Pagina 1
PROGRAMMERINGSHANDLEIDING Technische handleiding voor het programmeren van Vedo-centrales 2.10.x Passion.Technology.Design.
Pagina 2
Inhoud Betekenis van de leds van de lezer in normale omstandigheden....19 Betekenis van de leds van de lezer tijdens het presenteren van de sleutel .19 3.1.5 App Phone ..................20 Systeemvereisten: ....................20 1. Inleiding software Safe Manager 2.8.X ........5 Voer de volgende stappen uit ................20 APP-KOPPELING VIA PROCEDURE MET TIJDELIJKE PIN ......20 1.1 INSTALLATIE SAFE MANAGER 2.8.X ..............5 Status / ID / beschrijving ..................21...
Pagina 3
3.10.4 Proximity-sleutels .................52 Eigenschappen draadloze zone ................34 RSSI (indicatielampje vermogen signaal 0-100) ..........34 Een digitale RFID-sleutelcode verkrijgen ............52 Opties........................34 Een sleutel aan een gebruiker toewijzen ............52 Storingscycli .......................34 Een digitale RFID-sleutelcode verwijderen ............52 PIR (deze opties gelden alleen voor sensoren van het type PIR) ....35 ID ..........................52 Reed (deze opties gelden alleen voor sensoren van het type Reed).....35 Beschrijving ......................52...
Pagina 4
5. Bijlage ..................83 5.1 PORT FORWARDING VOOR VERBINDING VANAF EEN EXTERNE LOCATIE ..5.2 REGISTRATIEPROCEDURE COMELIT DNS VOOR DE UITBREIDING VEDOIP .. 5.3 CONFIGURATIES DIE NOODZAKELIJK ZIJN OM DE CERTIFICATIE VAN KLASSE 2 VOLGENS EN50131-1 TE GARANDEREN (SP2-DP1) ....86 5.3.1 Keypads ...................86...
Pagina 5
Español Français Apparaat geïsoleerd: √ NET 4.0 Framework (te downloaden van de website van Microsoft). English Gebeurtenissenlogboek Nederlands √ Configuratiesoftware Comelit Safe Manager (te downloaden van Alarme/Sabotage: de website pro.comelitgroup.com). Storing / Test: √ USB-kabel type A-A. Algemeen: Eerste zone: 1.1.2 Installatieprocedure...
Pagina 6
1.4.2 Communicatie via TCP/IP instellen 1.4.3 De cloud-communicatie instellen √ Alvorens de volgende procedure uit te voeren, moet u √ Controleer voordat u de onderstaande procedure gaat controleren of de gebruikte pc en de Vedo-centrale beide uitvoeren of de gebruikte computer en de centrale serie Vedo met internet zijn verbonden.
Pagina 7
1.5 DE FIRMWAREVERSIE VAN DE GEÏNSTALLEERDE 1.6 EEN NIEUW SYSTEEM MAKEN CENTRALE WEERGEVEN Met deze procedure kunt u een nieuw archief maken dat alle gegevens bevat van het nieuwe systeem dat u wilt configureren. Deze procedure moet worden uitgevoerd als u wilt weten welke 1.
Pagina 8
2. Basisfuncties In dit hoofdstuk worden basishandelingen beschreven die vaak met de OPTIE FILTEREN software Safe Manager worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld: de configuraties Als de lijst met systemen zeer lang is, kunt u in de tekstregel de naam van uw systeem opslaan, bestanden van opgeslagen systemen (of een deel daarvan) invoeren van het systeem dat u wilt laden en openen, de configuratieparameters naar de centrale verzenden, of de vervolgens op Filteren klikken.
Pagina 9
2.5 DE CONFIGURATIE VAN EEN SYSTEEM Configuratieparameters verzenden Centrale Uitbreidingen van bus Gebeurtenissen Codes IMPORTEREN Systeemparameters Uitbreidingen 8 input/output Algemene gebeurtenissen Gebruikers Scenario's PAL-IP Videomodule Gedetailleerde gebeurtenissen Installateurs Bedrade zones Draadloze uitbreidingen Toekenning gebeurtenissen 1. Klik op het menu Project. Toegangsniveau Groepen in AND Draadloze zones...
Pagina 10
2.8 GEBEURTENISSENLOGBOEK ONTVANGEN Met deze optie kunt u het gebeurtenissenlogboek van de centrale downloaden om op een later moment te analyseren. 1. Open het project en klik op het pictogram Gebeurtenissenlogboek ontvangen... Safe Manager Project Weergaven Extra Vensters Help Vedo 68 - #FW: 2.2x Keypads Bedieningsapparaten 2.
Pagina 11
3. Systeemconfiguratie 3.1 BEDIENINGSAPPARATEN Tot deze groep behoren alle apparaten waarmee de eindgebruiker het systeem dat met de centrale verbonden is kan bedienen: • Keypads • Safetouch • Touchscreenapparaten • RFID-lezers • Smartphone-app • Bridge 3.1.1 Keypads Keypads Opties Status ID Beschrijving Proximitylezer activeren Activeren...
Pagina 12
PARTITIE Kolom met de naam van de partities die in het systeem aanwezig zijn. Zie "3.6 Partities" op pagina 40 voor informatie over hoe u de naam kunt wijzigen. WEERGEGEVEN PARTITIES Voor weergave van de partities waarvan u de status wilt weergegeven via het apparaat. PARTITIES WEERGAVE TAMPERALARMEN Hiermee kunt u bepalen naar welke partities het tamperalarm moet worden verzonden dat door het apparaat wordt gegenereerd.
