Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Totale Inschakeling Van Het Alarmsysteem; Gedeeltelijke Inschakeling Van Het Alarmsysteem / Uitvoering Van Een Scenario; Totale Uitschakeling Van Het Alarmsysteem; Een Alarm Uitzetten Wanneer Het Systeem Is Uitgeschakeld - Comelit Vedo 2.12 Series Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

2. Druk op de bevestigingstoets.
3. Voer
het
serienummer
achtereenvolgens de cijfers 001 in te toetsen. Druk vervolgens op
de bevestigingstoets.
4. In het display verschijnt nu de tekst SERIËLE COM. Snelheid: met
het voorstel "38400".
5. Druk op de bevestigingstoets.
» Keypad 1 wordt nu door de centrale geladen en kan worden
gebruikt om het systeem in te schakelen, uit te schakelen en te
configureren.

5.3.7 Totale inschakeling van het alarmsysteem

1. Voer met behulp van het keypad een geldige gebruikerscode in
(standaard 111111), gevolgd door de toets
2. Op het keypad verschijnt een bevestigingsmelding: 'ALLES
INSCHAKELEN?'.
3. Bevestig uw keuze met de bevestigingstoets.
4. Op het keypad verschijnt een bevestiging: 'INSCHAKELING
UITGEVOERD'.
5.3.8 Gedeeltelijke inschakeling van het alarmsysteem /
uitvoering van een scenario
1. Voer met behulp van het keypad een geldige gebruikerscode in
(standaard 111111), gevolgd door de toets voor Deel 1 of Deel 2.
2. Gebruik indien nodig de navigatietoetsen omhoog en omlaag om
een ander scenario dan het aangegeven scenario te kiezen. Druk
vervolgens op de bevestigingstoets.
3. Op het keypad verschijnt een bevestiging: 'INSCHAKELING
UITGEVOERD'.

5.3.9 Totale uitschakeling van het alarmsysteem

1. Voer met behulp van het keypad een geldige gebruikerscode in
(standaard 111111), gevolgd door de toets
2. Op het keypad verschijnt een bevestiging: 'UITSCHAKELING
UITGEVOERD'.
3. Als het systeem wordt uitgeschakeld, wordt een eventueel actief
alarm binnen enkele seconden gedeactiveerd.
5.3.10 Een alarm uitzetten wanneer het systeem is
uitgeschakeld
1. Voer met behulp van het keypad een geldige gebruikerscode in
(standaard 111111).
2. Zodra de code is herkend, drukt u op de toets PROG totdat op het
keypad de tekst "OPDRACHT UITGEVOERD" verschijnt.
3. Vervolgens wordt het alarm uitgezet.

5.3.11 Toegang tot programmering als gebruiker

1. Voer met behulp van het keypad een geldige gebruikerscode in
(standaard 111111).
2. Druk op de toets PROG
3. Op de eerste regel van het display van het keypad verschijnt de
tekst. "Beh. systeem", wat betekent dat de opties van het systeem
weergegeven of gewijzigd kunnen worden.
5.3.12 Toegang tot de programmeermodus als
installateur (installateurcode activeren)
De installateurcode moet door de gebruiker via de volgende
procedure worden geautoriseerd:
1. Open de programmeermodus als gebruiker (zie de vorige paragraaf).
2. Gebruik de navigatietoetsen (omhoog en omlaag) om op de tweede
regel van het display het menu OPDRACHTEN te selecteren en
druk op de bevestigingstoets. Op de eerste regel van het display
verschijnt de tekst "OPDRACHT".
3. Gebruik de navigatietoetsen (omhoog en omlaag) om op de tweede
regel de optie "INSTALL. ACTIVEREN GENEREREN?" te selecteren
en druk op de bevestigingstoets. Op het display verschijnt de tekst
"OPDRACHT UITGEVOERD".
C
4. Druk op de toets
totdat u alle menu's hebt verlaten (totdat op het
keypad de datum en tijd worden weergegeven).
5. Voer met behulp van het keypad een geldige installateurcode in
(standaard mastercode 001961).
6. Druk op de toets PROG
7. Op de eerste regel van het display van het keypad verschijnt de tekst
'Hoofdmenu' en op de tweede regel de tekst 'Prog. parameters",
ten teken dat u de systeemopties kunt weergeven of aanpassen.
8. Vanuit deze positie kunt u met de navigatietoetsen zowel het menu
"Beh. systeem", oftewel het gebruikersmenu, als het menu "Progr.
parameters" dat het voor de installateur gereserveerde menu is,
selecteren.
9. Druk op de bevestigingstoets om naar de bijbehorende submenu's
te gaan.
van
het
eerste
keypad
in

