______________________________________________________________________
3.9 UITBREIDINGEN OP 485-BUS
De uitbreidingen op bus art. VEDO8I8O en RF10VEDO/RF32VEDO
worden compleet met kunststof behuizing conform EN50131 geleverd,
en kunnen dus ook buiten de artikelen BOXPLASTIC en BOXMETAL
worden geïnstalleerd.
De behuizing kan aan de wand worden gemonteerd of in een in de muur
ingebouwde doos. Aan de onderkant bevindt zich een gemarkeerd deel
dat kan worden gebruikt als kabeldoorvoer. In de hoek rechtsboven
is een ander deel gemarkeerd waar bij een montagegat de beveiliging
tegen lostrekken wordt geregeld.
3.9.1 Kunststof behuizing uitbreidingen
Gaten voor wandbevestiging
Optionele montagegaten
Vooraf afgetekende, optionele montagegaten
Gat voor kabeldoorvoer
Opening voor beveiliging tegen lostrekken
Montagegaten kaart art. VEDO8I8O / RF10VEDO / RF32VEDO
MONTAGE VAN DE KUNSTSTOF BEHUIZING
Zie montageprocedure op pag. 49.
Om de beveiliging tegen lostrekken te waarborgen, moet het gat
dat gekoppeld is aan de partitie met beveiliging tegen lostrekken
altijd aan de wand worden verankerd. Als het niet wordt verankerd,
zal de beveiliging tegen lostrekken niet werken.
Controleer wanneer u de uitbreidingskaart weer in zijn behuizing
monteert of de tamperbeveiliging tegen lostrekken (de tamper die
het meest links van de twee is geplaatst, zie afbeeldingen op pag.
49) goed gesloten blijft door het lipje dat begint bij het deel dat is
bestemd voor beveiliging tegen lostrekken van de behuizing.
Om overeenstemming met de normen EN50131-1 en EN50131-3 te
garanderen, moeten bij de uitbreidingen VEDO8I8O en RF10VEDO
/ RF32VEDO, indien buiten de behuizing van de centrale
geïnstalleerd, de contacten tegen sabotage en lostrekken worden
geactiveerd, en moeten de jumpers op de uitbreiding daarom zijn
gedeactiveerd.
3.9.2 Uitbreiding op bus 8 balanceerbare ingangen en 8
logische uitgangen op bus (art. VEDO8I8O)
De uitbreidingen ingangen/uitgangen kunnen per maximaal twee in de
centrale worden geplaatst en kunnen in de hiervoor bestemde kunststof
behuizing worden gemonteerd.
Elke afzonderlijke ingang kan worden geconfigureerd als NC, NO,
enkele, dubbele balancering, driedubbele balancering, driedubbele
balancering met signaalstoring, dubbele zone en dubbele zone met
afsluiting.
Geschikt voor detectie van sabotage, openen van de behuizing en
losmaken van de wand.
De tamperbeveiligingen kunnen worden uitgesloten.
Art. VEDO8I8O voldoet aan de normen EN50131-1, EN50131-3
30
BELANGRIJKSTE KENMERKEN
•
8 ingangen/uitgangen kunnen alternatief worden geconfigureerd.
•
Ingangen die kunnen worden geconfigureerd als NC, NO, enkele,
dubbele balancering, driedubbele balancering, driedubbele balancering
met signaalstoring, dubbele zone en dubbele zone met afsluiting.
•
Mogelijkheid tot directe aansluiting van rolluikcontacten (switch alarm).
•
Uitgangen kunnen worden geconfigureerd als monostabiel, monostabiel
met configureerbaar pattern, bistabiel en bistabiel met configureerbaar
pattern
•
Tamperbeveiliging tegen sabotage en lostrekken
•
Geïntegreerde afsluitweerstand voor de 485-bus, inschakelbaar via
jumper
•
Adressering via dipswitch
DL1
ON
JP3
JP4
V+
V-
A
B
V+
V-
I1
I2
AUX
M1
1. Dipswitch
2. Tamperbeveiliging tegen lostrekken
3. Tamperbeveiliging tegen sabotage
Gaten voor de bevestiging van de kaart VEDO818O aan de metalen
behuizing art. BOXMETAL
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Kenmerken Waarde
Naam van de fabrikant /
leverancier
Afmetingen (b x h x d)
Verbruik (min./max.)
Bedrijfsspanning 10 - 15 V
Bedrijfstemperatuur en
bedrijfsvochtigheid
Gecertificeerde
veiligheidsklasse
Type apparaat TYPE B volgens EN50131-3
Milieuklasse II volgens EN50131-1
* Met inachtneming van de eventuele configuratie- en installatie-
aanwijzingen
JUMPERS VOOR CONFIGURATIE
Naam Functie
Indien ingeschakeld wordt de tamperbeveiliging tegen
JP1
verwijderen (lostrekbeveiliging) uitgeschakeld
Indien ingeschakeld wordt de tamperbeveiliging tegen
JP2
openen uitgeschakeld
Indien ingeschakeld wordt de afsluitweerstand van de
JP4
485-bus geactiveerd
ADRESSERING
De dipswitches (van SW1) 1 t/m 6 zijn bestemd voor adressering van de
module op de bus. In de huidige uitvoering worden alleen de adressen
1 t/m 50 gebruikt. De dipswitches 7 en 8 moeten dus geforceerd op
OFF worden gelaten.
1
2
3
1 2 3 4 5 6 7 8
JP1
JP2
V-
I3
I4
I5
I6
V-
I7
I8
M2
Comelit Group S.p.A.
126 x 80 x 32 mm (in de
behuizing)
143g met behuizing en
schroeven voor bevestiging aan
Gewicht
de muur
39g alleen kaart
22mA/27mA exclusief de door
de uitgang geleverde stroom
-10° / + 55° met droge hitte
-10° / + 40°C bij max. + 93%
RV (niet-gecondenseerd)
2 volgens EN50131-1*