Pagina 13
DEELTOETSEN Via deze sectie van het programma kunt u de inschakelfuncties definiëren die gekoppeld zijn aan de toetsen P1 en P2 van de keypads. Voor elk van de 2 toetsen zijn er twee vervolgkeuzemenu's beschikbaar. In het eerste menu kan de optie Scenario / Inschakeling worden geselecteerd. In het tweede menu kan worden gekozen uit een aantal standaardconfiguraties of enkele inschakelscenario's die kunnen worden aangepast (zie "3.9 Scenario's"...
Pagina 14
3.1.2 Safetouch In het project mogen geen actieve of geïsoleerde Safetouch apparaten aanwezig zijn [Reg. 41] Safetouch heeft voor het beheer van het systeem dezelfde kenmerken en functies als een keypad met RFID-lezer. Anders dan het keypad zijn de toetsen echter virtueel: voor de weergave van de toetsen van het apparaat worden de kenmerken van het grafische lcd-display gebruikt. Als in deze sectie wordt gesproken over ‘toetsen’, worden hier virtuele toetsen bedoeld.
Pagina 15
PANEEL CONFIGURATIES OPTIES • Snel inschakelen: hiermee kan het systeem worden ingeschakeld (volledig / gedeeltelijk / scenario's) zonder dat de gebruikerscode wordt gevraagd (volledige of gedeeltelijke uitschakeling van het systeem zal niet worden toegestaan). • Snelle alarmen: hiermee is het mogelijk om alarmen te verzenden via een functietoets op het apparaat. •...
Pagina 16
3.1.3 Touch apparaten In het project mogen geen actieve of geïsoleerde touchapparaten aanwezig zijn [Reg. 42] De volgende apparaten behoren tot deze groep: Planux Manager, Minitouch, PC Touch, Icona ViP en Icona SBC. Afhankelijk van het geselecteerde apparaat zijn bepaalde instellingen al dan niet toegankelijk. Touch apparaten Opties Netwerkparameters...
Pagina 17
PANEEL CONFIGURATIES OPTIES • Snel inschakelen: hiermee kan het systeem worden ingeschakeld (volledig / gedeeltelijk / scenario's) zonder dat de gebruikerscode wordt gevraagd (volledige of gedeeltelijke uitschakeling van het systeem zal niet worden toegestaan). • Snelle alarmen: hiermee is het mogelijk om alarmen te verzenden via een functietoets op het apparaat. •...
Pagina 18
3.1.4 RFID-lezers In het project mogen geen actieve of geïsoleerde RFID-lezers aanwezig zijn [Reg. 43] RFID-lezers Tijd van inschakelen led bij proximitysleutel Status ID Beschrijving Onbeperkt Seconden (+30) Activeren Lezer 1 Afwezig Lezer 2 Cycli tamperalarm Afwezig Lezer 3 Onbeperkt Cycli Partitie Afwezig...
Pagina 19
ACTIES CYCLUSMODUS Wanneer er een geldige en geautoriseerde RFID-sleutel bij een RFID-lezer wordt gehouden, kan er een totale inschakeling of totale uitschakeling worden uitgevoerd (van de partities waarvoor er bevoegdheid is) en kan het systeem op een gepersonaliseerde wijze worden ingeschakeld (zie de gebruikshandleiding voor RFID-lezer art.
Pagina 20
69). APP-KOPPELING VIA PROCEDURE MET TIJDELIJKE PIN Naast de bovengenoemde procedure, is het ook mogelijk een Comelit-app met het systeem te koppelen door een tijdelijke PIN-code aan te vragen. √ Zorg dat er verbinding is met de centrale 1. Start de configuratieprocedure van een nieuw systeem op de APP 2.
Pagina 21
PANEEL STATUS/BESCHRIJVING STATUS / ID / BESCHRIJVING Zie beschrijving Status / ID / Beschrijving op pag. PANEEL PARTITIES GECONTROLEERDE PARTITIES Hiermee kunt u de partities selecteren waarvoor het apparaat tijdens normale werking bewerkingen kan uitvoeren. PARTITIE Kolom met de naam van de partities die in het systeem aanwezig zijn. Zie “3.6 Partities”...
Pagina 22
3.1.6 Bedieningsschermen huisautomatisering In het project mogen geen actieve of geïsoleerde Bridges aanwezig zijn [Reg. 45] PANEEL STATUS/BESCHRIJVING STATUS / ID / BESCHRIJVING Zie beschrijving Status / ID / Beschrijving op pag. PANEEL PARTITIES GECONTROLEERDE PARTITIES Hiermee kunt u de partities selecteren waarvoor het apparaat tijdens normale werking bewerkingen kan uitvoeren. PARTITIE Kolom met de naam van de partities die in het systeem aanwezig zijn.
Pagina 23
3.2 UITBREIDINGEN OP BUS 3.2.1 Uitbreidingen 8 inputs/outputs In deze sectie kunnen de parameters van de uitbreidingen van ingangen/uitgangen worden geconfigureerd. Dit zijn uitbreidingen op de bus waarmee 8 configureerbare ingangen (of uitgangen van het type open-collector) beschikbaar worden gemaakt. Uitbreidingen 8 input/output Klemmen Status...
Pagina 25
TAMPERALARMCYCLI • Onbeperkt: hiermee kunnen oneindige tamperalarmcycli worden gegenereerd. Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, is het veld Cycli geactiveerd. Geselecteerd [Reg. 12] • Cycli: als het selectievakje Onbeperkt niet is ingeschakeld, wordt in dit veld bepaald hoeveel tamperalarmcycli het geselecteerde apparaat in één inschakelcyclus (van de ene inschakeling tot de volgende inschakeling) kan genereren.
Pagina 26
3.2.3 Isolators Isolatoren Opties Analoge waarden lezen Status ID Beschrijving Tamper activeren Spanning tamper Activaren Isolator 1 Afwezig Isolator 2 Cycli tamperalarm Ingangsspanning bus Afwezig Isolator 3 Onbeperkt Cycli Uitgangsspanning bus Partitie Afwezig Isolator 4 Lezen Cycli technische alarmen (bus/spanningsniveaus) Afwezig Isolator 5 Onbeperkt...
