Functiebeschrijving
6.4 Functies
Functie "Kalibreren"
Functie "Externe doseercapaciteit"
Functie "Timer"
Functie "Niveauschakelaar"
Functie "Pauze"
Functie "Stop"
Functie "Aanzuigen"
6.5 Relais (optioneel)
Optie "Storingsmeldrelais"
Optie "Storingsmeld- en taktgeefre‐
lais"
22
Voor de rangorde van de verschillende bedrijfsmodi, functies en
storingstoestanden - zie hoofdstuk "Hiërarchie van bedrijfsmodi,
functies en storingstoestanden".
„Instellingen" kunnen de volgende functies worden
Via het menu
geselecteerd:
Wanneer men een hoge nauwkeurigheid wenst bij het doseren van
zeer viskeuze doseermedia, moet de pomp worden gekalibreerd.
Hiermee kan via het menu
naar een vast instelbare doseercapaciteit via de stekkeraansluiting
"Externe aansturing".
Maakt het instellen van een eenvoudig timerprogramma mogelijk -
zonder extra timermodule.
De volgende functies zijn standaard beschikbaar:
Informatie over het vulniveau in de doseertank wordt gemeld aan
de pomp. Hiervoor moet een tweetraps-niveauschakelaar zijn geïn‐
stalleerd, deze wordt op de stekkeraansluiting "Niveauschakelaar"
aangesloten. Het is ook mogelijk een zuiglans met continue
niveaumeting op de pompen aan te sluiten.
De pomp kan via de stekkeraansluiting "Externe aansturing" op
afstand worden gestopt.
De pomp kan door drukken op de toets
worden gestopt, zonder deze van het net te scheiden.
Aanzuigen kan door het drukken op de toets
worden geactiveerd.
De pomp heeft aansluitmogelijkheden voor meerdere opties:
Via dit relais kan bij foutmeldingen of waarschuwingsmeldingen
„Niveauwaarschuwing" ) een stroomcircuit worden gesloten
(bijv.
(bijv. voor een alarmhoorn).
Het relais kan naderhand worden ingebouwd via een sleuf in de
voorkant van de pomp - zie de installatiehandleiding "Relaisuitbrei‐
ding".
Dit gecombineerde relais kan via het taktgeefrelais voor een inge‐
stelde hoeveelheid een contact sluiten, in aanvulling op de functie
van het storingsmeldrelais.
„Instellingen" worden omgeschakeld
[STOP/START]
[Aanzuigen]