai-eenheden zich boven het
maaigebied bevinden.
•
Om in een professioneel recht patroon en in
banen te kunnen maaien zoals voor sommige
werkzaamheden is vereist, moet u een boom of
een ander object in de verte uitkiezen en recht
daarop af rijden.
•
Zodra de voorste maaidekken de rand van het
maaigebied bereiken, brengt u de maaidekken
omhoog en maak een traanvormige bocht om snel
in de juiste positie te komen voor de volgende
baan.
•
De maaidekken werpen het gras meestal naar
de linkerzijde van de machine. Als u rond een
bunker maait, verdient het de voorkeur rechtsom
te maaien om te voorkomen dat er maaisel in de
bunker wordt geworpen.
•
De maaidekken kunnen worden uitgerust met
keerschotten om het maaisel fijn te maken.
De keerschotten leveren uitstekende prestaties
als het gazon volgens een vast schema wordt
onderhouden. Dit voorkomt dat per maaibeurt
meer dan 2,5 cm gras wordt afgemaaid. Als
er te hoog gras wordt gemaaid wanneer de
keerschotten zijn gemonteerd, zal het gazon er na
het maaien minder fraai uitzien en moet er meer
kracht worden gebruikt om het gras te maaien. De
keerschotten zijn ook uitstekend geschikt om in
het najaar bladeren fijn te maken.
Maai als het gras droog is
Maai laat in de ochtend om dauw te vermijden
waardoor het gras op kluitjes bij elkaar gaat zitten, of
laat in de middag om te voorkomen dat het directe
zonlicht het gevoelige, pas gemaaide gras schaadt.
Kies de juiste maaihoogte-
instelling voor de omstandigheden
Verwijder bij het maaien ongeveer 25 mm of niet meer
dan 1/3 van de grassprieten. Bij zeer lang, mals en
dicht gras moet u wellicht de maaihoogte-instelling
een stap omhoog zetten.
Maai met correcte tussenpozen
In de meeste normale condities moet u ongeveer om
de 4–5 dagen uw gazon maaien. Houd er echter
rekening mee dat gras niet het hele jaar door even
snel groeit. Om dezelfde maaihoogte aan te houden,
iets wat wij sterk aanbevelen, moet u daarom in
het vroege voorjaar vaker maaien en als het gras
midden in de zomer minder snel groeit, moet u
slechts om de 8–10 dagen maaien. Als u gedurende
een langere periode niet kunt maaien door de
weersomstandigheden of om andere redenen, moet u
de eerstvolgende keer niet te kort maaien; vervolgens
2-3 dagen later met een lagere maaihoogte-instelling
maaien.
Maai altijd met scherpe messen
Een scherp mes snijdt het gras netjes af, zonder
rukken of scheuren, zoals een bot mes wel zou doen.
Als het gras inscheurt of kapot wordt getrokken, wordt
het bruin aan de punten, waardoor het gras minder
goed groeit en vatbaarder wordt voor ziekten.
Maaipatronen
Verander vaak het maaipatroon om te vermijden dat
het maairesultaat onvolmaaktheden vertoont die te
wijten zijn aan herhaald maaien in één richting.
Problemen met het maairesultaat
oplossen
Raadpleeg de Aftercut Appearance Troubleshooting
Guide (gids voor het oplossen van problemen met het
maairesultaat) op www.Toro.com
Transport (uitsluitend
Groundsmaster 4700–D)
Gebruik de twee achtertransportgrendels voor de
buitenste maaidekken als u de machine over een
lange afstand of oneffen terrein vervoert of als u een
aanhanger gebruikt.
Na het maaien
Om optimale resultaten te waarborgen, moet de
onderkant van de maaikasten na iedere maaibeurt
worden gereinigd. Als zich grasresten kunnen
ophopen op de maaikast, zullen de maairesultaten
verslechteren.
Opmerking:
Laat de maaidekken altijd neer op
de grond als u de machine parkeert. Dit vermindert
de hydraulische belasting van het systeem, beperkt
slijtage van onderdelen van het systeem en voorkomt
dat de maaidekken per ongeluk worden neergelaten.
35