3.1 Beoogd gebruik
3.2 Veiligheidsaanwijzingen
AANWIJZING!
Slijtage door "Pomp AAN/UIT" via de netaanslui‐
ting
Het veelvuldig in- en uitschakelen van de pomp
(>2 per dag) via de netaansluiting, leidt tot een ver‐
hoogde slijtage in de pomp. Deze pomp is hiervoor
technisch niet geschikt.
Schakel de pomp indien nodig in de ruststand met
behulp van de functie "Pauze". U mag de pomp
niet in- en uitschakelen via de netaansluiting, om
zo een pauzeschakeling te besparen.
De pomp mag uitsluitend voor het doseren van vloeibare
n
doseermedia worden gebruikt.
Wanneer de pomp op een manier wordt gebruikt, die niet staat
n
beschreven in de gebruikershandleiding, dan kan dit een nega‐
tieve invloed hebben op de bescherming die de pomp biedt.
De pomp mag alleen na het correct installeren en na het in
n
bedrijf nemen volgens de in de gebruikershandleiding
genoemde technische gegevens en specificaties worden
gebruikt.
De algemene beperkingen m.b.t. viscositeitsgrenswaarden,
n
chemicaliënbestendigheid en lekdichtheid moeten worden
opgevolgd - zie ook ProMinent bestendigheidslijst in de pro‐
ductcatalogus of op www.prominent.com.Gebruik voor de
pompslang de "Bestendigheidslijst DULCO flex Control DFXa
en DFYa" onder www.prominent.com.
Alle andere toepassingen en/of het ombouwen zijn verboden.
n
De pomp is geen gaspomp en geen pomp voor vaste stoffen.
n
–
Desondanks leiden gasbellen in het doseermedium en
deeltjes met een diameter tot 1/3 van de binnendiameter
van de slang niet tot schade.
De pomp is niet bestemd voor het doseren van brandbare
n
media.
De pomp is niet bestemd voor het doseren van explosieve
n
media.
De pomp is zonder geschikte beschermingsmaatregelen niet
n
bestemd voor gebruik buiten.
De pomp mag alleen door hiervoor opgeleid en bevoegd per‐
n
soneel worden bediend, zie de onderstaande tabel "Kwalifica‐
ties".
U bent verplicht de aanwijzingen in de gebruikershandleiding
n
m.b.t. de verschillende levensfasen van het apparaat op te
volgen.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor persoonlijk letsel en materiële schade
De pomp kan beginnen te pompen zodra er een
netspanning op is aangesloten.
–
Installeer een noodstopschakelaar in de voe‐
dingskabel van de pomp of sluit de pomp aan
op het noodstopcircuit van de installatie.
Veiligheidshoofdstuk
11