Niveau van de uitgangssignalen
en/of gevoeligheid van de
ingangssignalen
Geleverde
veiligheidswaarschuwingsniveau
Delen van de verbindingen voor
datatransmissie
Werkingsbereik spanningen
BETEKENIS VAN DE LEDS
Naam
Functie
Uit: Module werkt niet
D1
Snel knipperend (64ms On/ 800ms Off): Module niet met netwerk
LED
verbonden
ROOD
Langzaam knipperend (64ms On/ 2000ms Off): Module met
netwerk verbonden
D3
Seriële communicatie module. Licht kort op wanneer de module
LED
met de centrale communiceert.
ORANJE
D2
Seriële communicatie module. Licht kort op wanneer de module
GROENE
met de centrale communiceert.
LED
JUMPERS VOOR CONFIGURATIE
Naam
Functie
LED
Indien uitgeschakeld, gaan de leds uit
DBG
Gereserveerd
RSDV
Gereserveerd
CSL
Gereserveerd
MONTAGE VAN DE MODULE VEDOGSM4G
Zorg ervoor dat de voeding naar de kaart waarop u de module wilt
monteren is uitgeschakeld.
BELANGRIJK: bij het monteren en demonteren van uitbreidingsmodules
mag er geen voeding (van de voedingseenheid of batterij) aanwezig zijn,
anders kunnen de kaart van de centrale en de uitbreidingsmodule die
geplaatst of verwijderd moet worden permanent beschadigd raken.
Plaats de kunststof afstandhouders in de daarvoor bestemde openingen.
Zorg ervoor dat de connector van de module op de juiste wijze in de
connector MOD5, van de centrale is geplaatst. Voer zoveel druk uit dat de
afstandhouders zich in de GSM-uitbreidingskaart vastklemmen en dat de
connector bijna volledig is ingevoerd.
Voor de werking van de module moet minimaal één van de twee antennes
zijn aangesloten die noodzakelijkerwijs op de connector ANT1 moet zijn
geschroefd.
Door de aansluiting van de tweede antenne worden de prestaties bij een zwak
signaal verbeterd.
De antennes moeten zich in een rechte hoek ten opzichte van elkaar
bevinden!
Schroef de connector van de kabel op de goudkleurige connector ANT1 op
de module VEDOGSM4G.
Bij gebruik van een tweede antenne, moet de kabel op de goudkleurige
connector ANT2 worden geschroefd die aanwezig is op de module
VEDOGSM4G.
Minimumniveau DTMF-tonen in ingang:
36mVeff - 28.8dbV 100mVpp
Niveau DTMF-tonen in uitgang: low freq
9dBm / high freq 11dBm
ATS2-I0 zonder informatie-
beveiliging
ATS2-S0 zonder
overschrijfbeveiliging
EGSM900, DCS1800, WCDMA B1/B8, LTE FDD
B1/B3/B7/B8/B20/B28
Klasse 4 (33dBm±2dB) voor EGSM900
Klasse 1 (30dBm±2dB) voor DCS1800
Klasse E2 (27dBm±3dB) voor EGSM900 8-PSK
Klasse E2 (26dBm±3dB) voor DCS1800 8-PSK
Klasse 3 (24dBm+1/-3dB) voor WCDMA
banden
Klasse 3 (23dBm±2dB) voor LTE-FDD banden
10 ÷ 15 V
Het is belangrijk dat elke antenne correct is aangesloten en dat de connector
helemaal is vastgeschroefd.
De detectie van de aanwezigheid van de antenne is alleen mogelijk bij gebruik
van de meegeleverde antennes. In alle andere gevallen dient de detectie van
de aanwezigheid van de antenne uit de opties van de GSM-communicatie te
worden uitgesloten.
BEHUIZING BOXMETAL
Antennes plaatsen
OK !
Fig. 3
• Plaats de antennes buiten de behuizing met behulp de speciale antenne-uitgang.
• De antennes moeten zich in een rechte hoek ten opzichte van elkaar bevinden!
• Plaats de antennes niet op metalen oppervlakken!
NO !
Fig. 4
BEHUIZING BOXPLASTIC
Antennes plaatsen
Fig. 1
Fig. 5
Het wordt aanbevolen om de hoofdantenne in de betreffende behuizing
onder de batterij aan te brengen (Fig. 5).
Indien de centrale zo is geplaatst dat de ontvangst van het GSM-signaal
onvoldoende is om een goede verbinding te waarborgen, is het mogelijk de
antenne buiten te monteren (Fig. 6), door de antennes met behulp van een
verlengkabel te verplaatsen.
Fig. 2
NO !
19