Pagina 27
3.3 DRAADLOZE UITBREIDINGEN In deze sectie kunnen de parameters van de draadloze uitbreidingen worden geconfigureerd. Draadloze uitbreidingen zijn uitbreidingen op de bus die het mogelijk maken om draadloze gegevens te ontvangen en te verzenden en draadloze sensoren en sirenes te beheren. Elke module kan max. 32 draadloze zones beheren, max. 32 draadloze afstandsbedieningen en tot 16 draadloze uitgangen (waarvan er 8 sirenes kunnen zijn).
Pagina 28
3.3.1 Draadloze uitgangen/sirenes In deze sectie kunnen de parameters van de uitbreidingen van ingangen/uitgangen worden geconfigureerd. Dit zijn uitbreidingen op de bus waarmee 8 configureerbare ingangen (of uitgangen van het type open-collector) beschikbaar worden gemaakt. De totale activeringsduur van een sirene mag de door de plaatselijke regels voorgeschreven tijd niet overschrijden. (zie de bijlage om te zien welke parameters de totale duur bepalen).
Pagina 29
PANEEL PARTITIES PARTITIE Kolom met de naam van de partities die in het systeem aanwezig zijn. Zie "3.6 Partities" op pagina 40 voor informatie over hoe u de naam kunt wijzigen. TOON STATUS VAN HET SYSTEEM Hiermee kan worden bepaald van welke partities er gegevens over optische en/of akoestische inschakeling/uitschakeling kunnen worden verzonden. Aan ieder apparaat moet minimaal één partitie zijn gekoppeld waar de informatie over inschakeling/uitschakeling van lichtsignalen en/of geluidssignalen naartoe wordt gestuurd [Reg.
Pagina 30
SABOTAGECYCLI • Onbeperkt: hiermee kunnen oneindige sabotage-alarmcycli worden gegenereerd. Als dit selectievakje niet is ingeschakeld, is het veld Tijd geactiveerd. • Tijd: als het selectievakje Onbeperkt niet is ingeschakeld, wordt in dit veld bepaald hoeveel sabotage-alarmcycli het geselecteerde apparaat in één inschakelcyclus (van de ene inschakeling tot de volgende inschakeling) kan genereren.
Pagina 31
3.3.2 Draadloze afstandsbedieningen In deze sectie kunt u draadloze afstandsbedieningen toevoegen, verwijderen en configureren. Draadloze bedieningen Beschrijving Uitbreiding bron Gebruiker Eigenschappen draadloze afstandsbediening Draadl. afst. 1 Draadl. uitbr. 1 Gebruiker 2 Serienummer Draadl. afst. 2 Draadl. uitbr. 1 4 knoppen Type Draadl.
Pagina 32
RSSI (INDICATIELAMPJE VERMOGEN SIGNAAL 0-100) RSSI is het vermogen van het draadloze signaal tussen de draadloze afstandsbediening die wordt gebruikt en de draadloze zender waaraan deze gekoppeld is, waarbij 0 staat voor een afwezig signaal en 100 de maximaal haalbare waarde is. •...
Pagina 33
3.3.3 Draadloze zones In deze sectie van het programma kunnen de draadloze zones worden beheerd. Deze corresponderen met de IR-sensoren en draadloze magneetcontacten die deel uitmaken van het systeem. U kunt nieuwe sensorcodes verkrijgen, sensoren die al in de centrale aanwezig zijn isoleren, uitsluiten of verwijderen, en de parameters van elke draadloze sensor aanpassen.
Pagina 34
DUPLICEER DE WAARDEN VAN DE HUIDIGE ZONE… Drukknop voor het kopiëren van de configuraties van een zone om deze in een reeds bestaande zone te plakken. 1. Selecteer de zone waarvan u de configuraties wilt kopiëren. 2. Druk op het symbool om te kopiëren.
Pagina 35
PIR (DEZE OPTIES GELDEN ALLEEN VOOR SENSOREN VAN HET TYPE PIR) • Beheer opbrengst: stel de waarde voor de gevoeligheid van de PIR in tussen 1 (laagste waarde) en 4 (hoogste waarde). • Pet immunity: als dit is geselecteerd, wordt de Pet Immunity functie geactiveerd (zodat de aanwezigheid van kleine huisdieren wordt getolereerd). •...
Pagina 36
3.4 BEDRADE ZONES In deze sectie van het programma kunnen de bedrade zones worden beheerd. Deze corresponderen met de bedrade sensoren die deel uitmaken van het systeem. U kunt nieuwe zones toevoegen, zones die al in de centrale aanwezig zijn isoleren, uitsluiten of verwijderen en de parameters van elke zone aanpassen. Bekabelde zones Balancering Dubbel...
Pagina 37
PANEEL STATUS/BESCHRIJVING STATUS Vervolgkeuzemenu waar zones kunnen worden toegevoegd, geïsoleerd en verwijderd uit de configuratie. De volgende statussen zijn voor het apparaat mogelijk: • Afwezig: de zone bestaat niet of moet worden verwijderd. • Actief: de zone is aanwezig, geconfigureerd en functioneert. •...
Pagina 38
• ID zone: Geeft een unieke identificatie aan de bedrade zone. • Type / subtype: selectie van het zonetype uit vier mogelijkheden: Alarm, Bedieningsopdracht, Sabotage, Storing. Zodra de selectie is gemaakt, wordt in het onderliggende veld (subtype) een serie keuzemogelijkheden weergegeven die bij de gekozen selectie horen (zie pag.
