Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Uitgangen Voorbeelden Van Aansluiting Op De Sirene; Aansluiting Van De Zelfvoedende Sirene Met 3 Of 2 Draden; Aansluiting Niet-Zelfvoedende Binnensirene; Tweedraads Aansluiting Binnensirene En Zelfvoedende Sirene Met Zone Storing Sirene En Zone Sabotage Sirene - Comelit Vedo 2.12 Series Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

______________________________________________________________________
3.11 UITGANGEN VOORBEELDEN VAN AANSLUITING OP
DE SIRENE
De centrale beschikt over een relais dat geschikt is voor 3A bij 24V
droog wisselcontact, dat standaard wordt toegewezen aan de bediening
van een alarmmelder. Dit relais kan worden gebruikt voor het besturen
van een zelfvoedende sirene en een standaardsirene. Het wisselcontact
is toegankelijk via de klemmen COM (moedercontact), NC (gesloten
wisselcontact naar moedercontact in rust) en NO (geopend wisselcontact
in rust) van het klemmenblok M3-M4.
Op klem V+SIR van het klemmenblok M4 is een plus beschikbaar die
bestemd is voor het opladen van de accu van een zelfvoedend apparaat.
Deze plus wordt gelimiteerd door een herstelbare zekering van 0,75 A.
Teneinde overeenstemming met de normen EN50131-1 en
EN50131-3 te garanderen, moet een zone sabotage sirene
worden voorzien
Het wordt aanbevolen om voor de aansluitingen een afgeschermde
kabel te gebruiken, waarbij het ene uiteinde van de afscherming
wordt verbonden met V- en het andere vrij wordt gelaten.
De 2-draads aansluiting wordt aanbevolen in het geval er sirenes
worden gebruikt die in alarmtoestand een stroom van meer dan
0,75 A vereisen
3.11.1 Aansluiting van de zelfvoedende sirene met 3 of 2
draden
Voor de aansluiting met 3 draden moet de centrale alleen een
vergrendelplus laten passeren via het relais dat gekoppeld is aan het
alarm. De voeding van de sirene wordt apart aangesloten op twee
klemmen (V+SIR en V-) van de centrale. In alarmtoestand wordt de
vergrendelplus verwijderd en klinkt de sirene, die gebruik kan maken
van de back-upbatterij en de systeembatterij.
3-DRAADS AANSLUITING
V+
COM
V-
ZELFVOEDENDE
SIRENE
Voor de aansluiting met 2 draden moet de centrale een vergrendelplus
laten passeren via het relais dat gekoppeld is aan het alarm. De min van
de sirene wordt aangesloten op V- van de centrale. In alarmtoestand
wordt deze plus verwijderd en klinkt de sirene via zelfvoeding.
M2
2-DRAADS AANSLUITING
COM
NC
NEE
COM
V+SIR
TC2
TC1
ZELFVOEDENDE
V-
SIRENE

3.11.2 Aansluiting niet-zelfvoedende binnensirene

Soms is het nodig om een extra niet-zelfvoedende binnensirene aan te
sluiten om de buitensirene te ondersteunen. Als u de aansluiting met
twee draden voor de zelfvoedende buitensirene gebruikt, wordt de
bekabeling eenvoudiger, zoals te zien is in het onderstaande
aansluitschema.
V+
V-
BINNENSIRENE
3.11.3 Tweedraads aansluiting binnensirene en
zelfvoedende sirene met zone storing sirene en
zone sabotage sirene
34
M2
COM
NC
NEE
V+SIR
TC2
TC1
V-
M2
COM
V+
NC
NEE
V+SIR
TC2
V-
TC1
V-
V+
COM
V-
ZELFVOEDENDE
SIRENE
ZELFVOEDENDE
SIRENE
met
BINNENSIRENE
IX: Zone sabotage sirene in enkele balancering
IY: Zone storing sirene in dubbele balancering
3.11.4 Tweedraads aansluiting zelfvoedende sirene met
zone storing sirene en zone sabotage sirene
ZELFVOEDENDE
SIRENE
IX: Zone sabotage sirene in enkele balancering
IY: Zone storing sirene in dubbele balancering
3.11.5 Driedraads aansluiting zelfvoedende sirene met
zone storing sirene en zone sabotage sirene
2-DRAADS AANSLUITING
V+
ZELFVOEDENDE
SIRENE
COM
V-
ZELFVOEDENDE
SIRENE
IX: Zone sabotage sirene in enkele balancering
IY: Zone storing sirene in dubbele balancering
______________________________________________________________________
3.12 VOORBEELD VAN AANSLUITING NAAR DE
UITGANGEN TC1 EN TC2
Het klemmenblok M5 bevat twee algemene uitgangen: TC1 en TC2.
Deze uitgangen kunnen worden geconfigureerd als open-collector naar
de massa of plus.
Uitgang geconfigureerd als OC. Indien de uitgang geconfigureerd is
als open-collector (OC), is de uitgang in rust fluctuerend (geen spanning
aanwezig). In actieve status wordt de klem TC gesloten op V-.
Uitgang geconfigureerd als TC. Indien de uitgang geconfigureerd is
M2
als TC, is de uitgang in rust fluctuerend (geen spanning aanwezig). In
actieve status wordt de klem TC gesloten op plus.
COM
Dit type gedrag kan worden geconfigureerd via de jumper van de kaart
NC
van de centrale art. PCBVEDO10, art. PCBVEDO34, art. PCBVEDO68,
NEE
art. PCBVEDO200 als volgt:
V+SIR
TC2
TC1
V-
V+
COM
TMP NC
R TAMPER 1K8
TMP NC
V-
R FAULT 1K8
FAULT OC
R FAULT 1K8
V+
V-
TMP NC
TMP NC
V+
COM
TMP NC
R TAMPER 1K8
TMP NC
V-
R FAULT1 1K8
FAULT OC
R FAULT2 1K8
M2
V+
COM
COM
NC
TMP NC
NEE
R TAMPER1 1K8
TMP NC
V+SIR
V-
R FAULT3 1K8
FAULT OC
TC2
TC1
R FAULT4 1K8
V-
UITGANG TC1
JP5 OP OC
De uitgang verbindt de
ON
klem met de massa.
De uitgang is met
OFF
hoge impedantie
UITGANG TC2
JP4 OP OC
De uitgang verbindt de
ON
klem met de massa.
De uitgang is met
OFF
hoge impedantie
COM
NC
NEE
V+ SIR
TC2
KAART
TC1
CENTRALE
V-
IX
IY
COM
NC
NEE
V+ SIR
TC2
KAART
TC1
CENTRALE
V-
IX
IY
COM
NC
NEE
V+ SIR
TC2
KAART
TC1
CENTRALE
V-
IX
IY
JP5 OP TC
De uitgang krijgt een
waarde van circa 13V.
De uitgang is met
hoge impedantie
JP4 OP TC
De uitgang krijgt een
waarde van circa 13V.
De uitgang is met
hoge impedantie

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vedo10Vedo34Vedo34mVedo68Vedo68mVedo200 ... Toon alles

Inhoudsopgave