5.3.13 Wijzigen datum en tijd

door
Voor het wijzigen van de datum en tijd van het keypad moet de
programmeermodus geopend zijn.
Als installateur:
1. Open de programmeermodus als installateur (zie de betreffende
paragraaf).
2. Met de navigatietoetsen selecteert u "Beh. systeem", waarna u
verder gaat als gebruiker.
Als gebruiker:
1. Open de programmeermodus als gebruiker (zie de betreffende
paragraaf).
2. Gebruik de navigatietoetsen (omhoog en omlaag) om op de tweede
regel van het display het menu Opties te selecteren en druk op de
bevestigingstoets.
3. Gebruik de navigatietoetsen (omhoog en omlaag) om op de tweede
regel van het display de optie 'Datum/tijd wijzigen' te selecteren en
druk op de bevestigingstoets.
4. Op de eerste regel verschijnt de aanduiding DD-MM-JJ (dag, maand
en jaar) en op de tweede regel verschijnt de datum van de centrale.
5. Gebruik de numerieke toetsen om de datum in te voeren (bijv.: 1
september 2012 wordt 010912). Bevestig vervolgens uw keuze.
6. Op de eerste regel van het display verschijnt nu de aanduiding UU-
MM (uur en minuten) en op de tweede regel verschijnt de tijd van
de centrale.
7. Voer het uur in de aangegeven notatie in (bijv. dertien uur en vijftien
minuten wordt 1315). Bevestig vervolgens uw keuze.
8. Zodra de bewerking voltooid is, verschijnt op het display de tekst
'PARAMETER GEWIJZIGD'.
9. Druk eenmaal op de toets
te gaan, of druk meerdere malen op de toets
de datum en tijd worden weergegeven.

5.3.14 Een RFID-sleutelcode via het keypad ophalen

1. Voer met behulp van het keypad een geldige installateurcode in
(standaard mastercode 001961).
2. Druk op de toets PROG
3. Op de eerste regel van het display van het keypad verschijnt de tekst
'Hoofdmenu' en op de tweede regel de tekst 'Prog. parameters", ten
teken dat u de systeemopties kunt aanpassen.
4. Druk op de bevestigingstoets om naar de bijbehorende submenu's te
gaan.
5. Gebruik de navigatietoetsen (omhoog en omlaag) om het submenu
'ProxSleutel' te selecteren. Druk op de bevestigingstoets.
6. Op het display verschijnt de tekst 'Sleutel 1' en daaronder de parameter
die u kunt bewerken (in dit voorbeeld is dat 'Beschrijving').
7. Selecteer met de navigatietoetsen (links en rechts) het sleutelnummer
dat u wilt ophalen.
8. Druk op de bevestigingstoets als u de beschrijving wilt wijzigen en
bevestig uw keuze om te beginnen met aanpassen, of druk op de toets
C
om de beschrijving ongewijzigd te laten.
9. Gebruik de navigatietoetsen (omhoog en omlaag) om het submenu
'Registratie' te selecteren. Gebruik nogmaals de navigatietoetsen om
het apparaattype waarvan u de sleutelcode wilt ophalen en het adres
op de bus te selecteren en druk nogmaals op de bevestigingstoets.
10. Het display toont de tekst "Ophal. sleutel: Aan de gang..."
11. Houd de sleutel bij de RFID-lezer. De tekst 'Aan de gang...' verandert
nu in 'Opgehaald'.
12. Druk op de bevestigingstoets. Op het display wordt de kleur van de
kunststof behuizing van de sleutel vermeld.
13. Druk nogmaals op de bevestigingstoets om de sleutel aan de gewenste
gebruiker te koppelen.
14. Zodra de wijziging van het keypad is voltooid, moet dit naar de computer
worden overgebracht met behulp van het configuratieprogramma van
de Comelit alarmcentrales.
5.3.15 Een code van draadloze sensor via het keypad
ophalen
1. Doe de batterij in de betreffende sensor en wacht tot de led stopt met
knipperen. (Toestel resetten: houd de toets ENROLL tien seconden
ingedrukt, de statusled van het toestel wordt rood en, bij het loslaten
van de knop, knippert het toestel drie keer in groen. Om een nieuwe
registratie te starten, drukt u nogmaals op de knop enroll.)
2. Voer met behulp van het keypad een geldige installateurcode in
(standaard mastercode 001961).
3. Druk op de toets PROG
4. Op de eerste regel van het display van het keypad verschijnt de tekst
'Hoofdmenu' en op de tweede regel de tekst 'Prog. parameters", ten
teken dat u de systeemopties kunt aanpassen.
5. Druk op de bevestigingstoets om naar de bijbehorende submenu's te
gaan.
6. Gebruik de navigatietoetsen (omhoog en omlaag) om het submenu
Draadloze zones te selecteren. Druk op de bevestigingstoets.
7. Op het display verschijnt de tekst 'Draadl zone 1' en daaronder de
parameter die u kunt bewerken (in dit voorbeeld is dat "Beschrijving").
8. Selecteer met de navigatietoetsen (links en rechts) de gewenste positie
voor het ophalen van de sensor.
C
om naar een niveau hoger in het menu
C
totdat op het keypad
51

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vedo10Vedo34Vedo34mVedo68Vedo68mVedo200 ... Toon alles

Inhoudsopgave