Pagina 39
3.5 GROEPEN IN AND De centrale beschikt over 8 virtuele zones waarvan het gedrag afhangt van de groepering van reële zones die tijdens de configuratie zijn toegewezen aan een van de 8 zones in AND. Wanneer 2 of meer zones aan een zone in AND zijn toegewezen, moeten ze allemaal binnen een bepaalde tijdsinterval (gemeten vanaf de eerste overschrijding) worden overschreden voordat er een alarmtoestand wordt gegenereerd.
Pagina 40
3.6 PARTITIES In de sectie Partities kunnen de tijdschema's en functies van de partities worden geconfigureerd op basis van de systeembehoeften. Partities Beschrijving Partitie 1 00:30 00:00 00:30 00:15 <Geen> <Geen> Partitie 2 00:30 00:00 00:30 00:15 <Geen> <Geen> Partitie 3 00:30 00:00 00:30...
Pagina 41
VERTRAGING INBRAAKALARM (SECONDEN) De timer Vertraging inbraakalarm “vooralarm” is de tijd vanaf het moment waarop de zone wordt overschreden tot het moment waarop de gebeurtenis Alarm wordt gegenereerd. Tijdens de Vertraging inbraakalarm geven de geactiveerde bedieningsapparaten een alertsignaal. = 0 sec [Reg. 49] VERTRAGING INSCH.
Pagina 42
3.7 UITGANGEN In deze sectie kunnen de fysieke uitgangen worden geconfigureerd die in de centrale aanwezig zijn of die door de uitbreidingsmodules op de bus beschikbaar zijn gemaakt. De totale activeringsduur van een eventuele met een uitgang verbonden sirene mag de door de plaatselijke regels voorgeschreven tijd niet overschrijden.
Pagina 43
TYPE UITBREIDING Toont de fysieke plaats van de uitgang, met aanduidingen zoals ‘Centrale-eenheid’ of ‘Uitbreiding 8 I/O’. ID UITGANG Geeft een unieke identificatie aan de uitgang. KLEM Bevat de naam die overeenkomt met de klem van het apparaat waar de betreffende uitgang bij hoort. PANEEL CONFIGURATIES GEBEURTENIS 1 / 2 / 3 / 4 Zie beschrijving op pag.
Pagina 44
3.8 GROEP GEBEURTENISSEN De uitgangen (zowel de standaard uitgangen als de draadloze uitgangen) kunnen elk maximaal vier gebeurtenissen beheren waarvan het type en de polariteit vrij kunnen worden geselecteerd. Soms kan het raadzaam zijn om signaleringen te groeperen volgens een logica die niet kan worden verkregen via de configuratie van de vier gebeurtenissen die voor één uitgang beschikbaar zijn, bijv.
Pagina 45
3.9 SCENARIO'S In deze sectie kunnen de inschakelstatussen van elke partitie in het systeem en van 8 (voor Vedo 10, Vedo 34) of 16 (voor Vedo 68) verschillende scenario's worden geconfigureerd. Scenario's Beschrijving Partitie Actie Scenario P1 Partitie 1 Scenario P2 Partitie 2 Scenario P1+P2 Partitie 3...
Pagina 46
3.10 CODES Hier zijn de secties voor configuratie, programmering en verkrijgen en codes verzameld, ingedeeld per type. Het aantal codes, sleutels en afstandsbedieningen dat kan worden geactiveerd, is afhankelijk van het gebruikte type centrale: VEDO200 VEDO200M VEDO10 VEDO34 VEDO34M VEDO68 VEDO68M Gebruikerscodes Installateurcodes...
Pagina 47
3.10.1 Gebruikers Er moet minimaal één actieve gebruiker bestaan [Reg. 53] In de sectie Gebruikers worden de codes beheerd die voor gebruikers zijn gereserveerd, die dus de mogelijkheid hebben om het systeem (ongeacht hun autorisatie) in- en uit te schakelen. Gebruikers Gebruikersnaam Type gebruiker...
Pagina 48
PANEEL PARTITIES PARTITIE Alfanumeriek veld met de naam van de zone (standaard Zone n) of de naam die aan de zone is toegekend door de standaardinstellingen in de sectie Zones aan te passen. ACTIVEREN Als deze selectievakjes zijn ingeschakeld, kan de gebruiker bewerkingen voor de bijbehorende partities uitvoeren. PANEEL CONFIGURATIES CODE RESETTEN Hier kan de code van de geselecteerde gebruiker worden gewijzigd.
Pagina 49
3.10.2 Installateurs Er moet minimaal één actieve installateur bestaan [Reg. 53] In de sectie Installateurs kunnen de codes voor installateurs worden geconfigureerd. Installateurs Beschrijving Type installateur Reset Verwijderen Installateur 1 Type install. 1 ID Sleutels gekoppeld aan de gebruiker Installateur 2 Type install.
Pagina 50
3.10.3 Toegangsniveaus In deze sectie kan elke afzonderlijke functie voor elk type gebruiker worden geactiveerd. De optie is geactiveerd wanneer het selectievakje ingeschakeld is. Hieronder vindt u een lijst met opties die kunnen worden geactiveerd: OPTIE OPTIE OPTIE Inschakelen Buitengewoon verzoek Menu Zones Uitschakelen Menu Uitgangen/gebeurtenissengroep...
Pagina 51
AFMELDING VAN DE VERSCHILLENDE BEDIENINGSAPPARATEN Vanuit elk willekeurig apparaat/toepassing voor de bediening van het systeem zal, na een bepaalde tijd waarin de gebruiker geen enkele handeling meer verricht (time-out), de werksessie automatisch worden afgesloten (afmelding). Om de sessie af te sluiten voordat de time-out periode verstrijkt, de aanwijzingen uit de tabel hieronder opvolgen. Apparaten/toepassingen Uitgangsprocedure Vedolcd - Vedolcdprox...
Pagina 52
3.10.4 Proximity-sleutels In deze sectie kunnen digitale sleutels van het type RFID worden verkregen en aan de gebruikers worden toegewezen. Er kunnen max. 56 sleutels in het geheugen worden opgeslagen. EEN DIGITALE RFID-SLEUTELCODE VERKRIJGEN 1. Selecteer de positie waarop u de sleutel wilt verkrijgen. 2.
Pagina 53
3.11 COMMUNICATIE-INTERFACES In deze groep secties worden alle interfaces beschreven die voor communicatie worden gebruikt, behalve de digitale kiezer. 3.11.1 Opties IP Belangrijk: om deze opties goed te gebruiken zijn de volgende punten van belang: √ De centrale moet uitgerust zijn met de module IP-netwerkkaart. √...
Pagina 54
DNS te configureren. (zie hoofdstuk “5.2 Registratieprocedure Comelit DNS voor de uitbreiding VEDOIP” pag. • DDNS (Dynamic DNS) activeren: als dit selectievakje is ingeschakeld, kan de IP-netwerkkaart een service van het type Dynamische DNS gebruiken.
Pagina 55
3.11.2 Opties GSM Belangrijk: om deze opties correct te gebruiken zijn de volgende punten van belang: √ De centrale moet uitgerust zijn met een GSM-uitbreidingsmodule die correct is aangesloten op de antenne. √ De GSM-uitbreidingsmodule moet als aanwezig zijn geconfigureerd door het selectievakje IP-netwerkkaart in te schakelen in de sectie Aanwezigheid uitbreidingen van het menu Systeemparameters.
Pagina 56
STANDAARDINSTELLINGEN LADEN (PICTOGRAM MOBIELE TELEFOON) Druk op het pictogram om de parameters voor het beheer van het beltegoed automatisch in te stellen. Deze optie laadt tevens automatisch de parameters die bekend zijn voor eventuele e-mail- en MMS-verbindingen voor de geselecteerde telecomaanbieder. BELANGRIJK: als de velden voor het automatisch laden van gegevens al gegevens bevatten, worden deze overschreven.
Pagina 57
3.11.3 Pal/IP-videomodule In het project mogen geen actieve of geïsoleerde Pal/ip aanwezig zijn [Reg. 104] In deze sectie kunnen PAL/IP-apparaten worden geconfigureerd, toegevoegd of verwijderd. Pal-Ip videomodule Netwerkparameters Status ID Beschrijving Nieuwe IP toewijzen aan module... 0 . 0 . 0 . 0 IP-adres Activeren Pal/Ip 1...
Pagina 58
PANEEL STATUS/BESCHRIJVING STATUS / ID / BESCHRIJVING Zie beschrijving Status / ID / Beschrijving op pag. PANEEL PARTITIES PARTITIE Alfanumeriek veld dat de naam bevat die aan de partities van de centrale is toegewezen. SIGNALERINGSPARTITIES TECHNISCHE ALARMEN Kolom met selectievakjes waarmee u kunt bepalen naar welke partities er technische alarmen worden verzonden die gegenereerd worden door de geselecteerde PAL/IP-module.
Pagina 59
• Voorbeeld URL: Url-adres voor de stream van het "lage-resolutiekanaal" van de IP-camera (x). Te gebruiken in programma's die weergave van rtsp videostreaming toestaan. • Hoge definition kanaal: kanaal voor videostreaming in hoge resolutie (voor Comelit-camera's IPCAM100="/ch01.264", voor Comelit-camera's IPCAM700= "/1/stream1" voor camera's van derden, raadpleeg de betreffende handleidingen) •...
Pagina 60
• Serveradres: alfanumeriek veld, voer het adres in van de server waarop de Comelit cloudservice is geïnstalleerd. • Poort: alfanumeriek veld, voer de poort in die gebruikt moet worden voor de verbinding met de Comelit cloudservice (standaard: 443). Gebruik een veilige SSL/TLS-verbinding: selectievakje, selecteer deze optie om de veilige SSL/TLS-verbinding te gebruiken.
Pagina 61
3.12 KIEZER 3.12.1 Transmissie-opties [of “Opties telefonie” met FW <2.8] Transmissie-opties Antwoord Configuratie prioriteit meldingen Aantal keren laten overgaan Prioriteit bericht verzoek gebruikerscode invoeren verzenden Naar fax overschakelen (alleen PSTN) Bericht herhalen E-mail Pauze tussen herhalingen Spraakoproep Digitale communicatie Tijd herkenning code (sec.) Time-out herkenning tonen (sec.) Centrale Oproep...
Pagina 62
SELECTIE IN HET MENU GEDRAG VAN DE TELEFOONMELDER Vertraging het bericht wordt verzonden nadat de vertragingstijd is verstreken die is ingesteld in de parameters “duur vertragingen” Toets 1 indrukken Als de lijn is opgenomen en de beller toets 1 van zijn telefoon indrukt (in DTMF-modus), wordt het bericht doorgestuurd naar de beller Wacht op spraak niet geïmplementeerd •...
Pagina 63
3.12.2 Telefoonregister Er moet minstens één digitale kiezer zijn geselecteerd of minstens één telefoon zijn geconfigureerd in het telefoonregister (van de selecties moet er ten minste één volledig ingevuld zijn) [Reg. 69] In deze sectie moeten de telefoonnummers worden ingevoerd waarmee contact moet worden opgenomen en eventuele e-mailadressen. Tevens moeten hier de communicatietypen voor elke contactpersoon in het register worden geactiveerd.
Pagina 64
OPROEPEN STOPPEN Selectievakje, als deze geselecteerd is, kan de geselecteerde gebruiker de stroom oproepen direct via de telefoon beëindigen met behulp van de toetsen hekje (#) en sterretje (*). Hiervoor moet de optie "Oproep beëindigen met behulp van toetsen" geactiveerd zijn in Transmissie-opties. [of "Opties telefoon"...
Pagina 65
GEGEVENSCODERING Indien geselecteerd, worden de gegevens die door de digitale kiezer worden verstuurd beveiligd door ze te coderen met de sleutel die is ingevoerd bij “Encryptiesleutel” en worden de datum en tijd verstuurd waarop de gebeurtenis plaatsvond. Niet bruikbaar voor telefoonprotocollen. DATUM EN TIJD VERZENDEN Indien geselecteerd, wordt het verzenden van datum en tijd waarop de gebeurtenis plaatsvond ingeschakeld.
Pagina 66
3.12.4 Algemene gebeurtenissen In deze sectie worden de gebeurtenissen geconfigureerd die communicaties/berichten naar de apparaten kunnen genereren. In praktisch opzicht bestaat de configuratie van een algemene gebeurtenis eruit dat aan elk van de achtenveertig mogelijke gebeurtenissen gedragsregels en modaliteiten voor contact met de beschikbare telefoonnummers worden toegekend. ...
Pagina 67
PANEEL CONFIGURATIES OPTIES Opties Gebeurtenis met prioriteit Bericht selecteren Automatisch opgesteld vrije spraak Bericht inbraak Spraakbericht Oproepen blokkeren Prioriteit voor oproep over PSTN Bericht SMS inbraak Selecteren E-mail Geen E-mail inbraak Selecteren Koppeling DVR-camera 3 • Gebeurtenis met prioriteit: selectievakje. Normaal worden de gebeurtenissen verwerkt in de volgorde waarin ze worden gepresenteerd. Als dit selectievakje is ingeschakeld, kan de gebeurtenis worden verwerkt vóór alle andere gebeurtenissen waarvoor dit selectievakje niet is ingeschakeld.
Pagina 68
AUTOMATISCH OPSTELLEN Automatisch opstellen Partities. Berichttype Alarm zones inbraak. Deel A Deel B Ingang. Partitie 2. Partitie 3. Partitie 4. Audio genereren Afspelen In deze sectie wordt het automatisch opgestelde bericht omgezet in audio om telefonisch te kunnen worden verzonden. •...
Pagina 69
3.12.5 Gedetailleerde gebeurtenissen In deze sectie kunt u voor elke gebeurtenis of actie die door de centrale wordt gedetecteerd, bepalen of er berichten moeten worden verzonden en zo ja welk type berichten. Deze gedetailleerde selectie werkt samen met de afzonderlijke activeringen voor het verzenden van gedetailleerde berichten die aanwezig zijn in elk venster voor zones, partities enz.
Pagina 70
Voorbeeld: tabblad Partities/systeem Safetouch Touch apparaten Codes wijzigen Database herstellen Bridge Zones Partities/systeem Keypad RFID Externe verbindingen Timers Uitgangen Acties Inschakelingen Alarm zones Sabotage Storingen Algemeen Beschrijving Alles inschakelen Deel inschakelen 1 • ID: numeriek veld dat een unieke identificatie van de gebeurtenis bevat. •...
Pagina 71
3.12.7 Vrije spraakberichten In deze sectie kunnen tekstberichten worden opgesteld die in audio-indeling naar een of meer telefoonnummers kunnen worden verzonden. De berichten kunnen worden ingevoerd via het toetsenbord van de configuratiecomputer en moeten naar het berichtengeheugen worden overgebracht. Er zijn zestien vrije berichten beschikbaar. Vrije spraakberichten Beschrijving Tekst-naar-spraak...
Pagina 72
3.12.8 SMS In deze sectie kunnen max. zestien verschillende tekstberichten worden opgesteld die in SMS-indeling naar een of meer telefoonnummers kunnen worden verzonden. De berichten kunnen worden ingevoerd via het toetsenbord van de configuratiecomputer en moeten naar het berichtengeheugen worden overgebracht. Beschrijving Tekst SMS inbraak...
Pagina 73
3.13 TIJDPROGRAMMA In deze sectie kunt u timers en tijdgestuurde of automatische inschakelingen configureren. De timers hebben hoofdzakelijk betrekking op de tijdactivering (er kunnen bijvoorbeeld keypads worden geactiveerd om alleen binnen bepaalde tijden bewerkingen te kunnen uitvoeren) en voorwaarden voor uitgangen. 3.13.1 Timer De centrale biedt acht verschillende timerconfiguraties.
Pagina 74
3.13.2 Inschakelingen In deze sectie kunnen de eventuele geprogrammeerde inschakelingen worden geconfigureerd. Er kunnen maximaal acht verschillende inschakelingsprofielen worden geconfigureerd. Elk profiel kan voor acht partities tegelijk werken en voor elke partitie zijn acht verschillende activeringstijden beschikbaar die kunnen worden geprogrammeerd. Inschakelingen ID Beschrijving Weekdag...
Pagina 75
3.14 SYSTEEMPARAMETERS Systeemparameters Aanwezigheid uitbreidingen Audio PSTN Huisautomatisering Netwerkkaart (lp) Spreken/luisteren AANWEZIGHEID UITBREIDINGEN Bevat 6 verschillende selectievakjes waarmee eventuele uitbreidingen die in de centrale aanwezig zijn kunnen worden geactiveerd. Als het selectievakje is ingeschakeld, wordt het apparaat geactiveerd dat anders niet in aanmerking zou worden genomen (ook al is het wel aanwezig). Als het apparaat niet aanwezig is en wordt geactiveerd, kunnen er systeemfouten optreden nadat de programmering naar de centrale is verstuurd.
Pagina 76
• Inschakeling met storing supervisie (draadloos): als dit selectievakje is ingeschakeld, kan het systeem ook worden ingeschakeld wanneer er een afwijking in de controle van draadloze sensoren optreedt. Het systeem kan pas worden geactiveerd als de inschakeling wordt geforceerd. Moet worden geselecteerd als er actieve draadloze sensoren aanwezig zijn [Reg.
Pagina 77
• Tijd deelzones in testmodus (dagen): numeriek veld waarin de tijd in dagen kan worden ingesteld waarin een of meer zones (geconfigureerd in testmodus) bij ingeschakeld systeem geen alarm kunnen genereren maar alleen registraties in het gebeurtenissenlogboek. De modus Test kan worden gebruikt om het gedrag van zones te controleren waarvan er twijfel over de werking bestaat, zodat er geen onvoorziene alarmcycli worden gegenereerd.
Pagina 78
3.15 GEBEURTENISSENREGISTER In het gebeurtenissenlogboek kunnen max. 1024 standaardgebeurtenissen, 1024 algemene gebeurtenissen en 8 gebeurtenissen van het type ‘eerste zone’ worden geregistreerd in een niet-vluchtig (permanent) geheugen. Gebeurtenissen van het type ‘eerste zone’ moeten worden beschouwd als eerste zone in de partitie waartoe ze behoren. Het betreft één gebeurtenis per potentieel gebruikte partitie.
Pagina 79
3.15.2 Gebeurtenissen die moeten worden opgeslagen In deze sectie kan worden bepaald welke gebeurtenissen in het gebeurtenissengeheugen moeten worden opgeslagen om vervolgens te kunnen analyseren. De gedetailleerde selectie van de verschillende gebeurtenissen die kunnen worden opgeslagen, maakt het mogelijk om nauwkeuriger te kunnen registreren en de maximumperiode van de registratie te verkorten, of omgekeerd het detailniveau van de registraties te verlagen en tegelijkertijd de beschikbare registratieperiode te verlengen, overeenkomstig de gebruiksvoorwaarden van het systeem.
Pagina 80
4. Controle systeem In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de volgende controles uitvoert: CENTRALE ALARMEN/SABOTAGE • controle van de status van het systeem via de functie “Controle centrale Element Parameters (real-time)” • Inbraak • Overval • 24U • Overstroming •...
Pagina 81
4.1.1 Start functie Controle centrale (real-time) ETH UITBREIDINGEN Klik op het menu “Extra”, kies “Controle centrale (real-time)”, Element Parameters voer de installateurcode in (standaard=001961) en druk op OK • Koppeling afwezig • Fout DDNS • Internet niet beschikbaar • SMTP-fout om te bevestigen.
Pagina 82
4.2 CONTROLE NORM (EN50131 KLASSE 2 / EN50131 KLASSE 2 + INCERT) Met deze functie kan worden geverifieerd of de configuraties van het systeem overeenkomen met de norm (EN50131 klasse 2 / EN50131 klasse 2 + incert) 4.2.1 Start functie Controle norm (EN50131 klasse 2 / EN50131 klasse 2 + incert) 1.
Pagina 83
STREAMING 49110 49110 (voor de overdracht van gegevens door √ middel van streaming via de Vedo-appli- catie) 24104 24104 √ (Comelit Signalling Protocol) GRAB 30013 10012 Tweede (voor het maken van module √ schermafbeeldingen Pal-IP met behulp van de Vedo-applicatie)
Pagina 84
5.2 REGISTRATIEPROCEDURE COMELIT DNS VOOR DE UITBREIDING VEDOIP Voor deze procedure is een internetverbinding nodig. √ Terwijl het apparaat aan hetzelfde netwerk als dat van de centrale is aangesloten. 1. Open uw browser, (vanaf PC, tablet, smartphone...). 2. Voer het IP-adres (standaard: 192.168.1.230) dat aan de uitbreiding VEDOIP is toegekend (vanaf de configuratiepagina "IP-opties") in op de adresbalk en druk op Enter.
Pagina 85
6. Druk op om verder te gaan met de "productregistratie". » De procedure voor productregistratie via de website comelitdns.com is voltooid! 7. Keer terug naar de configuratiepagina"IP-opties" in Safe Manager, vink "DDNS (Dynamic DNS) activeren" aan en vul in de velden "Host name", "Username"...
Pagina 86
5.3 CONFIGURATIES DIE NOODZAKELIJK ZIJN OM 5.3.5 Isolators DE CERTIFICATIE VAN KLASSE 2 VOLGENS Vedo 10 x: van 1 tot 4 / Vedo 34 x: van 1 tot 8 / Vedo 68 x: van 1 tot 16/ Vedo 200 x: van 1 tot 16 EN50131-1 TE GARANDEREN (SP2-DP1) Configuraties die noodzakelijk zijn om de Indexen...
Pagina 87
5.3.9 Draadloze zones Configuraties die noodzakelijk zijn om de Indexen Parameters certificatie van klasse 2 te garanderen Vedo 10 x: van 1 tot 16, Vedo 34 x: van 1 tot 64, Vedo 68 x: van 1 tot 96 / Vedo 200 x: van 1 tot 256 Polariteit * Direct 1.1.1.17.x.11.y.2...
Pagina 88
Configuraties die noodzakelijk zijn Configuraties die noodzakelijk zijn om de Indexen Parameters Indexen Parameters om de certificatie van klasse 2 te certificatie van klasse 2 te garanderen garanderen * Als de digitale kiezer niet actief is, moeten de - Automatische inschakeling mislukt 1.1.1.24.1.3 Gateway * Ingevuld...
Pagina 89
Configuraties die noodzakelijk zijn om de Configuraties die noodzakelijk zijn om de Indexen Parameters Indexen Parameters certificatie van klasse 2 te garanderen certificatie van klasse 2 te garanderen * activering: Geselecteerd * activering: Geselecteerd 1.1.1.32.x.6.y.41 Tamper bus free 4 1.1.1.32.x.6.y.89 Storing GSM centrale * herstel: Geselecteerd * herstel: Geselecteerd...
Pagina 90
5.3.23 Typen timers Configuraties die noodzakelijk zijn Indexen Parameters om de certificatie van klasse 2 te Vedo 10 x: van 1 tot 4 / Vedo 34 x: van 1 tot 8 / Vedo 68 x: van 1 tot 8 / Vedo 200 x: van 1 tot 32 garanderen Vedo 10 y: van 1 tot 4 / Vedo 34 y: van 1 tot 16 / Vedo 68 y: van 1 tot 16 / Vedo 200 y: van 1 tot 32 Tamper I/O-uitbreidingen van...
Pagina 91
5.4 CONFIGURATIES DIE NODIG ZIJN OM INCERT- Configuraties die noodzakelijk zijn Indexen Parameters om de certificatie van klasse 2 te CERTIFICERING TE GARANDEREN garanderen 1.1.1.44.x.120 Centrale in bedrijf Geselecteerd 1.1.1.44.x.123 Systeemalarmen resetten Geselecteerd In dit hoofdstuk vindt u aanwijzingen over de configuratieparameters 1.1.1.44.x.124 Systeemalarmen stoppen Geselecteerd...
Pagina 92
PANEEL STATUS/BESCHRIJVING STATUS Vervolgkeuzemenu waar apparaten (keypad, Safetouch...)/zones/uitgangen/uitbreidingen kunnen worden toegevoegd, geïsoleerd en verwijderd uit de configuratie. De volgende statussen zijn voor het apparaat mogelijk: • Afwezig: wanneer het apparaat/de zone/de uitgang/de uitbreiding niet bestaat of moet worden verwijderd. • Activeren: wanneer het apparaat/de zone/de uitgang aanwezig is aanwezig, geconfigureerd is en wordt verondersteld te functioneren. •...
Pagina 93
FUNCTIETOETSEN De functietoetsen kunnen worden gebruikt voor het uitvoeren van directe acties op het systeem. In deze sectie van het programma kunnen de acties worden gedefinieerd die aan elke toets moeten worden gekoppeld. Voor elke functietoets zijn er twee vervolgkeuzemenu's beschikbaar. Via het eerste menu kan worden bepaald welke actiecategorie aan de functietoets moet worden toegewezen.
Pagina 94
OPTIES BERICHTEN VERZENDEN Wanneer er bepaalde gebeurtenissen plaatsvinden, is het mogelijk om SMS-berichten, e-mailberichten, digitale communicaties of notificaties naar de app voor smartphones te verzenden. In deze sectie wordt een eerste algemene toestemming voor het genereren van deze gebeurtenissen toegewezen. Vanuit de sectie Gedetailleerde gebeurtenissen (zie "3.12.5 Gedetailleerde gebeurtenissen"...
Pagina 95
GEBEURTENIS 1 / 2 / 3 / 4 /... / 16 De uitgangen hebben als doel om op commando te ageren (volgens configureerbare instellingen) wanneer er een of meer gebeurtenissen plaatsvinden. Om goed inzicht te krijgen in het gedrag van de uitgangen en de logica van de centrale, is het van belang te weten wat er bedoeld wordt met het concept ‘gebeurtenis’.
Pagina 96
GEDRAG • Type uitgang: hiermee kan het gedrag van de uitgang worden gekozen door er een werking van het type Monostabiel of Bistabiel aan te koppelen. Alle draadloze sirenes moeten zijn ingesteld als monostabiel [Reg. 22] Alle met een sirene verbonden actieve uitgangen moeten monostabiel zijn [Reg.
Pagina 97
Hieronder vindt u een aantal tabellen (één voor elk beschikbare type gebeurtenis) voor elk van de vier beschikbare gebeurtenissecties, met de mogeli- jke keuzes. TYPE GEBEURTENIS: APP SUBTYPE GEBEURTENIS GEBEURTENIS Gebeurtenissen app • Blokkeer app • Toets gebeurtenis 1 • Code geaccepteerd •...
Pagina 99
TYPE ZONE / SUBTYPE Selectie van het zonetype uit vier mogelijkheden: Alarm, Bedieningsopdracht, Sabotage, Storing. Zodra de selectie is gemaakt, wordt in het onderliggende veld (subtype) een serie keuzemogelijkheden weergegeven die bij de gekozen selectie horen. TYPE ZONE: ALARMEN SUBTYPE GEGENEREERDE GEBEURTENISSEN •...
Pagina 100
TYPE REACTIE Deze sectie is alleen geactiveerd voor zones van het type Inbraak. Voor alle andere typen zones is deze zone niet toegankelijk. De reactie van een zone bij een overschrijding is gerelateerd aan het feit dat aan de volgende voorwaarden moet zijn voldaan: √...
Pagina 101
KENMERKEN • Uitgesloten: een zone met dit kenmerk wordt uitgesloten en genereert geen gebeurtenis van het type Alarm zone. Er worden afwijkings- en sabotagecondities gesignaleerd. • Uitsluiten niet mogelijk: de zones met dit kenmerk kunnen niet worden geforceerd als deze tijdens het inschakelen van het systeem niet gereed voor inschakeling zijn (alarm, sabotage, storing).
Pagina 102
TABBLAD DETAILS TE SIGNALEREN GEBEURTENISSEN SELECTEREN Hieronder vindt u een groep tabellen met de lijst van gebeurtenissen die aan elk tabblad gekoppeld zijn: ZONES BEHEERDE GEBEURTENISSEN • Opdracht • Zone isoleren • Zone uitsluiten • Zoneblokkering Partities/Systeem BEHEERDE GEBEURTENISSEN Tabblad Inschakelingen •...
Pagina 105
C E R T I F I E D M A N A G E M E N T S Y S T E M S w w w . c o m e l i t g r o u p . c o m Via Don Arrigoni, 5 - 24020 Rovetta (BG) - Italy...